Risico’s op staatssteun in de Elektriciteitswet 1998

Er is werk aan de winkel. In het Energieakkoord is afgesproken dat het aandeel duurzame energie in Nederland in 2020 14% van de totale energievoorziening moet bedragen.2 Die doelstelling is nog niet bereikt. Het Financieele Dagblad3 berichtte dat Nederland onderaan bungelt als het gaat om het aandeel duurzame energie, maar dat er wel maatregelen komen. De overheid kan het echter niet alleen. Om de doelstellingen te bereiken zijn er (meer) ondernemers nodig die duurzame energie produceren en verkopen. De overheid kan deze ondernemers wel stimuleren. Bijvoorbeeld met een subsidie, maar net zo goed via de Elektriciteitswet 1998 (hierna: Elektriciteitswet). Dit laatste kan door netbeheerders te verplichten duurzame elektriciteit met voorrang te transporteren of het transporttarief voor producenten van duurzame energie te verlagen. Staatssteunregels dicteren echter dat een overheid niet zondermeer een voordeel aan een onderneming mag verstrekken. Ook ni...

Verder in dit artikel:

1. Staatssteun

1.1. Selectieve begunstiging van een onderneming

1.2. De overheid en met overheidsgeld bekostigd

2. Staatssteun in het energierecht

2.1. Een selectief voordeel via energiewetgeving

2.2. Toe te rekenen aan de overheid en met overheidsgeld

3. Voorbeelden van mogelijke staatssteun uit de Elektriciteitswet

3.1. Staatssteun aan en binnen netbeheerders

3.2. Kortingen aan aangeslotenen

3.3. Conclusies: geen risico’s op staatssteun in de Elektriciteitswet