Tijdschrift voor Agrarisch Recht 1980 nr. 1

MILIEUSCHADE EN HET AGRARISCH BEDRIJF*)

Mr. C. Lambers.

In een krantenbericht van 12 september 1979' valt te lezen dat een West-duits cementbedrijf alle schade aan groenten en landbouwproducten door thalliumvergiftiging in de omgeving van het bedrijf zal vergoeden. Het lijkt een duidelijk bericht. Een fabriek veroorzaakt door uitstoot van giftige stoffen in de lucht schade aan landbouwproducten. Die fabriek is dan ook aansprakelijk en zal vergoeding moeten betalen. Bij verdere lezing van het bericht blijkt echter dat de zaak kennelijk niet zo eenvoudig

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

is: „Het Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken van Noordrijn-Westfalen deelde dinsdag mee, dat de firma zich tot het betalen van schadevergoeding bereid heeft verklaard, zonder zich daartoe nochtans juridisch verplicht te voelen." Er is een duidelijk geval van schade, de oorzaak van de schade lijkt ook niet ver te zoeken, er wordt betaald en toch wordt elke juridische aansprakelijkheid afgewezen. Kennelijk zijn er juridische problemen bij het vergoeden van milieuschade. Landbouwers die van die juridische problemen mee kunnen praten zijn de tuinders in het Westland die nu al vele jaren proberen schadevergoeding te verkrijgen voor de vervuiling van de Rijn door zouten die afkomstig zijn van in de Rijn lozende industrieën. In een samenleving waar economische expansie, met name in de industriële sector, tientallen jaren een normaal verschijnsel is geweest, zou men verwachten dat het juridisch systeem ingesteld was op het opvangen van de nadelige gevolgen van die ontwikkeling. Zeker waar de economische expansie voortdurend plaatsvond in gebieden waar voordien landbouw plaats had zou men verwachten dat de schade aan het agrarisch bedrijf tengevolge van industriële activiteiten geen problemen meer zou opleveren. De twee genoemde voorbeelden laten al zien dat dat niet zo is. Eén van de terreinen waar reeds lange tijd problemen zijn is het onderwerp van dit verhaal: milieuschade bij het agrarisch bedrijf. Ingegaan zal worden op de relatie milieuschade-agrarisch bedrijf en op de verschillende juridische mogelijkheden en onmogelijkheden tot vergoeding van die schade. Allereerst komen aan de orde de mogelijkheden die het privaatrecht biedt door middel van de actie wegens onrechtmatige daad en door middel van arbitrage. Daarna zal aandacht worden besteed aan de publiekrechtelijke mogelijkheden van schadevergoeding. Naast de schade bij het agrarisch bedrijf tengevolge van milieuverontrei-niging moet ook aan het complement daarvan aandacht besteed worden: schade bij het agrarisch bedrijf ten gevolge van eisen van milieubeleid; eisen die dienen ter voorkoming van milieuschade. Het gaat om een vorm van schadevergoeding bij rechtmatige overheidsdaad, die thans in Neder-land met name voor het agrarisch bedrijf van belang is nu in het Parlement een wijziging van de Hinderwet in behandeling is waarbij voorgesteld wordt om een dergelijke schadevergoeding op te nemen. Het primaire onderwerp van dit preadvies is vergoeding van schade aan de landbouw veroorzaakt door industriële milieuverstoring. Een begrip dat in dit verband de laatste jaren steeds meer gebruikt wordt is het begrip milieuschade. Of dommage écologique2 dan wel environmental damage. Het is nodig om van dit begrip een omschrijving te geven, daar anders wel-licht misverstanden kunnen ontstaan, daar noch in enige wet noch in juris-prudentie de term reeds is gebruikt. Onder milieuschade wordt verstaan: - schade aan de kwaliteit van water, bodem en lucht; schade aan dieren en planten afzonderlijk dan wel aan ecosystemen als geheel; schade aan de fysieke omgeving van mensen, veroorzaakt door mensen; - schade aan de