Tijdschrift voor Financieel Recht
2004 nr. 12
Uitspraak klachtencommissie DSI, KCD nr. 04-152
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Klager had met de instelling een adviesrelatie en meende
dat deze hem niet of onvoldoende zou hebben gewezen
op de aan optiehandel verbonden risico's. De Klachtencommissie
nam als uitgangspunt dat in geval van een adviesrelatie
de belegger zelf verantwoordelijk is voor het
beleggingsbeleid. De Klachtencommissie overwoog dat
het beleggingsbeleid in overleg met klager was vastgesteld,
klager over optiehandel in het algemeen uitleg had
gekregen en een optie-overeenkomst had getekend op
basis van ontvangen documentatie. Het was dan volgens
de Klachtencommissie aan klager om, indien hij de transacties
en de uitleg daarover niet begreep, aanvullende
vragen te stellen en aan voorgestelde transacties, indien
hij ze hierna nog steeds niet begreep, zijn instemming te
onthouden. De stelling van klager dat hij blindelings vertrouwde
op de door de instelling gegeven adviezen werd
door de Klachtencommissie gepasseerd: omdat klager
met alle transacties zelf akkoord is gegaan, moet de verantwoordelijkheid
voor die transacties naar het oordeel
van de Klachtencommissie onverkort bij hem worden gelegd.
Indien klager de adviezen niet begreep, had hij
meer vragen moeten stellen en zijn instemming moeten
onthouden. De Klachtencommissie wees de klacht af.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Bijlage(n)
- Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.