Rekko c.s. / Smeets c.s. (TvHB 2005/8)
prof. mr. A.W. Jongbloed en mw mr. N. Eeken
Samenvatting Dit geschil draait om de vraag wie van partijen (de huurder of de verhuurder) de kosten voor het aanleggen van een brandmeldinstallatie in het gehuurde moet betalen. Het Hof beziet in dat verband eerst wat rechtens heeft te gelden. Het Hof neemt daarbij in de eerste plaats in aanmerking dat de brandmeldinstallatie niet behoort tot de inrichting van het gehuurde. Het hof neemt verder in aanmerking dat een verhuurder het gehuurde aan een huurder ter
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
beschikking moet stellen in zodanige staat dat het tot het gebruik overeenkomstig de aan het gehuurde gegeven bestemming kan dienen en dat, ingevolge artikel 7A:1588 (oud) BW, verhuurder moet instaan voor alle gebreken, welke het gebruik verhinderen. In de omstandigheden van het geval kan worden gesteld dat het ontbreken van een goedgekeurde brandmeldinstallatie het gebruik van het hotel als zodanig verhindert (de gemeente heeft immers gedreigd met het uitoefenen van bestuursdwang om tot aanleg van de installatie te komen) en derhalve dient te worden aangemerkt als een gebrek in de hier bedoelde zin. Het Hof komt dan ook tot de conclusie dat de verhuurder het gehuurde aan de huurder ter beschikking moet stellen voorzien van een brandmeldinstallatie die voldoet aan de daaraan van overheidswege te stellen eisen. Aangezien de wettelijke regeling van regelend recht is, beziet het Hof vervolgens of partijen contractueel een afwijkende regeling zijn overeengekomen. Het Hof beantwoord deze vraag ontkennend.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.