Tijdschrift voor Financieel Recht 2004 nr. 6

anoniem/Spaar Select

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Via bemiddeling door tussenpersoon Spaar Select hadden eisers een aandelenlease-overeenkomst met Bank Labouchere gesloten met een looptijd van twintig jaar. Daarnaast hadden eisers een depotovereenkomst met Bank Labouchere gesloten. Onder de depotovereenkomst zou een bedrag op een beleggingsrekening worden gestort, dit bedrag zou worden omgezet in participaties in een beleggingsfonds en vervolgens zouden de maandtermijnen onder de aandelenlease-overeenkomst worden voldaan door maandelijkse verkoop van een bepaald aantal participaties. Uitgangspunt voor de Rechtbank was dat tussen Spaar

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

Select en eisers een overeenkomst van opdracht bestond, op grond waarvan Spaar Select bij haar werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer als bedoeld in art. 7:401 BW in acht diende te nemen. De Rechtbank maakte een onderscheid tussen de depotovereenkomst en de aandelenlease-overeenkomst. Van een veroordeling tot schadevergoeding in samenhang met de aandelenlease-overeenkomst kon volgens de Rechtbank geen sprake zijn, omdat die overeenkomst nog gold en nog een looptijd heeft van meer dan vijftien jaar. Zelfs bij benadering kon volgens de Rechtbank niet worden vastgesteld of er uiteindelijk schade zal zijn, laat staan hoeveel. Ten aanzien van de depotovereenkomst lag de situatie anders. Omdat het depot inmiddels leeg was, was er ten aanzien van het depot wel een eindsituatie ontstaan, zodat de Rechtbank het daar wel mogelijk achtte vast te stellen of er schade was geleden en zo ja, wie daarvoor aansprakelijk is. De depotconstructie ter financiering van de verplichtingen onder de aandelenleaseovereenkomst was volgens de Rechtbank een risicovol en ingewikkeld product, op grond waarvan Spaar Select eisers op de omvang van de risico's diende te wijzen. De in de procedure overgelegde stukken die aan eisers ter hand waren gesteld, te weten een aanvraagformulier en de aandelenlease- overeenkomst, gaven volgens de Rechtbank onvoldoende inzicht in de werking van het depot en de risico's van de constructie. Dit bracht de Rechtbank tot de conclusie dat Spaar Select jegens eisers toerekenbaar tekort was gekomen en daarom in beginsel aansprakelijk was voor de schade die eisers daardoor hadden geleden. Voor het bepalen van de omvang van de schade nam de Rechtbank als uitgangspunt het bedrag dat door eisers in het depot was gestort. Niet dat gehele bedrag werd echter door de Rechtbank als schade aangemerkt, nu uit het depot maandtermijnen waren voldaan die, als het depot er niet zou zijn geweest, uit andere middelen hadden moeten worden voldaan. Als schade had naar het oordeel van de Rechtbank dus te gelden het verschil tussen het gestorte bedrag en het uit het depot voldane bedrag aan rente en aflossingen. Om het depot te kunnen volstorten hadden eisers een hypotheek afgesloten, zij het niet bij Bank Labouchere. De Rechtbank oordeelde dat de hypotheek weliswaar noodzakelijk was voor het depot, maar niet voor de aandelenlease-overeenkomst. De kosten die met de hypotheek gepaard gingen (kosten hypotheekakte en de fiscaal niet-aftrekbare rente over de hypothecaire lening) vloeiden derhalve voort uit de tekortkoming betreffende de depotovereenkomst, aldus de Rechtbank. De voldoening van de verplichting van eisers om maandtermijnen onder de aandelenlease-overeenkomst te voldoen, betrof volgens de Rechtbank verbintenissen uit de aandelenlease- overeenkomst en die verplichting wordt door de tekortkoming betreffende de depotovereenkomst niet geraakt. Een deel van de schade liet de Rechtbank voor rekening van eisers op basis van eigen schuld als bedoeld in art. 6:101 BW. De Rechtbank vond namelijk dat eisers ten onrechte hadden nagelaten om de precieze werking van het depot na te vragen. Temeer omdat de tekst van het aanvraagformulier geen heldere uitleg over de werking van het depot gaf, had dit volgens de Rechtbank voor eisers juist aanleiding moeten zijn tot het stellen van vragen daarover. Eisers hebben dat niet gedaan en door dat na te laten achtte de Rechtbank het in beginsel juist dat eisers de helft van de schade zelf zouden dragen. Op deze verdeling bracht de Rechtbank een correctie aan: gelet op het verschil in deskundigheid tussen Spaar Select en eisers kwam de Rechtbank tot het eindoordeel dat Spaar Select 75% van de schade diende te dragen en eisers 25%.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Roermond
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
rol tussenpersoon bij aandelenlease; scheiding depotovereenkomst en aandelenlease-overeenkomst
Bron
zaaknummer: 54231/HA ZA 03-142
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/929

Verder in 2004 nr.6

 Capacity vraagstukken bij derivatentransacties

In deze bijdrage staat centraal de vraag naar de bevoegdheid (‘capacity’) van Nederlandse rechtspersonen en personenvennootschappen tot het aangaan van derivatentransacties. Ook de bijzondere po...

 Fiscale jurisprudentie bank- en effectenrecht: Toerekening van vermogensbestanddelen aan internationale bijkantoren

In het onderstaande komen drie recente fiscale uitspraken over de toerekening van vermogensbestanddelen (aandelen, swaps en eigen vermogen) aan internationale bijkantoren aan de orde. Van eminen...

 Rondom het nieuws; Het jaarverslag 2003 van de AFM

De bestuurders van de AFM kijken vriendelijk de camera in. De foto die op pagina 10 van het jaarverslag 2003 van de AFM is afgedrukt, toont daarnaast ook vastberadenheid in de houding van de AFM...