Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2010 nr. 1

Verplichte energiebesparende maatregelen aan het gehuurde. Wie is verantwoordelijk?

mr. J.A. de Boer*

Energiebesparing is al tijden een hot topic. Via allerlei campagnes proberen overheden, non-profit organisaties en zelfs commerciële bedrijven de burger ervan te overtuigen dat het wel wat minder, kouder of korter kan. Van vrijblijvendheid is echter allang geen sprake meer. Overheden proberen op steeds ingrijpender wijze energiebesparing af te dwingen. Een goed voorbeeld daarvan is het (aanstaande) algehele verbod op gloeilampen. Beroemd en berucht is ook de poging van de gemeente Amsterdam om een groot

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

aantal supermarkten te dwingen tot het nemen van energiebesparende maatregelen, waaronder het afdekken van de koel- en vriesmeubelen.1 Deze bevoegdheid, die het afdwingen van energiebesparende maatregelen in ondernemingen mogelijk maakt, is thans neergelegd in art. 2.15 van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en vormt de aanleiding voor dit artikel. De verplichting om dergelijke maatregelen te nemen kan, zoals hierna uitgebreider aan de orde zal komen, betekenen dat een ondernemer- huurder (kostbare) veranderingen aan de gehuurde zaak moet aanbrengen. De huurder is op grond van de door hem gesloten huurovereenkomst echter niet altijd bevoegd om de vereiste veranderingen aan het gehuurde aan te brengen. De vraag is in dat geval of het bestuur genoemde veranderingen desalniettemin ten koste van de huurder kan afdwingen. Als dat het geval is, komt de huurder voor een probleem te staan. Om te voldoen aan zijn bestuursrechtelijke verplichting, moet hij maatregelen treffen waartoe hij niet bevoegd is. Als de verhuurder daaraan niet wil meewerken, dan zal hij medewerking moeten afdwingen. De vraag is of, en zo ja op welke wijze, deze medewerking kan worden afgedwongen. Als de verhuurder uiteindelijk medewerking verleent, dan speelt de vraag hoe de kosten van de veranderingen moeten worden verdeeld. Op voornoemde vragen wordt in dit artikel achtereenvolgens ingegaan. Eerst komt aan de orde de vraag of het bestuur energiebesparende maatregelen aan het gehuurde, waartoe de huurder niet bevoegd is, ten koste van de huurder kan afdwingen. Daartoe zal de reikwijdte van art. 2.15 Activiteitenbesluit en het geldende handhavingsrecht zoals dat is neergelegd in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden besproken. Blijken zal, dat het antwoord op deze vraag bevestigend luidt. Daarna zal worden behandeld de vraag hoe medewerking van de verhuurder door de huurder kan worden afgedwongen, en hoe de kosten moeten worden verdeeld. Deze laatste twee vragen zullen worden behandeld aan de hand van hetgeen de wet hieromtrent regelt, en aan de hand van de ROZ-modellen winkelruimte 2008 en kantoorruimte 2003, die op veel punten afwijken van de wet. Het gaat hier overigens niet om een louter theoretische verhandeling. Navraag bij de Amsterdamse Dienst Milieu en Bouwtoezicht leert dat in deze gemeente jaarlijks zo’n zes à zevenhonderd bedrijven te maken krijgen met het voldoen aan verplichtingen uit art. 2.15 Activiteitenbesluit. Het komt voor dat deze bedrijven in eerste instantie wijzen naar de verhuurder als degene die de maatregelen zou moeten treffen. Ook wijs ik er in dit verband op dat Infomil (een instantie die overheden adviseert over milieurechtelijke problematiek) hieraan een paragraaf wijdt in het Informatieblad Gebouwen2, en op een onderzoek van onderzoeks- en adviesorganisatie C.E. Delft. Uit interviews die in het kader van dit onderzoek zijn afgenomen, blijkt dat bedrijven klagen over het feit dat zij gevraagd worden om maatregelen te treffen aan het gebouw terwijl zij geen eigenaar van het pand zijn.3

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. J.A. de Boer*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/8404

Verder in 2010 nr.1

 Voorwoord

Het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte heeft de jurisprudentierubriek vernieuwd. Zoals u gewend bent, worden vier uitspraken uitvoerig becommentarieerd. Naast deze vertrouwde uitgebreide j...

 Het hoe en waarom van omzethuur en waarom wetswijziging nodig is

Omzethuur is een onderwerp dat in relatief korte tijd een behoorlijke aandacht heeft gekregen.1 Tien jaar geleden was omzethuur een zeldzame huurvariant, die hooguit voor bijzondere objecten zoa...

 Verplichte energiebesparende maatregelen aan het gehuurde. Wie is verantwoordelijk?

Energiebesparing is al tijden een hot topic. Via allerlei campagnes proberen overheden, non-profit organisaties en zelfs commerciële bedrijven de burger ervan te overtuigen dat het we...

 Fiscale aspecten van het ROZ-model

In deze korte bijdrage zal worden nagegaan of de fiscale bepalingen van het ROZ-model aanpassing behoeven, mede naar aanleiding van het besluit van de Staatssecretaris van Financiën v...

 Kroniek Gebreken

In deze kroniek zal de belangrijkste jurisprudentie met betrekking tot de gebrekenregeling (art. 7:204 t/m 210 BW) besproken worden, die verschenen is sedert de laatste Kroniek Gebreken in dit t...

 Jurisprudentieoverzicht

Hoge Raad Hoge Raad 9 oktober 2009, RvdW 2009, 1169, LJN BJ1243 (volmacht) Verhuurder en huurder verschillen van mening over de vraag of partijen bij het aangaan van de huurovereenkomst een ge...

 Actualiteiten

Wet- en regelgeving Eerste Kamer Kamerstukken 31 560, www.tweedekamer.nl: Initiatiefwetsvoorstel – Ten Hoopen, Slob en Van der Burg.Wet kraken en leegstand naar Eerste Kamer: Het initiatiefvoor...