anoniem/Spaar Select
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Via bemiddeling door tussenpersoon Spaar Select hadden
eisers een aandelenlease-overeenkomst met Bank Labouchere
gesloten met een looptijd van twintig jaar. Daarnaast
hadden eisers een depotovereenkomst met Bank Labouchere
gesloten. Onder de depotovereenkomst zou een
bedrag op een beleggingsrekening worden gestort, dit bedrag
zou worden omgezet in participaties in een beleggingsfonds
en vervolgens zouden de maandtermijnen onder
de aandelenlease-overeenkomst worden voldaan door
maandelijkse verkoop van een bepaald aantal participaties.
Uitgangspunt voor de Rechtbank was dat tussen
Spaar
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Select en eisers een overeenkomst van opdracht
bestond, op grond waarvan Spaar Select bij haar werkzaamheden
de zorg van een goed opdrachtnemer als bedoeld
in art. 7:401 BW in acht diende te nemen. De Rechtbank
maakte een onderscheid tussen de
depotovereenkomst en de aandelenlease-overeenkomst.
Van een veroordeling tot schadevergoeding in samenhang
met de aandelenlease-overeenkomst kon volgens de
Rechtbank geen sprake zijn, omdat die overeenkomst nog
gold en nog een looptijd heeft van meer dan vijftien jaar.
Zelfs bij benadering kon volgens de Rechtbank niet worden
vastgesteld of er uiteindelijk schade zal zijn, laat staan
hoeveel. Ten aanzien van de depotovereenkomst lag de situatie
anders. Omdat het depot inmiddels leeg was, was
er ten aanzien van het depot wel een eindsituatie ontstaan,
zodat de Rechtbank het daar wel mogelijk achtte
vast te stellen of er schade was geleden en zo ja, wie
daarvoor aansprakelijk is. De depotconstructie ter financiering
van de verplichtingen onder de aandelenleaseovereenkomst
was volgens de Rechtbank een risicovol en
ingewikkeld product, op grond waarvan Spaar Select eisers
op de omvang van de risico's diende te wijzen. De in
de procedure overgelegde stukken die aan eisers ter hand
waren gesteld, te weten een aanvraagformulier en de aandelenlease-
overeenkomst, gaven volgens de Rechtbank
onvoldoende inzicht in de werking van het depot en de risico's
van de constructie. Dit bracht de Rechtbank tot de
conclusie dat Spaar Select jegens eisers toerekenbaar tekort
was gekomen en daarom in beginsel aansprakelijk
was voor de schade die eisers daardoor hadden geleden.
Voor het bepalen van de omvang van de schade nam de
Rechtbank als uitgangspunt het bedrag dat door eisers in
het depot was gestort. Niet dat gehele bedrag werd echter
door de Rechtbank als schade aangemerkt, nu uit het depot
maandtermijnen waren voldaan die, als het depot er
niet zou zijn geweest, uit andere middelen hadden moeten
worden voldaan. Als schade had naar het oordeel van
de Rechtbank dus te gelden het verschil tussen het gestorte
bedrag en het uit het depot voldane bedrag aan rente
en aflossingen. Om het depot te kunnen volstorten hadden
eisers een hypotheek afgesloten, zij het niet bij Bank
Labouchere. De Rechtbank oordeelde dat de hypotheek
weliswaar noodzakelijk was voor het depot, maar niet
voor de aandelenlease-overeenkomst. De kosten die met
de hypotheek gepaard gingen (kosten hypotheekakte en
de fiscaal niet-aftrekbare rente over de hypothecaire lening)
vloeiden derhalve voort uit de tekortkoming betreffende
de depotovereenkomst, aldus de Rechtbank. De
voldoening van de verplichting van eisers om maandtermijnen
onder de aandelenlease-overeenkomst te voldoen,
betrof volgens de Rechtbank verbintenissen uit de aandelenlease-
overeenkomst en die verplichting wordt door de
tekortkoming betreffende de depotovereenkomst niet geraakt.
Een deel van de schade liet de Rechtbank voor rekening
van eisers op basis van eigen schuld als bedoeld in
art. 6:101 BW. De Rechtbank vond namelijk dat eisers ten
onrechte hadden nagelaten om de precieze werking van
het depot na te vragen. Temeer omdat de tekst van het
aanvraagformulier geen heldere uitleg over de werking
van het depot gaf, had dit volgens de Rechtbank voor eisers
juist aanleiding moeten zijn tot het stellen van vragen
daarover. Eisers hebben dat niet gedaan en door dat na te
laten achtte de Rechtbank het in beginsel juist dat eisers
de helft van de schade zelf zouden dragen. Op deze verdeling
bracht de Rechtbank een correctie aan: gelet op het
verschil in deskundigheid tussen Spaar Select en eisers
kwam de Rechtbank tot het eindoordeel dat Spaar Select
75% van de schade diende te dragen en eisers 25%.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.