Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming Straf- en bestuursrechtelijke handhaving van financieel-economisch recht 2017 nr. 2/3

Voorwoord - De vrije beroepsgroep onder de loep

Muriël Rosing Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Beste lezers,

Eind mei publiceerde de Financial Intelligence Unit-Nederland (‘FIU’) haar jaarrapportage over 2016.1 Naast het feit dat er onder meer inzicht wordt gegeven in de werkwijze van de FIU en de (inter)nationale samenwerking met andere organisaties die betrokken zijn bij de aanpak van witwassen en financieren van terrorisme, laat het rapport een aantal interessante cijfers zien.

Zo werden in 2016 417.067 ongebruikelijke transacties gemeld, ruim 25% meer dan in 2015. Daarnaast werden 53.533 gemelde transacties door de FIU als verdacht aangemerkt en ter beschikking gesteld aan de opsporing. Het overgrote deel van die als verdacht aangemerkte transacties was afkomstig van betaaldienstverleners (47.775), banken (2.261) en handelaren in voertuigen (2.029). De meldingen van accountants, belastingadviseurs, advocaten en notarissen leverden aanzienlijk minder verdachte transacties op; respectievelijk 277, 20, 5 en 181.

Wat voornoemde vrije beroepsgroepen betreft, kan er volgens de FIU-Nederland kennelijk nog een slag gemaakt worden. Uit de jaarrapportage volgt dat de FIU-Nederland en het OM ook in 2016 nauw hebben samengewerkt in het kader van het 'Project Niet-Melders', welk project als doel heeft de naleving van de regels van de Wwft te verbeteren. Blijkens de jaarrapportage zou die samenwerking een positief effect hebben gehad op de vervolging van een aantal niet-melders, in het bijzonder uit de vrije beroepsgroepen.

Onder die niet-melders bevindt zich vermoedelijk ook de advocaat die door het OM in het kader van het Project Niet-Melders als verdachte is gehoord en waarover het OM op 1 mei 2017 op zijn website berichtte.2 De advocaat in kwestie zou ten onrechte geen melding hebben gemaakt van een ongebruikelijke transactie waarvan hij zelf onderdeel uitmaakte. De advocaat zou mede-eigenaar zijn geworden van een pand met daarin een coffeeshop. Het door de advocaat verschuldigde aankoopbedrag zou zijn verrekend met een aantal onbetaalde declaraties die de verkoper bij de advocaat had uitstaan. De verkoper zou eerder veroordeeld zijn voor belastingfraude. Hetzelfde feitencomplex kwam de betreffende advocaat eerder al op voorwaardelijke schorsing door de Raad van Discipline te staan. Uit de uitspraak van de Raad van Discipline3 volgt dat de advocaat in kwestie niet alleen mede-eigenaar zou zijn geworden van een pand waarin zijn cliënt een coffeeshop exploiteerde, maar eerder ook al zou zijn overgegaan tot het ontwikkelen van vastgoedactiviteiten tezamen met zijn cliënt.

De casus wordt weliswaar geplaatst in de context van het 'Project Niet-Melders' maar tegelijkertijd kan geconstateerd worden dat het om een situatie lijkt te gaan waarmee de gemiddelde meldingsplichtige naar alle waarschijnlijkheid niet snel te maken zal krijgen. In zoverre zal de casus en een eventuele strafrechtelijke uitspraak weinig exemplarisch zijn voor de melding van ongebruikelijke transacties. Wél laten de FIU-rapportage en het persbericht van het OM zien dat er nog altijd verhoogde aandacht bestaat voor 'niet-melders' in het algemeen en voor advocaten, notarissen, belastingadviseurs en accountants die vanuit hun beroepsbeoefening misdaad faciliteren in het bijzonder.

Onderhavige dubbeleditie van het Tijdschrift voor Sanctierecht en Onderneming snijdt verschillende onderwerpen aan die de vrije beroepsbeoefenaar met belangstelling zal lezen; is het niet omdat hij zelf met toezicht of opsporing wordt geconfronteerd, dan is het wel in het kader van de advisering aan de cliënt.

Zo gaan Anke Feenstra en Ivo Leenders in op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van belastingadviseurs. Zij stellen vast dat de belastingadviseur heden ten dage een groter risico loopt om strafrechtelijk aansprakelijk te worden gesteld en onderwerpen de strafrechtspraak waarin belastingadviseurs als verdachte werden aangemerkt aan een nader onderzoek om zo vast te stellen onder welke omstandigheden het handelen van de belastingadviseur tot strafrechtelijke vervolging heeft kunnen leiden.

