De leegstandverordening: eigenaren van leegstaandvastgoed opgelet
mr. S. J. van Leeuwen MRE*
Sinds 1 oktober 2010 hebben gemeenten de mogelijkheid om gebruik te maken van een nieuw instrumentarium ter bestrijding van leegstand. Door vaststelling van een ‘leegstandverordening’ kunnen gemeenten jegens vastgoedeigenaren regels toepassen ter zake van het verplicht melden van leegstand, het voeren van overleg tussen de gemeenten en eigenaren van leegstaand vastgoed en het voordragen van gebruikers.1 Indien een gemeente overgaat tot het vaststellen van een leegstandverordening kan dat verstrekkende gevolgen hebben voor een eigenaar van (deels)
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
leegstaand vastgoed. In dit artikel wordt daarom nader op dit nieuwe instrumentarium ingegaan en worden enkele belangrijke gevolgen en aandachtspunten voor de eigenaren besproken. Hierbij wordt tevens de Amsterdamse Leegstandverordening 2011 (hierna: de Leegstandverordening Amsterdam), zoals die per 1 juli 2011 in de gemeente Amsterdam in werking is getreden, besproken.2
Inleiding
De leegstand van kantoren, winkels en overige bedrijfsruimte is een serieus maatschappelijk probleem. Ruimte blijft onbenut, de leefbaarheid in gebieden met veel leegstand staat onder druk en de kans op kraken neemt toe. Eind 2010 stond er circa 6,5 miljoen m² kantoorruimte fysiek leeg (13,9% van de voorraad) en was er naar schatting daarnaast nog sprake van circa 2 miljoen m² verborgen leegstand (onbenutte werkplaatsen). De bedrijfsruimtemarkt toont dezelfde ontwikkeling. Het aanbod steeg in 2010 met 6,8% en kwam uit op 9,3 miljoen m² bedrijfsruimte.3 Voorts stond er begin 2011 zo’n 1,7 miljoen m² winkelruimte leeg.4 Amsterdam vormt hierop geen uitzondering. Ongeveer 17% van de kantoren staat leeg hetgeen neerkomt op meer dan 1 miljoen vierkante meter. In sommige gebieden binnen de gemeente is de leegstand zelfs opgelopen tot zo’n 60%.
De weerstand tegen deze onbenutte ruimte groeit en er wordt hard gezocht naar oplossingen. Ook de wetgever is van mening dat leegstand van commercieel vastgoed moet worden tegengegaan en heeft daartoe een aanzet gegeven door invoering van de Wet kraken en leegstand, welke wet op 1 oktober 2010 in werking is getreden. Naast het bestrijden van kraken heeft de wet tot doel om leegstand van vastgoed terug te dringen.5 Hiertoe is de Leegstandwet aangepast waardoor deze wet nu de basis legt voor een gemeentelijk juridisch instrumentarium – de leegstandverordening – ter bestrijding van leegstand van gebouwen (niet-woningen).
Indien een gemeente overgaat tot invoering van een leegstandverordening, kan dat verstrekkende gevolgen hebben voor de eigenaar van (deels) leegstaand vastgoed. Onder bepaalde omstandigheden is de eigenaar verplicht over te gaan tot melding van de leegstand, dient hij in overleg te treden over de leegstand, kan de eigenaar worden verplicht tot het doen van investeringen en kan het gemeentebestuur zelfs gebruikers voordragen aan wie door de eigenaar een overeenkomst tot ingebruikname van het gebouw moet worden aangeboden. Een eigenaar van leegstaand vastgoed, waarop een leegstandverordening van toepassing is, dient dus serieus rekening te houden met de nieuwe wettelijke bevoegdheden van de gemeente. Hij is hierbij, zo wordt hieronder nader uitgewerkt, gebaat bij een proactieve houding. Hierdoor beschermt hij zijn positie en kan hij zoveel mogelijk voorkomen dat er op voor hem ongewenste wijze wordt ingegrepen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.