Toerekening van voordelen bij onteigeningsvergoeding
Mr P.C.E. van Wijmen
Omdat ik onlangs in een ander tijdschrift een bespreking wijdde1' aan de
dissertatie van C. W. Claassen² krijgt het onderstaande wat meer karakter
van een bespiegeling naar aanleiding van dit verdienstelijke boek en dan in
het bijzonder over een van de interessantste vraagstukken die zich in het
onteigeningsrecht voordoen: de toerekening van voordelen op de
werkelijke waarde van het te onteigenen goed.
Voor degenen echter, die Stedebouw en Volkshuisvesting niet onder bereik
hebben - de recensie
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
daarin was bovendien nogal summier -, ga ik eerst in
op het proefschrift als zodanig. De onteigeningsrechtelijke literatuur is niet
rijk. Als ik oudere werken verwaarloos, hebben we momenteel slechts de
beschikking over de kleinere werken van Schenk³ en Telders4 van welke het
laatste overigens niet hoog genoeg kan worden aangeslagen, benevens
natuurlijk de losbladige Kluwer-uitgave5. De inspanningen van Claassen
betekenen dus bepaald een verrijking voor de onteigeningsdoctrine, zeker
omdat hij een belangrijk principe uit het schadevergoedingsrecht uitdiepte en
zulks dan vooral aan de hand van de jurisprudentie van de Hoge Raad. En
het kan niet genoeg worden herhaald: zo men in ons land op zoek zou zijn
naar enig rechtsgebied, waar sprake is van rechtersrecht, dan stuit men
onvermijdelijk op de rechtspraak inzake onteigening. De recente
wetswijziging6 heeft in wezen ook niet veel meer te betekenen dan een
codificatie van een aantal door de Hoge Raad geformuleerde beginselen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.