gezondheid van de mens en aan zijn bezittingen veroor- zaakt door de aantasting van zijn fysieke omgeving door verontreini- ging, door vormen van hinder of door directe ingrepen in die omgeving tengevolge van menselijk handelen. Uit de gegeven omschrijvingen van het begrip milieuschade valt een aan-tal inperkingen af te leiden: 1) In de eerste plaats moet een onderscheid gemaakt worden tussen ener- zijds schade aan het fysieke milieu zelf, dat wil zeggen verontreiniging van de lucht, teloor gaan van planten en diersoorten en anderzijds schade aan de mens of zijn belangen tengevolge van schade aan het milieu. De directe schade aan het milieu valt onder het eerste deel van de omschrijving, de in directe schade via het milieu aan de mens of zijn goederen onder het tweede deel. 2) Ten tweede valt onder dit begrip milieuschade niet schade tengevolge van bepalingen van milieubeheer. Er is wel eens verwarring als schade ten gevolge van het opleggen van bijvoorbeeld een Hinderwetvergunning wordt aangeduid als milieuschade voor de betrokkene. In een dergelijk ge val gaat het om maatregelen ter voorkoming van milieuschade in het alge meen die aan de betrokkene vermogensschade veroorzaken. 3) Ten derde is een essentiële beperking in de omschrijving dat de schade uiteindelijk moet zijn veroorzaakt door menselijk handelen. Onder milieu schade valt niet schade veroorzaakt door natuurlijke rampen zoals overstromingen en aardbevingen. Dergelijke gebeurtenissen veroorzaken scha-de, maar mogelijke vergoedingen vallen zelden binnen een bestaand juri-disch systeem; er wordt meestal gebruik gemaakt van ad-hoc fondsen. Milieuschade is niet nieuw, ook niet milieuschade aan of milieuschade veroorzaakt door het agrarisch bedrijf. In de late middeleeuwen was er in de steden een voortdurende toestand van verontreiniging. De stedelijke besturen probeerden telkenmale door verordeningen de zaak in de hand te houden en zij kwamen daarbij op twee manieren in conflict met de boeren. Allereerst was er de aanwezigheid van de boeren met hun vee en hun mest-hopen in de bebouwde kom. Het aantal bepalingen over het uit de stad houden of brengen van varkens, koeien of ander schrikwekkend gedierte zijn talrijk.3 Een probleem dat wij heden opnieuw kennen bij de problemen van de intensieve veehouderij en de afstand tot de dorpskern. Het tweede herkenbare probleem is dat de stedelijke besturen de ergst stinkende industrieën de poort wezen en hen buiten de muren op het aan-grenzende platteland plaatsten.4 Het essentiële verschil met problemen rond milieuverontreiniging toen en nu is gelegen in zowel de omvang als de aard van de schade. De graad van industrialisatie in de huidige samenleving is zo hoog geworden dat veront-reiniging en de daarmee samenhangende schade niet meer incidenteel is. Schade aan het agrarisch bedrijf is daardoor ook niet meer een incidenteel verschijnsel. Daarnaast is door de verandering in de aard van de productie-methoden, waaronder de overweldigende ontwikkeling van chemische technieken, de aard van de verontreinigingen en daarmee de aard van de aantastingen veranderd.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Mr. C. Lambers.
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/6542

Verder in 1980 nr.1

 OVERZICHT VAN DE RECHTSPRAAK IN PACHTZAKEN. Het begrip pachtovereenkomst van de Pachtwet 1958 in de rechtspraak

Er doet zich met betrekking tot het gebruik van onze landbouwgrond een verscheidenheid van overeenkomsten tussen eigenaren en derden voor. De wettelijke regeling van een daarvan, de pach...

 MILIEUSCHADE EN HET AGRARISCH BEDRIJF*)

In een krantenbericht van 12 september 1979' valt te lezen dat een West-duits cementbedrijf alle schade aan groenten en landbouwproducten door thalliumvergiftiging in de omgeving van ...