Tijdschrift voor Financieel Recht 2004 nr. 12

De Zeeuw/Dexia Bank en Spaar Select

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

De Zeeuw had, evenals zijn oom J. de Zeeuw die hem had gemachtigd om terzake een rechtsvordering in te stellen, met tussenkomst van tussenpersoon Spaar Select een effectenlease-overeenkomst genaamd 'Allround Effect Maandbetaling' gesloten met Dexia Bank. Daarnaast had Dexia Bank voor De Zeeuw een beleggingsrekening geopend dat diende als depot voor de maandelijkse verplichtingen uit hoofde van het Allround Effect. Op de rekening was een bedrag van ƒ 50.000,- gestort (in het ‘Labouchere Global aandelenfonds’)

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

bij het aangaan van de effectenlease-overeenkomst. Maandelijks werden participaties van het aandelenfonds verkocht voor een bedrag gelijk aan de aan Dexia Bank verschuldigde maandtermijn. De rechtbank verwees de vordering van De Zeeuw ten aanzien van Dexia Bank met betrekking tot de 'overeenkomsten die onderwerp van geschil' waren naar de kantonrechter, omdat de rechtbank van oordeel was dat het Allround Effect kwalificeerde als een huurkoopovereenkomst in de zin van 7A:1576h BW. De Zeeuw verweet Spaar Select onder meer hem onvoldoende en onjuist te hebben voorgelicht over de aan de geadviseerde beleggingsvorm verbonden risico's. Spaar Select ontkende dit onder andere door te verwijzen naar een aan De Zeeuw overhandigd artikel. De rechtbank overwoog onder andere dat er in het artikel weliswaar werd gewezen op het feit dat beleggen financiële risico's met zich meebracht en dat de kans bestond op een lager dan gemiddeld rendement, maar mede gelet op de toonzetting van het artikel zelf kon naar het oordeel van de rechtbank niet geoordeeld worden dat daarmee sprake was van een voldoende duidelijke waarschuwing nu niet concreet werd aangegeven dat dit ook kon betekenen dat De Zeeuw zijn inleg (deels) kon verliezen. De rechtbank oordeelde voorts dat in het artikel geheel niet ingegaan werd op de risico's die waren verbonden aan de depotconstructie, die naar het oordeel van de rechtbank de risico's die verband houden met het beleggen van geld aanmerkelijk vergroten. Spaar Select had volgens de rechtbank gehandeld in strijd met hetgeen van een behoorlijk handelend tussenpersoon mocht worden verwacht. In de relatie tussen Spaar Select en De Zeeuw was naar het oordeel van de rechtbank niet van belang dat Dexia Bank kennelijk grote invloed had op de wijze waarop Spaar Select zich in verband met beleggingsgerelateerde producten presenteerde. Het lag volgens de rechtbank op de weg van Spaar Select om er als tussenpersoon zorg voor te dragen dat, kort gezegd, de gedragsregels van de NR jegens haar klanten werden nageleefd. De rechtbank passeerde het verweer van Spaar Select dat De Zeeuw ook eigen schuld had aan de schade omdat naar het oordeel van de rechtbank Spaar Select onvoldoende feiten of omstandigheden had gesteld op grond waarvan kon worden geoordeeld dat De Zeeuw zich bewust was van het risico dat hij (nagenoeg) zijn volledige inleg zou verliezen. De Zeeuw stelde zijn schade en die van zijn oom gelijk aan het door hen in totaal ingelegde bedrag van ƒ 100.000,- (2 maal ƒ 50.000,-). De rechtbank oordeelde dat Spaar Select gehouden was de schade te vergoeden die De Zeeuw mogelijk zou lijden indien na afloop van de periode van vijf jaar de opbrengst van 'onderhavig beleggingsproduct' lager was dan het door De Zeeuw ingelegde bedrag.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Utrecht
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Effectenlease; tussenpersoon; depotconstructie
Bron
JOR 2004/236
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/703

Verder in 2004 nr.12

 Zorgplicht en aansprakelijkheid van cliëntenremisiers

De zorgplicht en aansprakelijkheid van tussenpersonen en effectenkredietinstellingen staan in het nieuws, niet in de laatste plaats door de vele aandelenlease-producten die in tijden van hoogcon...

 Nota modernisering ondernemings-en vennootschapsrecht; en de toekomst van beschermingsconstructies

Op 7 september 2004 heeft de Minister van Justitie de nota modernisering ondernemings- en vennootschapsrecht (de ‘Nota’) ingediend bij de tweede kamer. Met de Nota beoogt de minister bekendheid ...

 Rondom het nieuws; Nieuw Convenant inzake samenwerking tussen AFM en DNB

Op 15 november 2004 hebben de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank N.V. DNB) een nieuw Convenant ondertekend. Dit Convenant heeft betrekking op samenwerking en ...