Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2005 nr. 1

Hoofdlijnen van de nieuwe Zaaizaad- en Plantgoedwet

mr. B. Burggraaf

Als er op het gebied van de landbouw één terrein is waarop Nederland van oudsher een toonaangevende rol vervult, dan is het wel op het terrein van de ontwikkeling van plantenrassen en de vermeerdering en verhandeling van teeltmateriaal daarvan. De wettelijke regels voor de bescherming van de belangen van de ontwikkelaars van nieuwe rassen, de ordening van de voor de handel beschikbare plantenrassen en de kwaliteit van het te verhandelen teeltmateriaal zijn opgenomen in de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

Zaaizaad- en Plantgoedwet. Deze wet, die van 1966 dateert, staat met de daarop gebaseerde lagere regelgeving voor een belangrijk deel in het teken van de uitvoering van internationale regelgeving. De regeling van het kwekersrecht, bedoeld voor de bescherming van de kweekarbeid, dat wil zeggen het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe plantenrassen, vindt zijn grondslag in het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, laatstelijk herzien bij Akte van 19 maart 1991 (hierna te noemen: UPOV-Verdrag). De wettelijke regels voor de toelating van plantenrassen tot het handelsverkeer en de hierbij gestelde eisen met betrekking tot de kwaliteit van het verhandelde materiaal strekken ter implementatie van diverse Europese richtlijnen. Hoewel het dus gaat om een terrein waarbij de nationale beleidsruimte betrekkelijk gering is, is er toch alle aanleiding de nationale wetgeving te herzien. De huidige wet is verouderd in opzet en systematiek, bevat een overdaad aan elkaar deels overlappende procedures en is gemeten naar de huidige maatstaven onduidelijk bij de toedeling van bevoegdheden en de verhouding tot het internationale recht. Na een lang en intensief voortraject waarbij bij herhaling inbreng is geleverd door en overleg is gevoerd met uitvoerende instanties, belangenorganisaties en andere departementen, is daarom onlangs een voorstel voor een nieuwe Zaaizaad- en Plantgoedwet bij de Tweede Kamer ingediend.1 In deze bijdrage ga ik eerst in op de hoofdlijnen van dit voorstel, waarna ik zal stilstaan bij het vervolgtraject en enkele vragen die daarbij aan de orde zullen zijn. De omvang van het wetsvoorstel maakt het onmogelijk uitvoerig bij alle onderwerpen stil te staan; ik beperk mij op deze plaats derhalve tot een beknopte selectie van relevante punten.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. B. Burggraaf
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/4164

Verder in 2005 nr.1

 Hoofdlijnen van de nieuwe Zaaizaad- en Plantgoedwet

Als er op het gebied van de landbouw één terrein is waarop Nederland van oudsher een toonaangevende rol vervult, dan is het wel op het terrein van de ontwikkeling van plantenrassen e...

 De ‘Raad voor plantenrassen’, centraal punt in de nieuwe Zaaizaad- en Plantgoedwet

1 Nieuwe Zaaizaad- en Plantgoedwet in aantocht In het kader van de operatie ‘Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit’ (MDW) heeft de overheid de Zaaizaad- en Plantgoedwet (hierna ook: Z...

 Enkele opmerkingen over het kwekersrecht in de nieuwe Zaaizaad- en Plantgoedwet

De Zaaizaad- en Plantgoedwet uit 1966 is aan vervanging toe. Het op 11 juni 2004 onder nummer 29 650 ingediende wetsontwerp1 biedt een “Nieuwe regeling voor het toelaten van rassen, ...