Een paar opmerkingen naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 5 juli 2017 - ECLI:NL:RBAMS:2017:4726
mr. J. Wind1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
In het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 5 juli 2017 is sprake van een standaard casus als het gaat om de Rentekas-BTW: de pandhouder wil zich ook verhalen op de in de verkoop begrepen btw, waarvan de failliete boedel de aanslag ontvangt.
In de aan het vonnis ten grondslag liggende casus betoogt de curator met een beroep op het arrest Koot Beheer B.V./ Tideman q.q.2 dat de boedel niet aansprakelijk is voor de in de verkoop begrepen btw. De rechtbank wil, samen met partijen, dat de Hoge Raad daarover uitsluitsel moet geven.
Het vonnis geeft aanleiding tot het maken van enige persoonlijke opmerkingen, met als conclusie dat het niet nodig is om de Hoge Raad op de voet van art. 392 Rv te benaderen.
2. De casus I
De Rabobank financiert Geddes & Gilmore (hierna: ‘G&G’). Vanuit verschillende winkels verkocht G&G kleding. De Rabobank heeft onder meer het pandrecht op de nog bij ...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.