Dooge / Van der Have (TvAR 2005/5256)
[Pachtwet art. 1 lid 1 sub d]
Overeengekomen gebruik van loods voor
de opslag van landbouwproducten en
stalling van werktuigen. Voor de rechtsvoorgangster
van geïntimeerde was destijds
voorzienbaar dat de landbouwproducten
die appellant overeenkomstig de in de overeenkomst
omschreven bestemming in de
loods zou opslaan van zijn landbouwbedrijf
afkomstig zouden zijn en ook dat de door
hem in de loods te stallen werktuigen in dat
bedrijf zouden worden gebruikt en dus dat
die loods dienstbaar
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
zou zijn aan de uitoefening
van de landbouw door appellant. Gelet
daarop was de wil van de rechtsvoorgangster
van geïntimeerde gericht op het ter
uitoefening van de landbouw in gebruik
verstrekken van de loods, zodat sprake is
van een pachtovereenkomst. Daaraan doet
niet af, zoals van de zijde van geïntimeerde
is aangevoerd, dat de loods eerder in
gebruik is geweest bij een loonwerkbedrijf
en dat zijn rechtsvoorgangster beoogde dat
er geen verandering in de wijze van gebruik
van de loods zou komen. Beslissend in dit
verband is dat appellant de loods met toestemming
van de rechtsvoorgangster van
geïntimeerde ten behoeve van zijn landbouwbedrijf
zou gaan gebruiken en van
geen belang is of zij mede een wijziging in
het feitelijk gebruik van de loods beoogde
(opslag van meer of andere landbouwproducten).
Voor de kwalificatie van de
overeenkomst is, in verband met het
dwingendrechtelijke karakter van vele
bepalingen van de Pachtwet, evenmin van
belang of partijen de toepasselijkheid van
de wettelijke regeling van de pachtovereenkomst
hebben gewild.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.