Uitbreiding van rechtspraak.nl1
mr. D.W. Bruil Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Vorige maand ontvouwde de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, mr. H.C. Naves in de pers plannen om (veel) meer uitspraken van rechterlijke instanties te publiceren op rechtspraak.nl.2 Nu wordt slechts minder dan 5% van de uitspraken op deze wijze openbaar gemaakt, dat percentage zou naar 75% moeten. Uitgaande van de huidige omvang van 1000 uitspraken per week3 zouden dat er dus tenminste 15.000 worden, of bijna 800.000 per jaar. Dat is heel veel.
De redenen om dit te doen worden nauwelijks genoemd in de publicaties. Ik begrijp dat het plan is om transparanter te zijn. Als voorbeeld wordt de toeslagaffaire genoemd. Het probleem daarbij was volgens mij niet dat er te weinig uitspraken gepubliceerd werden, maar dat de uitspraken fout waren. Een tweede reden is kennelijk de vraag vanuit de wetenschap. Een dergelijke vraag kan alleen voortkomen uit een wens naar kwantitatief onderzoek. Dat kan wel eens nuttig zijn, maar in het juridisch onderzoek zal het toch vooral gaan om kwalitatief onderzoek. Daarvoor zijn zeker geen miljoenen uitspraken nodig en misschien zelfs ongewenst. Dit wordt wel de informatie paradox genoemd: meer informatie is niet altijd beter en soms zelfs slechter.
Als direct belanghebbende heb ik tegen de uitbreidingsplannen ernstige bezwaren. Ik maak elke week voor het Instituut voor Agrarisch Recht een nieuwsbrief over dit rechtsgebied, met wetgeving, parlementaire stukken en literatuur, als ook relevante jurisprudentie. Voor het laatstgenoemde onderdeel loop ik alle op rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken door. Aangezien het om een functioneel rechtsgebied gaat, met rechtspraak uit alle hoeken van het recht, heeft het niet veel zin om bijvoorbeeld op rechtsgebieden of instanties te zoeken, om daarmee selectiever te werk te kunnen gaan. Men zou dan onherroepelijk uitspraken missen. Bij een veel grotere hoeveelheid uitspraken is dat haast onvermijdelijk. Dan leidt meer informatie dus tot minder kennis. Er is simpelweg niet voldoende tijd om alle uitspraken te lezen, te onderzoeken of zelfs maar over het scherm te laten rollen.
De huidige werkwijze levert volgens mij voldoende informatie op om de juridische kennis in praktijk en wetenschap van dienst te kunnen zijn. Misschien is 1.000 uitspraken per week zelf al wel te veel. Het ontgaat mij bijvoorbeeld volledig waarom er zoveel uitspraken worden gepubliceerd met als dictum ‘griffierecht niet betaald - niet ontvankelijk’.4 Dat weten we toch wel? Daar staat tegenover dat er maar heel weinig landinrichtingsjurisprudentie wordt gepubliceerd. Dat kan verbeteren.
Als er dan toch ambities zijn om te verbeteren, dan zou ik het niet in de kwantiteit zoeken, maar vooral in de kwaliteit. Ik weet niet wie de selectie van de uitspraken doet – ik neem aan de verschillende rechters – en ik vertrouw erop dat dat zorgvuldig gebeurt. Misschien zouden de selectiecriteria eens geëxpliciteerd kunnen worden. Een tweede punt van aandacht zijn de inhoudsindicaties. De kwaliteit daarvan is zeer wisselend, maar meestal niet goed. De Afdeling bestuursrechtspraak5 komt in het kopje meestal niet verder dan de eerste drie zinnen van de uitspraak. De voor mij relevante uitspraken – bijvoorbeeld over ruimtelijke ordening - moet ik dus bijna allemaal openklappen om te zien waar ze over gaan, hetgeen veel tijd kost. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant maakt het helemaal bont: voor de inhoudsindicatie wordt volstaan met een afkorting die ik meestal niet ken. Die uitspraken open ik al helemaal niet meer. Een derde punt: het zoeksysteem levert lang niet altijd de goede resultaten op. Soms teveel, soms te weinig. Ik ben tamelijk ervaren in ‘zoeken en vinden’ maar als ik deze constatering al doe, zal die zeker gelden voor relatieve leken, waarvoor mr. Naves zegt op te komen. Dat kan dus veel beter. Misschien moet de database wel eens helemaal opnieuw worden opgezet.
Tenslotte nog de anonimisering. In de pers wordt Naves aangehaald als hij zegt dat daar met speciale software nog een slag te maken is, wil het überhaupt met de beoogde hoeveelheden lukken. Dat zal zelfs leiden tot meer standaardvonnissen, volgens het bericht. Ik kan niet achterhalen wat eigenlijk de reden is om openbare uitspraken te anonimiseren. In de informatie op rechtspraak.nl staat wel de desbetreffende richtlijn, maar niet de reden. Ik kan die misschien wel bedenken, maar het blijft principieel onjuist en bovendien zeer onpraktisch. Uitspraken worden moeilijk leesbaar en het wordt steeds moeilijker om aan uitspraken te refereren, bijvoorbeeld in het onderwijs. Daardoor beklijven rechterlijke uitspraken steeds minder. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik heb niet de illusie dat dit wordt teruggedraaid, maar soms heeft men een meevaller. De inhoudsindicatie bij Rechtbank Overijssel luidt als volgt:
Een grote afvalstoffenverwerker uit Varsseveld is veroordeeld voor de verkeerde opslag van asbest en accu’s. De rechtbank Overijssel legt geldboetes op aan drie BV’s en veroordeelt de eigenaar en een medewerker tot taakstraffen en voorwaardelijke celstraffen. Zij hebben zich ook schuldig gemaakt aan vervalsen van rekeningen en brieven. De eigenaar is veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur en een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De opslag en de vervalsingen gebeurden onder zijn leiding. Een medewerkster (32) is schuldig aan het maken van valse rekeningen en brieven. Zij krijgt een taakstraf opgelegd van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De exploitatiemaatschappij krijgt een boete opgelegd van 50.000 euro, waarvan 20.000 voorwaardelijk. De milieutak en de recycling BV moeten 80.000 euro betalen, waarvan 30.000 euro voorwaardelijk. De BV’s krijgen een proeftijd van 3 jaar.
Aangezien ik in Varsseveld woon, weet ik dan wel om wie het gaat. En dat hoort ook zo! Prima samenvatting overigens.
Ik wil de Raad voor de Rechtspraak in overweging geven nog eens na te denken over dit plan. Wat mij betreft zijn verbeteringen in het systeem van rechtspraak.nl wenselijk en nodig. Als ik daarbij van dienst kan zijn, kan men dat laten weten. Ik kan overigens nog meedelen dat de situatie in andere landen nog dramatisch veel slechter is. Dat is dan weer een compliment.