Pacht - Hoge Raad, 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2034 (TvAR 2020/8013)
J.W.A. RheinfeldArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
(mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock)
Met noot J.W.A. Rheinfeld
Contractenrecht. Pachtovereenkomst.
[Burgerlijk wetboek, art. 7:311 BW, art. 7:312 BW, art. 3:317 BW, art. 7:322 BW; Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, art. 96]
Maatstaf om overeenkomst als pachtovereenkomst aan te merken. Onderscheid tussen uitleg en kwalificatie. Bedoeling van partijen.
ARREST
In de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser] ,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans,
tegen
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder] ,
advocaten: mr. A.C. van Schaick en mr. N.E. Groeneveld-Tijssens.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
Contractenrecht. Pachtovereenkomst.
1. Procesverloop
2 Uitgangspunten en feiten
3 Beoordeling van het middel
4 Beslissing
Noot