Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2006 nr. 1

Wetgeving en literatuur

ir. S. Bezemer

Agrarisch milieubeleid Aanscherping gebruiksregels meststoffen Ter voldoening aan de Nitraatrichtlijn zijn in het Besluit gebruik meststoffen, het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen en het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij al eerder voorschriften opgenomen over het gebruik van meststoffen op steile hellingen en nabij waterlopen, over toepassingsmethoden en met betrekking tot de verbodsperiode. Deze voorschriften zijn echter volgens de Europese Commissie niet op alle punten toereikend. Het Wijzigingsbesluit van 26 oktober 2005 (Stb. 2005,

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

548) voorziet in een verdere aanscherping van de voorschriften. Het gaat om een aanscherping van onder meer de voorschriften op het gebied van het uitrijden van dierlijke mest buiten het groeiseizoen, aanwending van stikstofkunstmest, aanwending van dierlijke mest op bevroren of besneeuwd grasland, vernietiging van de graszode, teelt van een vanggewas na maïs, en bemestingsvrije zones. Zie ook: – Inwerkingtreding wijziging van het Besluit gebruik meststoffen, het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen en het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij i.v.m. aanscherping gebruiksregels meststoffen, Stb. 2005, 592 (inwerkingtreding m.i.v. 1 januari 2006, met uitzondering van artikel I, onderdeel C en onderdeel D, voor zover dit onderdeel betrekking heeft op de artikelen 4 en 4a van het Besluit gebruik meststoffen; deze onderdelen treden op 1 december 2005 in werking) – Wijziging Regeling driftarme doppen Lozingenbesluit open teelt en veehouderij, Stcrt. 7 november 2005, nr. 216 (actualisatie lijst driftarme doppen) Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Alle ingevolge de Meststoffenwet bij amvb te stellen uitvoeringsregels worden met ingang van 2006 geclusterd in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. Het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet bevat onder andere regels over de berekening van de voor de gebruiksnormen relevante oppervlakte, de opgave voor de basisregistratie percelen, de vereiste opslagcapaciteit voor dierlijke meststoffen, de administratieve verantwoording, en het vervoer van meststoffen. Het besluit verwijst voor een nadere regeling van deze onderwerpen op detailniveau naar bij ministeriële regeling te stellen regels. Met de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Stcrt. 21 november 2005, nr. 226) wordt hieraan invulling gegeven. Daarnaast wordt met de Uitvoeringsregeling uitvoering gegeven aan een aantal artikelen in de Meststoffenwet zelf. Het gaat in dat verband onder meer om de vaststelling van stikstofnormen per gewas, de vaststelling van de stikstofwerkingscoëfficiënten voor dierlijke en andere organische meststoffen, de vaststelling van een fosfaatcorrectie voor compost en – tijdelijk – voor schuimaarde, en regels over de toepassing van een verruimde fosfaatgebruiksnorm voor fosfaatarme gronden en van de mogelijkheid van fosfaatverrekening over twee jaar. Verder wordt met de Uitvoeringsregeling invulling gegeven aan een aantal delegatiebepalingen uit de Meststoffenwet die samenhangen met de uitvoering van het stelsel van productierechten. In een brief van 11 november 2005 gaat de minister in op een aantal toezeggingen aan de Tweede Kamer (TK 2005-2006, 28 385, nr. 62). Het gaat om de fosfaatvrijstelling voor compost, schuimaarde en champost, de werkingscoëfficiënt van vaste mest bij najaarsaanwending op kleibouwland, de vervolgprocedure ingediende spoor 2 initiatieven, de voorafmelding van mesttransporten in het eerste halfjaar van 2006, de regels met betrekking tot de derogatie voor bedrijven met gemengde mest in één opslag, het inscharen van schapen, en de mogelijkheden om grasland te vernietigen voor bolgewassen die in het voorjaar bloeien. Verder