Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2010 nr. 2

Concurrentie tussen pijpleidingen: spookverhaal of werkelijkheid?

mr. J.F.M. Beukenkamp*

De Duitse toezichthouder op de energiemarkten (‘de Bundesnetzagentur’)1 heeft op 23 september en 21 oktober 2008 vastgesteld dat drie van de tien in Duits­land opererende landelijk netbeheerders potentieel dan wel daadwerkelijk zogenoemde pijpleidingconcurrentie ondervinden (van elkaar) en dat daarom de transport­tarieven van deze netbeheerder niet meer op basis van kosten dienen te worden vastgesteld, maar op basis van een tarievenbenchmark.2 Daarnaast heeft ook de Nederlandse landelijk netbeheerder GTS aangegeven voldoende daadwerkelijke en/of potentiële pijpleiding­concurrentie te ondervinden,

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

zodat wat haar betreft kostengeoriënteerde tariefregulering niet noodzakelijk is. Concurrentie tussen pijpleidingen of netwerken is een relatief onbekend fenomeen. De Europese energieregel­geving is ook niet bijzonder duidelijk over dit fenomeen en ook de regeringen van de lidstaten vinden het moeilijk om deze complexe materie te bevatten, laat staan er over te beslissen. Hoewel pijpleidingconcurrentie moeilijke materie is, is het tevens een zeer interessant onderwerp dat onze aandacht verdient. Dit artikel zal daarom nader ingaan op het begrip pijpleidingconcurrentie waarbij het uiteenzet in hoeverre concurrentie tussen pijpleidingen voor kan komen in (sommige delen van) de EG. Kortom, is pijpleidingconcurrentie een spookverhaal of werke­lijkheid? 1. Inleiding Er is sprake van concurrentie tussen pijpleidingen (ofwel: pijpleidingconcurrentie) indien de netwerken van twee of meer landelijke netbeheerders (hierna: LNB’s) concurreren. In het geval dat bijvoorbeeld een afnemer in Italië Noors gas wenst af te nemen heeft de leverancier van dat gas in begin­sel verschillende routes tot zijn beschikking om dit te ver­voeren. Als gevolg hiervan kan de LNB die eigenaar is van één van deze routes concurrentie ondervinden van de LNB’s die de andere mogelijke routes in eigendom hebben. Pijplei­dingconcurrentie moet dus onderscheiden worden van con­currentie op de commodity-markt van gas. Dit betreft im­mers concurrentie tussen gasleveranciers. De Europese wetgever heeft door het vaststellen van Richt­lijn 2003/55/EG en Verordening (EG) 1775/2005 gemeen­schappelijke regels vastgesteld ter bevordering van een in­terne gasmarkt. In deze regelgeving komt voor het eerst het begrip concurrentie tussen pijpleidingen voor.3 In vervolg op deze (tweede) generatie energieregelgeving heeft de Com­missie in september 2007 het zogenoemde ‘Derde Pakket’ geïntroduceerd. In dit Derde Pakket, dat op 13 juli is vast­gesteld en op 3 maart 2011 inwerking zal treden, is voor de gas- en elektriciteitsmarkt nieuwe regelgeving vastgesteld. Dit artikel zal om die reden gebruikmaken van de ‘nieuwe’ Richtlijn 2009/73/EG (hierna: de Gasrichtlijn)4 en Verorde­ning EG/715/2009 (hierna: de Gasverordening)5. Uitgangs­punt van deze regelgeving is de verplichting voor lidstaten om door middel van regulering de zogenaamde derdentoe­gang tot gasnetten te waarborgen en non-discriminatoire ta­rieven vast te stellen. De Gasverordening introduceert hier­toe de mogelijkheid om in voorkomende gevallen bij het vaststellen van tarieven een zogenoemde bechmarking van tarieven in acht te nemen.6 De overwegingen van de Gasver­ordening noemen concurrentie tussen pijpleidingen expliciet als een situatie waarin een tarievenbenchmark aan de orde zou kunnen zijn.7 Benchmarking van tarieven kan zeer interessant zijn voor sommige LNB’s omdat hiermee hogere tarieven gegene­reerd kunnen worden dan op basis van kostenoriëntatie. Bo­vendien zou een tarievenbenchmark mogelijk minder be­moeienissen van een nationale toezichthouder met zich mee brengen. Vanuit deze gedachte hebben de Duitse LNB’s en GTS zich op het standpunt gesteld dat zij voldoende daadwerkelij­ke danwel potentiële pijpleidingconcurrentie ervaren.8 De Commissie is echter niet in staat geweest om het onderwerp pijpleidingconcurrentie genoegzaam te definiëren of een me­thode te creëren waarmee pijpleidingconcurrentie is vast te stellen. Als gevolg hiervan zagen de Duitse en de Neder­landse toezichthouder zich genoodzaakt om zich een me­ning te vormen over dit onderwerp. Echter een meerderheid van de Europese overheden, toezichthouders en diverse cri­tici zien de markt van het landelijke gastransport als een na­tuurlijk monopolie en derhalve concurrentie tussen pijplei­dingen als een illusie. Deze tegengestelde standpunten maken concurrentie tussen pijpleidingen een interessant onderwerp. Er zijn echter wei­nig rapporten, onderzoeken of academische literatuur be­schikbaar die zich (adequaat) uitlaten over dit onderwerp, wat enigszins vreemd is gezien de belangen die er mee ge­moeid zijn en de hoog oplopende debatten die het kan ople­veren tussen overheden en sommige LNB’s.9 Dit artikel tracht een bijdrage te leveren aan de lopende dis­cussie door een gemeenschappelijke basis te formuleren wat betreft de methodologie voor het vaststellen van concurren­tie tussen pijpleidingen. Hiertoe zal dit artikel allereerst in­gaan op de Europese regelgeving waarin de mogelijkheid van pijpleidingconcurrentie wordt onderkend. Vervolgens zal worden ingegaan op de vraag óf en hoe pijpleidingcon­currentie bestaat en door middel van welke methode dit kan worden vastgesteld. Deze methode zal worden toegepast op de Europese gastransportmarkt waarna tevens de in Duits­land gehanteerde methode om pijpleidingconcurrentie vast te stellen kort zal worden besproken.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. J.F.M. Beukenkamp*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/8699

Verder in 2010 nr.2

 Voorwoord

In deze aflevering van het NTE draait het om de netten.

 Concurrentie tussen pijpleidingen: spookverhaal of werkelijkheid?

De Duitse toezichthouder op de energiemarkten (‘de Bundesnetzagentur’)1 heeft op 23 september en 21 oktober 2008 vastgesteld dat drie van de tien in Duits­land opererende landelijk netbeheerders po...

 Eigendom en registratie van netwerken: Overgangswet in werking getreden

Na meer dan drie jaar na invoering van de wet die de eigendom van nieuwe en bestaande netten regelt,1 is het, met de invoering van de Overgangswet2, op 27 mei 2010, nu ook daadwerkelijk mogelijk ge...

 Verslag bijeenkomst NeVER. COP 15 ‘Climate Change Conference Copenhagen and beyond’. Voordrachten S. Kaasjager & L. Massai, 8 februari 2010

Voor de eerste bijeenkomst in het nieuwe jaar kwam de NeVER op 8 februari 2010 bijeen in de Zurichtoren van de NMa. Voor deze bijeenkomst stond de klimaatcon­ferentie welke in december van het vori...

 Actualiteiten en signaleringen

Rapporten en overige publicaties In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energie­rech...