De Zeeuw/Dexia Bank en Spaar Select
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
De Zeeuw had, evenals zijn oom J. de Zeeuw die hem
had gemachtigd om terzake een rechtsvordering in te
stellen, met tussenkomst van tussenpersoon Spaar Select
een effectenlease-overeenkomst genaamd 'Allround Effect
Maandbetaling' gesloten met Dexia Bank. Daarnaast
had Dexia Bank voor De Zeeuw een beleggingsrekening
geopend dat diende als depot voor de maandelijkse verplichtingen
uit hoofde van het Allround Effect. Op de rekening
was een bedrag van ƒ 50.000,- gestort (in het
‘Labouchere Global aandelenfonds’)
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
bij het aangaan van de
effectenlease-overeenkomst. Maandelijks werden participaties
van het aandelenfonds verkocht voor een bedrag
gelijk aan de aan Dexia Bank verschuldigde maandtermijn.
De rechtbank verwees de vordering van De Zeeuw
ten aanzien van Dexia Bank met betrekking tot de 'overeenkomsten
die onderwerp van geschil' waren naar de
kantonrechter, omdat de rechtbank van oordeel was dat
het Allround Effect kwalificeerde als een huurkoopovereenkomst
in de zin van 7A:1576h BW. De Zeeuw verweet
Spaar Select onder meer hem onvoldoende en onjuist te
hebben voorgelicht over de aan de geadviseerde beleggingsvorm
verbonden risico's. Spaar Select ontkende dit
onder andere door te verwijzen naar een aan De Zeeuw
overhandigd artikel. De rechtbank overwoog onder andere
dat er in het artikel weliswaar werd gewezen op het
feit dat beleggen financiële risico's met zich meebracht
en dat de kans bestond op een lager dan gemiddeld rendement,
maar mede gelet op de toonzetting van het artikel
zelf kon naar het oordeel van de rechtbank niet geoordeeld
worden dat daarmee sprake was van een
voldoende duidelijke waarschuwing nu niet concreet
werd aangegeven dat dit ook kon betekenen dat De
Zeeuw zijn inleg (deels) kon verliezen. De rechtbank oordeelde
voorts dat in het artikel geheel niet ingegaan werd
op de risico's die waren verbonden aan de depotconstructie,
die naar het oordeel van de rechtbank de risico's
die verband houden met het beleggen van geld aanmerkelijk
vergroten. Spaar Select had volgens de rechtbank
gehandeld in strijd met hetgeen van een behoorlijk handelend
tussenpersoon mocht worden verwacht. In de relatie
tussen Spaar Select en De Zeeuw was naar het oordeel
van de rechtbank niet van belang dat Dexia Bank
kennelijk grote invloed had op de wijze waarop Spaar Select
zich in verband met beleggingsgerelateerde producten
presenteerde. Het lag volgens de rechtbank op de
weg van Spaar Select om er als tussenpersoon zorg voor
te dragen dat, kort gezegd, de gedragsregels van de NR
jegens haar klanten werden nageleefd. De rechtbank passeerde
het verweer van Spaar Select dat De Zeeuw ook
eigen schuld had aan de schade omdat naar het oordeel
van de rechtbank Spaar Select onvoldoende feiten of omstandigheden
had gesteld op grond waarvan kon worden
geoordeeld dat De Zeeuw zich bewust was van het risico
dat hij (nagenoeg) zijn volledige inleg zou verliezen. De
Zeeuw stelde zijn schade en die van zijn oom gelijk aan
het door hen in totaal ingelegde bedrag van ƒ 100.000,- (2
maal ƒ 50.000,-). De rechtbank oordeelde dat Spaar Select
gehouden was de schade te vergoeden die De Zeeuw
mogelijk zou lijden indien na afloop van de periode van
vijf jaar de opbrengst van 'onderhavig beleggingsproduct'
lager was dan het door De Zeeuw ingelegde bedrag.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.