verschenen: Evaluatie Meststoffenwet, TK 2005-2006, 28 385, nr. 61 (brief minister ter aanbieding van het besluit tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen, het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen en het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij i.v.m. aanscherping gebruiksregels meststoffen, 10 november 2005); nr. 63 (verslag algemeen overleg over onder meer de ontwerp-uitvoeringsregeling Meststoffenwet, 22 november 2005) Zie ook: – Aanhangsel Hand. TK 2005-2006, nr. 392, Vragen van het lid Waalkens (PvdA) aan de minister van LNV over het niet afvoeren van mestoverschotten (ingezonden: 31 oktober 2005; antwoord: 17 november 2005) – Inwerkingtreding Wijzigingen Meststoffenwet (invoering gebruiksnormen; vereenvoudiging productierechten), Stb. 2005, 562 (de wetswijziging i.v.m. de invoering van gebruiksnormen (Stb. 481) treedt in werking m.i.v. 1 januari 2006, met uitzondering van de artikelen VI t/m XA, die in werking treden met ingang van 16 november 2005, en met uitzondering van artikel XB; de wetswijziging i.v.m. vereenvoudiging van de productierechten (Stb. 480) treedt in werking m.i.v. 1 januari 2006, nadat artikel I van de wetswijziging i.v.m. de invoering van gebruiksnormen in werking is getreden) Aanpassing procedures VROM-regelgeving VROM heeft al in een brief van 17 oktober 2003 (29 200 XI, nr. 7) aangekondigd te zullen onderzoeken hoe onnodige belemmeringen in het wet- en regelgevingsproces kunnen worden weggenomen. De aanleiding daarvoor is dat de totstandkoming van VROM-regelgeving op dit moment relatief veel procedurestappen vergt. Vervolgens is in het Meerjarenprogramma herijking (29 383, nr. 1) het project ‘Stroomlijnen proces van wet- en regelgeving’ opgenomen, waarbij het vooral gaat om het kritisch bekijken van het aantal gevallen waarin bij de totstandkoming van amvb’s voor- en nahangprocedures moeten worden gevolgd. In een brief van 7 november 2005 doen de bewindslieden een aantal voorstellen op dit terrein (TK 2005-2006, 29 383, nr. 35). Zo bestaat de wens dat waar nu nahangprocedures zijn vastgelegd in de regelgeving, deze worden vervangen door voorhang omdat dit betere mogelijkheden tot beïnvloeding biedt. Verder willen de VROMbewindslieden bij regelgevingsprojecten van enige betekenis steeds in een vroegtijdig stadium (al voordat de regelingen worden opge- steld) hun voornemens in een beleidsbrief aan de Tweede en desgewenst ook aan de Eerste Kamer voorleggen. Tot slot wil men met betrekking tot de voorhang onderscheid gaan maken tussen amvb’s die politiek en bestuurlijk gezien belangrijke voorschriften bevatten en amvb’s met een meer technisch karakter; de voorhangbepalingen zouden alleen moeten gelden voor de eerste categorie. Verder verschenen: TK 2005-2006, 29 383, nr. 36 (brief minister over mogelijkheden om bedrijven milieu-informatie één keer per jaar aan één instantie te laten leveren, 7 november 2005); nr. 38 (brief staatssecretaris over intrekking van het Fonds Luchtverontreiniging en het Besluit Fonds Luchtverontreiniging, het ter hand nemen van titel 15.4 Wet milieubeheer, en de algemene milieuschaderegeling, 10 november 2005). Boeken: Memo mestregels 2006 Bij Kluwer is het Memo mestregels 2006 verschenen. Het boekje is vooral bedoeld als praktische handleiding voor adviseurs. In korte heldere teksten worden de nieuwe regels uiteengezet, vergezeld van voorbeeldberekeningen voor verschillende soorten bedrijven. J.M.M. Kroon en C.C. van Harten, Memo mestregels 2006, Kluwer, Deventer 2006, 161 p., ISBN 90 13 02672 9 Boeken: Milieuwetgeving 2005/2006 Van de pocket Milieuwetgeving is een nieuwe editie verschenen. De pocket bevat de belangrijkste wet- en regelgeving op milieugebied. Hierbij gaat het niet alleen om het milieuhygiënerecht maar ook om het natuurbeschermingsrecht. Nieuw ten opzichte van voorgaande edities is het Besluit handel in emissierechten, toegevoegd in verband met de introductie