Vaststelling en herziening van de erfpachtcanon
mr. D.M.H.M. van Dijk
In artikel 5:85 lid 2 BW is bepaald dat in de akte van vestiging aan de erfpachter de
verplichting kan worden opgelegd aan de eigenaar op al dan niet regelmatig terugkerende
tijdstippen een geldsom – de canon – te betalen.
Het woordje “kan” duidt erop dat het de eigenaar vrij staat het opleggen van een dergelijke
verplichting achterwege te laten. Dat tast de geldigheid van het gevestigde
recht van erfpacht niet aan, anders dan onder
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
het vóór 1 januari 1992 geldende Burgerlijk
Wetboek. Onder de oude regeling was een canon – hoe laag ook, bijvoorbeeld
ƒ 1 per jaar – een bestaansvereiste voor het erfpachtrecht.
In het huidige BW is het begrip canon in de zin van de wet uitsluitend gereserveerd
voor het betalen van geldsommen. Indien de tegenprestatie een andere is dan een betaling
in geld, valt deze niet onder het begrip canon. Blijft de erfpachter in gebreke zijn
overeengekomen tegenprestatie in natura te voldoen, is dat geen grond voor opzegging
als bedoeld in artikel 5:87 lid 2 BW. Immers, canon is de tegenprestatie die ziet
op een betaling in geld. Onder het oude recht viel een tegenprestatie in natura wel
onder het begrip canon. Eveneens afwijkend van het oude recht is, dat thans een prestatie
ineens voor de hele erfpachtperiode of voor een aantal jaren kan worden overeengekomen.
Erfpachtovereenkomsten plegen voor een lange periode te worden aangegaan. Voor
erfpachtconstructies in de landbouw noopt artikel 59 Pachtwet er al toe, dat de overeengekomen
erfpachtduur minimaal zesentwintig jaren is. Er zijn dan ook nog vele
vigerende erfpachtrechten, die onder het oude recht zijn gevestigd. De daarin genoemde
bedingen gelden volgens de regels van het oude recht, hetgeen volgt uit artikel 69
Overgangswet NBW.
Binnen de landbouw vallen drie categorieën van “grondrechten” te onderscheiden:
eigendom, pacht en erfpacht. Erfpacht kan voor agrarische ondernemers een (aantrekkelijk)
alternatief zijn voor eigendom en pacht. In het bijzonder valt dan te denken
aan de alternatieve financieringsmogelijkheden. De financiële verplichtingen in
geval van eigendom en pacht worden gevonden in hypotheek en eventueel aflossing
respectievelijk pachtprijs, terwijl in geval van erfpacht een canon zal worden overeengekomen.
Voor- en nadelen van erfpacht zullen, wanneer een keuzemogelijkheid zich
voordoet, tegen de voor- en nadelen van pacht worden afgewogen. Enerzijds is het
recht van erfpacht een zakelijk recht, te belasten met hypotheek, vervreemdbaar met
de vrijheid van partijen om een al dan niet hoge canon overeen te komen. Anderzijds
is pacht een persoonlijk recht, niet te belasten met hypotheek, niet vervreemdbaar en
zijn partijen voor wat betreft de hoogte van de pachtprijs gebonden aan de regels van
het Pachtnormenbesluit. Van de oppervlakte cultuurgrond in Nederland is ruim 65%
eigendom, minder dan 30% pacht en rond de 5% erfpacht.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.