Tijdschrift voor Agrarisch Recht 1996 nr. 3

De landbouwvrijstelling in de greep van de projektontwikkelaars

Mr. G.T.K. Meussen

Op 1 april 1986 werd de landbouwvrijstelling als bedoeld in artikel 8 onderdeel b Wet op de inkomstenbelasting 1964 ingrijpend gewijzigd; er vond zowel een uitbreiding als een aanzienlijke inperking plaats. De uitbreiding maakt het vanaf die datum mogelijk dat ook intensieve agrarische ondernemingen de vrijstelling deelachtig konden worden. Zo wijst Tuinte er in WFR van 19 februari 1987, nr. 5762 terecht op dat door deze verruiming voortaan rekening gehouden kan worden met de innovatieve

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

ontwikkelingen die in het landbouwbedrijf plaatsvinden. De inperking van de landbouwvrij stelling daarentegen liet de zogenaamde bestem-mingswinsten niet meer onder de landbouwvrij stelling vallen. Let wel: dit is niet onder alle omstandigheden het geval, soms is de landbouwvrij stelling toch weer van toepassing. Ik kom in het vervolg van mijn verhaal hier nog op terug. Overigens ga ik bewust niet in op de overgangsregeling die is opgenomen in artikel 70 Wet op de inkomstenbelasting 1964 en op de vraag wat nu eigenlijk bestemmingswijzigingswinst is. Een dergelijke uit-eenzetting zou het bestek van dit artikel te buiten gaan waarbij deze problematiek overi-gens zijn geheel eigen dynamiek heeft. Maatschappelijk gezien heeft de inperking van de landbouwvrij stelling grote gevolgen. Niet alleen neemt de bebouwing in Nederland al maar toe, maar worden er ook voortdu-rend landbouwgronden aan het agrarische verkeer onttrokken ten behoeve van de woning-bouw. Een bekend fenomeen is de situatie van projektontwikkelaars die op grote schaal gronden opkopen in door de overheid aangewezen VINEX-locaties (zie als voorbeeld de ontwikkelingen rond de voorgenomen uitbreiding van Schiphol!). In de praktijk valt dan ook regelmatig te constateren dat melkveehouderijbedrijven met veelal zeer beperkte re-sultaten soms op een potentiële 'goudmijn' zitten; dat wil zeggen, hun weilanden zijn bij een (toekomstige) woonbestemming vaak vele miljoenen guldens waard. Ik wil hierna in het kort ingaan op de fiscale gevolgen van een en ander.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Mr. G.T.K. Meussen
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/5821

Verder in 1996 nr.3

 Mestproduktierechten en pacht

Bij het schrijven van dit artikel is de Wet Verplaatsing Mestproduktierechten (WVM)1 twee jaar oud. De wet kwam grotendeels in de plaats voor het Verplaatsingsbesluit Mest-stoffenwet....

 Tuinder getackeld

Als het om milieubeleid gaat, zijn de agrarische sector en de landelijke overheid niet el-kaars grootste vrienden. Toch zijn ze door geldstromen en verwezenlijking van beleids-doelste...

 De landbouwvrijstelling in de greep van de projektontwikkelaars

Op 1 april 1986 werd de landbouwvrijstelling als bedoeld in artikel 8 onderdeel b Wet op de inkomstenbelasting 1964 ingrijpend gewijzigd; er vond zowel een uitbreiding als een aanzien...