Tijdschrift voor Financieel Recht 2003 nr. 4

x/y

mr. F.R.H. van der Leeuw

Appellanten komen in hoger beroep van het vonnis van de rechtbank waarbij hun vordering tot schadevergoeding wegens ondeugdelijk vrijehandvermogensbeheer is afgewezen en stellen dat bepaalde afspraken – zoals beperkingen op beleggingscategorieën of de beleggingsdoelstelling – niet of in te algemene termen in de beheerovereenkomst zijn opgenomen. Het hof is van oordeel dat een beschrijving van beperkingen ook toereikend is indien geen beperking per effect of effectsoort is opgenomen en dat de doelstelling ‘vermogensgroei’ weliswaar weinig, maar

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

toch voldoende specifiek is. Daarbij merkt het hof op dat het op de weg van appellanten had gelegen om aan te dringen op vastlegging van een meer specifieke opgave van beperkingen of van de beleggingsdoelstelling indien zij dat wensten. Het hof verwerpt de stelling dat de (voormalige) beheerder terzake meer onderzoek had moeten verrichten. Bovendien stelt het hof dat de mogelijke, met beleggingen gepaard gaande, risico´s voldoende zijn medegedeeld met het in de beheerovereenkomst opnemen van een verklaring van de cliënt dat deze zich bewust is van de risico’s, dat hij deze aanvaardt en dat hij kennis heeft genomen van de Officiële Berichten Futures en Opties. Het hof sanctioneert dan ook de door de rechtbank aan appellanten gegeven bewijsopdracht dat zij feiten en omstandigheden moesten aanvoeren waaruit blijkt dat de beheerder geen mededeling heeft gedaan van de aan de voorgestelde beleggingsconstructie verbonden risico’s. Voorts kwam in de procedure aan de orde de vraag of de beheerovereenkomst voldeed aan de daaraan gestelde eisen in het Besluit toezicht effectenverkeer en/of de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1995. De rechtbank had in zijn vonnis bepaald dat een vrijehandbeheerovereenkomst meebrengt dat nadere bepalingen omtrent de verwerking en administratie van instructies en omtrent betrokkenheid van de cliënt bij het vermogensbeheer niet in de overeenkomst behoeven te worden opgenomen. Aan een beoordeling van deze overweging komt het hof echter niet toe omdat het hof zich reeds verenigt met het oordeel van de rechtbank dat appellanten op geen enkele wijze hebben onderbouwd dat eventuele gebreken aan de overeenkomst hebben geleid tot schade waarvan in de procedure vergoeding wordt gevorderd. Wel merkt het hof tot begrip van appellanten nog op over hun stelling dat de beheerovereenkomst geen juiste weergave geeft van hetgeen is overeengekomen en dat de overeenkomst ook overigens niet voldoet aan de eisen van wet en regelgeving, dat ook indien in de schriftelijke overeenkomst bepalingen omtrent handelen door de cliënt, een meer precieze beleggingsdoelstelling, of meer specifieke beperkingen zouden zijn opgenomen, de beheerder desalniettemin had kunnen handelen in weerwil van het aldus overeengekomene. Indien de stelling van appellanten juist zou zijn dat schade is ontstaan als gevolg van het gevoerde beheer in strijd met hetgeen was overeengekomen, aldus het hof, dan is die schade het gevolg van dat handelen en niet van het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst. Mocht een schriftelijk stuk geheel ontbreken, aldus het hof, dan kan dat gelet op de strekking van de wettelijke bepalingen, hooguit aanleiding zijn de beheerder te belasten met bewijs van hetgeen de beheerder stelt als inhoud van de niet-schriftelijke overeenkomst. Vordering afgewezen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
kwaliteit vermogensbeheer
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/1513

Verder in 2003 nr.4

 Toezicht door de Autoriteit Financiële Markten

De taken, verantwoordelijkheden en het werkterrein van de Stichting Autoriteit Financiële Markten (‘AFM’) zijn aan voortdurende verandering onderhevig.1 De nieuwe naam van de toezichthouder is i...

 De nieuwe 2002 ISDA Master Agreement: een vlaggenschip in revisie

ISDA1 heeft op 8 januari 2003 een nieuwe standaardovereenkomst voor OTC-derivaten2 gepubliceerd: de 2002 ISDA Master Agreement. Het nieuwe document is gebaseerd op de reeds tien jaar op brede sc...

 Actualiteiten Internationaal

Recentelijk heeft de Europese Commissie een voorstel voor Richtlijn Doorlopende Verplichtingen openbaar gemaakt. Deze richtlijn is bedoeld te gaan gelden voor vennootschappen waarvan effecten zi...