van het nieuwe fenomeen van de emissierechtenhandel in het Nederlandse milieurecht. N.S.J. Koeman, Milieuwetgeving 2005/2006, Kluwer, Deventer 2005, 1054 p., ISBN 90 13 02704 0 Parlementaria – Wijziging Wet milieubeheer i.v.m. uitvoering richtlijn nr. 2001/42/EG (milieu-effectrapportage plannen) (29 811), Hand. TK 1 november 2005, nr. 15, p. 867-868 (stemmingen i.v.m. het wetsvoorstel); EK 2005- 2006, 29 811, nr. A (gewijzigd wetsvoorstel, 1 november 2005) – Handhaving milieuwetgeving, TK 2005- 2006, 22 343, nr. 120 (brief staatssecretaris ter aanbieding van het Besluit tot wijziging Besluit vrijstelling stortverbod buiten inrichtingen m.b.t. plantenresten en tarragrond, 26 oktober 2005); nr. 121 (brief staatssecretaris ter aanbieding van het Besluit wijziging Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (implementatie IPPC-richtlijn en EGinspraakrichtlijn), 3 november 2005) Wet- en regelgeving – Vrijstellingsregeling plantenresten en tarragrond, Stcrt. 11 november 2005, nr. 220 (nadere uitwerking en specificering van gevallen die worden vrijgesteld op grond van het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen) – Bekendmaking EG-richtlijnen inzake werkzame stoffen, Stcrt. 15 november 2005, nr. 222 (bestrijdingsmiddelen) Literatuur – Ch.W. Backes, ‘Samenhang in het Europees milieurecht? – De relatie tussen de Richtlijn milieuaansprakelijkheid, de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water’, TMA oktober 2005/nr. 5, p. 167-170 – S. Pieters, Teksten Regelgeving milieueffectrapportage, Editie 2005, Sdu Uitgevers, Den Haag 2005, 253 p., ISBN 90 12 11101 3 Jurisprudentie – Rb. Breda 20 juli 2005 (Uitvoer verboden gewasbeschermingsmiddelen. Ten laste leggen. Bewijslast. Strafbaarheid.), JM 4 november 2005, nr. 110 (m.nt. F.R. van Herwijnen) – ABRvS 1 juni 2005 (Varkenshouderij. Milieueffectrapportage. M.e.r.-beoordelingsplicht. Dierplaatsen. Capaciteit inrichting.), JM 4 november 2005, nr. 102 (m.nt. S. Pieters) – ABRvS 3 augustus 2005 (Melding. Veranderen inrichting. Besluit. Rechtsbescherming. Assimilatiebelichting. Glastuinbouw.), JM 4 november 2005, nr. 97 (m.nt. J.H.F. Zigenhorn) – ABRvS 17 augustus 2005 (Miskend dat sprake is van een nieuwe installatie in de zin van de IPPC-richtlijn.), Journaal Milieu Agrarische Sector november 2005/nr. 9, nr. 230 – ABRvS 31 augustus 2005 (Stankhinder. Woning die feitelijk dienst heeft gedaan als tweede bedrijfswoning geen stankgevoelig object.), Journaal Milieu Agrarische Sector november 2005/nr. 9, nr. 231 – ABRvS 7 september 2005 (Veehouderij uitsluitend of in hoofdzaak bestemd voor bedrijfsmatig houden van melkrundvee. Veroorzaakte ammoniakemissie staat niet aan vergunningverlening in de weg.), Journaal Milieu Agrarische Sector november 2005/nr. 9, nr. 233 – CBB 19 augustus 2005 (Toelating bestrijdingsmiddel vernietigd vanwege niet toetsen op drinkwater-criterium.), JM 4 november 2005, nr. 111 (m.nt. F.R. van Herwijnen)

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Wet- en regelgeving
Auteurs
ir. S. Bezemer
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/3809

Verder in 2006 nr.1

 Ambtshalve toetsing door Afdeling en uitsluiting van varkensvrije zones ; De Reconstructiewet concentratiegebieden

Op 6 juli 2005 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich uitgesproken over het eerste vastgestelde en goedgekeurde reconstructieplan, het reconstructieplan voo...

 Implementatie van het hervormde Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)

Na een korte bespreking van de hoofdlijnen van het (hervormde) gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zal ik de effecten (op teelten en inkomens) van de hervormingen bespreken. Mede ...

 Vaststelling en herziening van de erfpachtcanon

In artikel 5:85 lid 2 BW is bepaald dat in de akte van vestiging aan de erfpachter de verplichting kan worden opgelegd aan de eigenaar op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstip...