Actualiteiten en signaleringen
Prof. mr. dr. M.M. Roggenkamp en mr. A.C. Paulusma
Rapporten en overige publicaties
Europese Commissie
Nieuw forum voor onderzoek naar
duurzame kernenergie
Op 21 september 2007 is in Brussel het
Sustainable Nuclear Energy Technology
Platform gelanceerd. In dit platform
worden onderzoekers en industrie
samengebracht, met als doel een
nieuwe benadering van het onderzoek
naar kernenergie. Wereldwijd wordt
een verdubbeling van de vraag naar
energie verwacht in de periode 2000-
2050 en kernenergie zal een sleutelrol
blijven spelen in toekomstige energiesystemen
met een lage
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
CO2-uitstoot.
Europa is op dit moment de grootste
producent van kernenergie in de wereld
en eenderde van de elektriciteit komt
uit kerncentrales. Het platform moet
ervoor zorgen dat Europa voorbereid is
op de toekomst en de leidende positie
kan behouden.
Deze research is belangrijk om economische
redenen, maar vooral met het
oog op het minimaliseren van de effecten
voor het milieu en voor de veiligheid.
De nieuwe generatie kerncentrales
zal veiliger, efficiënter en duurzamer
moeten zijn. En er moet een goede
oplossing komen voor de recycling of
opslag van kernafval. Het nieuwe platform
zal de Europese Commissie en de
regeringen adviseren en aanbevelingen
doen met het oog op het bundelen van
de krachten en de budgetten. Zie
www.europa.eu/rapid/.
25 Miljoen euro aan EIB-gelden voor
steun aan projecten voor duurzame
energie in Centraal- en Zuidoost-
Europa
De Europese Investeringsbank (EIB)
gaat 25 miljoen euro investeren in het
Enercap-energiefonds.
Dit fonds wordt uitgevoerd in het
kader van de gestructureerde financieringsvoorziening
van het EIB, een innovatieve
financieringsconstructie dat
het mogelijk maakt voor de bank om
projecten die prioriteit hebben te steunen
door een hoger leningsrisico toe te
staan dan de EIB traditioneel aangaat.
Sinds 2007 heeft de EIB steun aan de
energiebehoeften van Europa een topprioriteit
voor leningen gemaakt. Deze
steun richt zich vooral op de groei van
duurzame energie, energie-efficiëntie,
energiebesparing en spreiding van levering.
Dit past binnen het belangrijke
beleidsdoel van de Europese Unie om
duurzame, concurrerende en veilige
energiebronnen te promoten.
De EIB heeft zichzelf een doel gesteld
van 800 miljoen euro aan jaarlijkse
leningen voor duurzame energieprojecten.
Sinds begin 2006 heeft de EIB al
voor meer dan 6 biljoen euro aan leningen
verleend voor energie-investeringsprojecten
binnen de Europese Unie,
waarvan 456 miljoen euro in 2006 en
901 miljoen euro in 2007 ten bate
waren voor projecten voor duurzame
energie.
Met de 25 miljoen euro die de EIB in
het Enercap-energiefonds gaat investeren
zullen infrastructuurprojecten voor
duurzame energie in Centraal- en
Zuidoost-Europa gesteund worden.
Naar verwachting zal een groot deel
van deze investeringen door het fonds
in Hongarije, Slowakije, Polen, Kroatië
en Tsjechië gedaan worden. Het fonds
zal projecten steunen welke gebaseerd
zijn op het gebruik van volwassen technieken
in de windsector, de biodieselsector
en andere duurzame-energiesectoren,
die beschouwd worden als milieuvriendelijk
en welke bij zullen dragen
aan het terugbrengen van de
uitstoot van broeikasgassen. Naar verwachting
zal het Enercap-energiefonds
een totale grootte van tussen de 100
miljoen en 150 miljoen euro bereiken.
Zie www.europa.eu/rapid/.
DG Comp: Commissie opent Belgische
gasmarkt voor concurrentie
Met een formeel besluit van de Europese
Commissie zijn toezeggingen die
Distrigas heeft gedaan om de Belgische
gasmarkt open te stellen juridisch bindend
verklaard. Door deze beschikking
is Distrigas tot 31 december 2010 juridisch
gebonden aan de verbintenissen
die zij heeft aangeboden. Tegelijk
wordt hiermee ook het onderzoek van
de Commissie gesloten.
Achtergrond is dat de Commissie zich
zorgen maakte dat Distrigas andere leveranciers
kon beletten de Belgische
gasmarkt te betreden, wat een inbreuk
is op de EG-Verdragsregels over misbruik
van een dominante marktpositie
(artikel 82). De Commissie vreesde,
gezien de bijzonder sterke marktpositie
van Distrigas op de betrokken markt,
dat het door de combinatie van de
looptijd van de contracten en de aan
Distrigas gebonden gasvolumes voor
andere aanbieders lastig zou zijn zaken
te doen met Belgische afnemers. Op
grond hiervan zond de Commissie op
10 mei 2006 een mededeling van punten
van bezwaar aan Distrigas.
Om de bezwaren van de Commissie
weg te nemen heeft Distrigas een aantal
toezeggingen gedaan, welke juridisch
verbindend zijn verklaard. Het resultaat
van deze verbintenissen is dat Distrigas
geen excessief percentage van
haar klanten voor meer dan één jaar
vooruit aan zich bindt, terwijl de onderneming
toch zo veel mogelijk flexibiliteit
heeft bij het beheer van haar
contractenportfolio. Distrigas heeft
voorgesteld om geen nieuwe gasleveringsovereenkomsten
met wederverkopers
te sluiten met een duurtijd van
meer dan twee jaar. De maximumlooptijd
van nieuwe contracten met andere
grote afnemers van gas (industriële verbruikers
en stroomproducenten) zou
vijf jaar bedragen, behalve voor nieuwe
gasgestookte centrales. Daarnaast zou
Distrigas ook garanderen dat gemiddeld
70% van het gas waarvoor zij
leveringscontracten met dit soort afnemers
heeft, jaarlijks naar de markt terugkeert
(in beginsel, omdat het contract
afloopt).
Hoewel Distrigas een zekere flexibiliteit
krijgt om dit gemiddelde te halen tijdens
de geldigheidsduur van haar toezeggingen,
moet jaarlijks ten minste
65% van haar totale contractueel gebonden
volumes naar de markt terugkeren.
Deze verbintenissen garanderen
ook dat, zelfs indien het afzetvolume
van Distrigas daalt, zij toch een bepaald
volume gas voor meer dan één jaar
vooruit kan vastleggen. Dit vastgelegde
volume is goed voor zo’n 20% van de
totale verkoop aan deze afnemers.
De rechten van bestaande klanten van
Distrigas met langlopende contracten
zullen niet worden geschaad. Deze Distrigas-
klanten zullen hun contract – ná
een opzeggingstermijn en zonder schadevergoeding
– eenzijdig kunnen opzeggen.
In dat geval gelden deze contracten
voor de toepassing van deze
toezeggingen als kortlopende contracten.
Mocht Distrigas zich niet aan deze
toezeggingen houden, dan kan de
Commissie Distrigas een geldboete opleggen
tot 10% van haar totale omzet,
zonder dat de Commissie hoeft aan te
tonen dat de concurrentieregels van het
EG-Verdrag zijn geschonden. Zie
www.europa.eu/rapid/.
Plan om de invoering van koolstofarme
energietechnologieën te versnellen
Op 22 november 2007 heeft de Europese
Commissie een plan voorgesteld
om de invoering van koolstofarme
energietechnologieën te versnellen. De
Commissie is ervan overtuigd dat Europa
de kostprijs van schone energie
moet verlagen en ervoor moet zorgen
dat de EU-industrie zich in de voorste
gelederen van de snel groeiende koolstofarme-
technologiesector bevindt. Zij
komt daarom met het Europees strategisch
plan voor energietechnologie, een
omvattend plan om te komen tot een
nieuwe Europese agenda inzake energieonderzoek.
Dit plan moet gepaard
gaan met een betere benutting en toename
van de financiële en menselijke
middelen om de ontwikkeling en invoering
van koolstofarme technologieën
in de toekomst te versnellen.
Een Europees strategisch plan voor
energietechnologie is nodig omdat
technologie essentieel is om doelstellingen
met betrekking tot energievoorziening
en klimaatverandering te bereiken.
En de huidige trends en technologieën
zijn ontoereikend om ervoor te
zorgen dat de Europese Unie (en de
rest van de wereld) hun klimaatdoelstellingen
tegen een betaalbare kostprijs
kunnen realiseren. Om de Europese
doelstellingen voor 2020 en 2050 inzake
de uitstoot van broeikasgassen,
hernieuwbare energie en energie-efficiëntie
te halen, zijn niet alleen maatregelen
nodig aangaande energie-efficiëntie,
normen en steunregelingen, maar
moet een prijs worden gekoppeld aan
de uitstoot van koolstof. Ook zullen
nieuwe, efficiëntere technologieën
moeten worden ingevoerd en moeten
de inspanningen inzake onderzoek aanzienlijk
worden opgevoerd. Het energie-
innovatieproces, vanaf het initiële
concept tot de marktpenetratie, kampt
echter met structurele zwakheden. Er
bestaat geen natuurlijke markt voor
deze technologieën en ze zijn niet meteen
winstgevend op korte termijn. Bovendien
zijn de publieke budgetten
voor onderzoek inzake energie in de
EU-lidstaten sinds de jaren 1980 aanzienlijk
teruggeschroefd.
Omdat de huidige instrumenten of samenwerkingsverbanden
tekortschieten
om de technologische uitdagingen
waarmee het energiebeleid van de EU
wordt geconfronteerd te overwinnen,
moet een mentale omslag worden gemaakt.
Anders is het risico groot dat de
doelstellingen niet worden gehaald of
dat de technologie om deze doelstellingen
te realiseren van buiten de EU zal
komen. Er is dus behoefte aan een
langetermijnplan voor energietechnologieontwikkeling.
De nieuwe aanpak
van de Europese Commissie legt
daarom de nadruk op gecoördineerde
planning, een betere benutting van het
potentieel van de Europese ruimte voor
onderzoek en innovatie en van de mogelijkheden
die ontstaan door de in
terne markt. In het plan verbindt de
EU zich ertoe een aantal nieuwe prioritaire
Europese initiatieven op te zetten
voor de ontwikkeling van technologieën
waarvoor een samenwerking op
Europees niveau de grootste meerwaarde
biedt. Het plan houdt allereerst
gezamenlijke strategische planning in
om een betere oriëntatie van de mogelijkheden
en het samenbrengen van
onderzoeker en industrie mogelijk te
maken. Ten tweede wordt voorgesteld
een Europese alliantie voor energieonderzoek
te creëren om een veel nauwere
samenwerking tot stand te brengen tussen
de diverse organisaties die actief
zijn op het gebied van energieonderzoek
en de Europese planning en prognoses
inzake energie-infrastructuur en
-systemen te verbeteren. En ten derde
wordt onderstreept dat er behoefte is
aan extra middelen op dit gebied en zal
de Commissie in 2008 een aantal
ideeën naar voren schuiven voor de
financiering van koolstofarme technologieën.
Zij zal een informatiesysteem
ontwikkelen om een duidelijk beeld te
geven van energietechnologieën in Europa
en in samenwerking met de lidstaten
een proces opzetten voor een gecoördineerde
planning op het gebied
van onderzoek inzake energietechnologie.
In 2009 zal de voortgang worden
geëvalueerd tijdens een Europese energietechnologietop.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.