Francien Rense bespreekt de praktische waarborging van het advocatuurlijke verschoningsrecht tijdens onderzoeken en doorzoekingen. Zij reageert in dat verband op het artikel Geheimhoudersstukken in een kantooradministratie van Officier van Justitie Mooijen in de vorige editie van dit tijdschrift. Rense geeft zeven vuistregels die wat haar betreft zouden moeten en kunnen gelden bij de inbeslagneming en screening van (mogelijke) geheimhoudersstukken.

Echter, ook de lezer die niet binnen de groep van vrije beroepsbeoefenaren valt zal in deze dubbeleditie aan zijn trekken komen, aangezien ook meer algemene maar niettemin essentiële thema's op het gebied van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving worden behandeld.

Eva van Luijk en Erik Witjens vergelijken in hun artikel de bestuursrechtelijke benadering van toezicht en handhaving met de strafrechtelijke benadering van opsporing en bestraffing. Zij signaleren problemen in rechtsbescherming in het bestuursrechtelijke toezicht en pleiten voor meer aandacht voor dit thema, waarbij de leerstukken uit het strafrecht behulpzaam kunnen zijn.

David Emmelkamp en Martje de Jong bespreken het risico dat de van actieve omkoping van een buitenlandse ambtenaar verdachte Nederlandse (rechts)persoon loopt om tweemaal te worden vervolgd, indien zowel de Verenigde Staten als Nederland rechtsmacht heeft. Zij bieden een interessant inzicht in de Amerikaanse uitwerking van het ne bis in idem – beginsel en geven een aantal aanbevelingen aan de Nederlandse (rechts)persoon en diens advocaat die zich met voornoemde problematiek geconfronteerd zien.

Marije Batting, Floortje de Bruijn en Arno Geleijnse bepreken tot slot de verschillende regelingen die het voor toezichthouders mogelijk maken om sanctiebesluiten openbaar te maken en de ontwikkelingen die op het gebied van de publicatie van dergelijke besluiten waarneembaar zijn.

Wij hopen u met deze bijdragen voldoende stof tot nadenken te geven om de zomermaanden door te komen. Ondertussen wordt al weer gewerkt aan de volgende editie, wij zien u na de zomer dan ook graag weer terug.

Muriël Rosing

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
Muriël Rosing
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvSO/14371

Verder in 2017 nr.2/3

 Voorwoord - De vrije beroepsgroep onder de loep

Beste lezers, Eind mei publiceerde de Financial Intelligence Unit-Nederland (‘FIU’) haar jaarrapportage over 2016.[1] Naast het feit dat er onder meer inzicht wordt gegeven in de werkw...

 Dubbele vervolging van Nederlandse rechtspersonen voor buitenlandse ambtelijke omkoping

De strafrechtelijke aanpak van ambtelijke omkoping staat zowel nationaal als internationaal hoog op de agenda. Deze aandacht lijkt onder meer het resultaat te zijn van diverse internationale verdra...

 De invloed van een criminal charge op toezichthouders - Over de rol van waarborgen van het EVRM in het bestuursrecht en strafrecht

Het komt steeds vaker voor dat toezichthouders in het bestuursrecht geconfronteerd worden met gevallen waarin al vanaf een vroeg stadium duidelijk is dat deze aanleiding zullen zijn voo...

 Actieve openbaarmaking van sanctiebesluiten door toezichthouders: een overzicht - Tendens naar meer of minder belangenafweging?

De openbaarmaking van sanctiebesluiten is een onderwerp dat nog steeds volop in ontwikkeling is, zowel op wetgevingsgebied als in de rechtspraak. In deze bijdrage wordt ingegaan op verschillende...

 Geheimhoudersstukken praktisch gewaarborgd? - Wat is geheimhouding en verschoning praktisch waard?

Er wordt de laatste jaren veel en op het scherpst van de snede gediscussieerd over de reikwijdte van het advocatuurlijke verschoningsrecht. Nog meer onontgonnen terrein[2] is de waarborging van ...

 Strafrechtelijke vervolging van belastingadviseurs, gelukkig eerder uitzondering dan regel

Op 17 januari jl. heeft staatssecretaris Wiebes in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer zijn plannen aangekondigd tegen internationale belastingontduiking. Uit de publicati...