De regeling voor bestuursrechtelijke geldschulden in de 4e tranche Awb
mr. drs. I. Sluiter, drs. L.I. van den Broek en mr. M.C. Timmer
Na jarenlange voorbereiding is de inwerkingtreding van de
wetgeving voor de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht
(hierna: Awb) nu echt in zicht. Volgens het
voortgangsoverzicht van het ministerie van Justitie, zoals geraadpleegd
op 8 december 2008, gaat deze wetgeving gelden
per 1 juli 2009.1 De vierde tranche Awb bevat onder meer
een regeling voor bestuursrechtelijke geldschulden in titel
4.4, met in afdeling 5.3.2. ook enkele artikelen die relevant
zijn voor het invorderen van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
verbeurde dwangsommen.2
Deze regeling geldt voor geldschulden aan of van bestuursorganen,
zoals te betalen toezichtkosten of het bedrag van
een bestuurlijke boete, en bepaalt de gevolgen als die schulden
niet tijdig worden ingelost. Voor het bestuursorgaan is
ook geregeld hoe te handelen als het tot invordering wil
overgaan.
Dit artikel beziet de procedure die voor de invordering van
schulden aan het bestuursorgaan moet worden gevolgd, in
het bijzonder voor het invorderen van verbeurde dwangsommen.
3 Daarbij hebben de auteurs de praktijk van De Nederlandsche
Bank NV (hierna: DNB) als toezichthouder, tevens
bestuursorgaan, voor ogen gehad. Voor het invorderen
van verbeurde dwangsommen bevat de vierde tranche een
bijzondere regeling die een nieuwe beschikking, de zogeheten
invorderingsbeschikking, introduceert. Nadere beschouwing
met het oog op toepassing van deze regeling, levert veel
vragen op. Zo is met de invorderingsbeschikking beoogd
bestuursrechtelijke rechtsbescherming te bieden bij geschillen
over het al dan niet verbeurd zijn van dwangsommen,
maar (kosteloze) toegang tot de bestuursrechter lijkt met de
regeling niet gegarandeerd.
Dit artikel gaat ook in op de rechtsbescherming van de bestuurlijke
geldschuldenregeling, die essentiële wijzigingen
oplevert voor de huidige praktijk. Als gevolg van deze rechtsbescherming
zijn meer procedures te verwachten, omdat het
aanvechten van de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden
met de vierde tranche laagdrempeliger wordt. Om
de hoeveelheid aan procedures enigszins te reduceren, is beoogd
te regelen, aanvullend op de nu al bestaande regels van
de Awb, dat in één procedure meerdere beschikkingen kunnen
worden bestreden. Het is echter de vraag of dit ook
afdoende is bepaald in de geldschuldenregeling, zodat niet
zeker is dat deze rechtsbescherming ook in al zijn facetten
standhoudt voor de rechter. Hieronder komt aan de orde de procedure die moet worden
gevolgd voor het invorderen van bestuursrechtelijke geldschulden
aan het bestuursorgaan, waarbij voornamelijk
wordt ingegaan op de invordering van verbeurde dwangsommen
(§2). Voorts worden de mogelijkheden voor het
stuiten van de verjaring van vorderingen (§3) en de rechtsbescherming
(§4) besproken. Daarna volgt een slotbeschouwing
(§5).
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.