Tijdschrift voor Financieel Recht 2004 nr. 6

Uitspraak Commissie van Toezicht Federatie van Financiele planners

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Klagers hadden verweerder gevraagd hen te adviseren omtrent de financiering van een nieuwe woning. Verweerder heeft die opdracht aanvaard en had in zijn advies mede enkele beleggingsvoorstellen gedaan, waaronder ook ten aanzien van effectenleasecontracten. Klagers hebben deze voorstellen integraal geaccepteerd. Over het effectenleaseproduct had verweerder wel voorlichtingsbrochures aan klagers gegeven, maar uit zichzelf had verweerder geen informatie gegeven over de risico's van het effectenleaseproduct, terwijl klagers verweerder niet hadden gevraagd om voorlichting over de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

risico's. De Commissie overwoog dat de aard van die contractuele relatie meebracht dat de door klagers ingeschakelde FFP-planner hen zou adviseren, aangezien klagers ervoor hadden gekozen om hun financiering niet rechtstreeks met een hypotheekbank te regelen, maar advies wilden van een FFP-planner. Dat bracht de verplichting met zich mee om klagers te wijzen op de risico's die zij aangingen door het advies van verweerder op te volgen. Het enkele feit van adviseren over de betreffende effectenleaseproducten leidde volgens de Commissie niet tot een tekortkoming. De tekortkoming zat in het nalaten van het geven van duidelijk advies, voorlichting en waarschuwingen omtrent de risico's. Die risico's waren dat er een aanzienlijke kans was dat klagers hun inleg kwijt konden raken en een restschuld konden overhouden. Voorlichten is een eigen verantwoordelijkheid van de FFP-planner, die zich er niet achter kan verschuilen dat het product wordt uitgegeven door een gerenommeerde marktpartij, zo vond de Commissie. Verder mag de FFP-planner niet klakkeloos aannemen dat die marktpartij zelf voor goede voorlichting zorgt naar de klant. De Commissie overwoog voorts dat klagers uit het gebruik in de overeenkomsten van termen als ‘hoofdsom’, ‘leasesom’, ‘te betalen rente’ en ‘restant hoofdsom’ de aard van de transactie hadden moeten begrijpen. Klagers hadden volgens de Commissie op zijn minst zelf moeten beseffen welk risico zij liepen, dan toch in ieder geval daarover specifieke vragen moeten stellen, hetgeen zij hebben nagelaten. Daardoor stond volgens de Commissie vast dat het in overwegende mate aan de eigen schuld van klagers was te wijten dat zij in de huidige situatie verzeild zijn geraakt en mogelijk schade zullen lijden aan het eind van de looptijd van de overeenkomsten. Aangezien de contracten nog geruime tijd lopen en bovendien verlengd kunnen worden is naar het oordeel van de Commissie onvoldoende komen vast te staan dat klagers schade lijden. Ten slotte overwoog de Commissie dat het causaal verband tussen eventuele schade en de tekortkoming van verweerder onvoldoende vast is komen te staan. Voor het aannemen van een causaal verband zou vast moeten staan dat klagers de contracten niet zouden hebben gesloten als verweerder wel had gewaarschuwd voor de risico's, hetgeen niet vast is komen te staan en volgens de Commissie ook niet aannemelijk was. De Commissie legde verweerder een berisping op en een boete van 7 2.500,-.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Commissie van Toezicht Federatie van Financiële planners
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
zorgplicht, wijzen op risico's
Bron
JOR 2004, 108
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/932

Verder in 2004 nr.6

 Capacity vraagstukken bij derivatentransacties

In deze bijdrage staat centraal de vraag naar de bevoegdheid (‘capacity’) van Nederlandse rechtspersonen en personenvennootschappen tot het aangaan van derivatentransacties. Ook de bijzondere po...

 Fiscale jurisprudentie bank- en effectenrecht: Toerekening van vermogensbestanddelen aan internationale bijkantoren

In het onderstaande komen drie recente fiscale uitspraken over de toerekening van vermogensbestanddelen (aandelen, swaps en eigen vermogen) aan internationale bijkantoren aan de orde. Van eminen...

 Rondom het nieuws; Het jaarverslag 2003 van de AFM

De bestuurders van de AFM kijken vriendelijk de camera in. De foto die op pagina 10 van het jaarverslag 2003 van de AFM is afgedrukt, toont daarnaast ook vastberadenheid in de houding van de AFM...