Tijdschrift voor Financieel Recht 2011 nr. 11

Toetsing van de rechtmatig­heid van opzegging van krediet door een bank

mr. D.A. Viëtor*

Het arrest van het Hof Arnhem van 18 mei 20031 heeft in de literatuur2 en de lagere rechtspraak3 veel bijval gekregen daar waar het betreft de criteria die moeten worden toege­past indien de rechtmatigheid van de opzegging van krediet door een bank moet worden beoordeeld. In dat arrest over­woog het Hof Arnhem dat de vraag of de opzegging in een concreet geval het beoogde rechtsgevolg heeft, moet wor­den beantwoord aan de hand van de redelijkheid

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

en billijk­heid in verband met de omstandigheden van het geval, met dien verstande dat ook indien uit de aard van een specifie­ke overeenkomst zou volgen dat zij in beginsel zonder meer opzegbaar is, de eisen van redelijkheid en billijkheid in ver­band met de concrete omstandigheden van het geval kun­nen meebrengen dat opzegging slechts tot een rechtsgeldige beëindiging van de overeenkomst leidt indien een voldoen­de zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Verder overwoog het hof dat voor een bank geldt dat zij uit hoof­de van de maatschappelijke functie van banken een bijzon­dere zorgplicht heeft, zowel jegens haar cliënten uit hoofde van de met hen bestaande contractuele verhouding, als ten opzichte van derden met wier belangen zij rekening behoort te houden op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, waarbij de reikwijd­te van die zorgplicht afhangt van de omstandigheden van het geval. Het hof concludeerde dat het voorstaande voor een kredietopzegging impliceert dat deze ten minste zal moeten voldoen aan eisen van subsidiariteit en proportionaliteit.4 De laatste jaren hebben verschillende schrijvers evenwel kritiek op dat arrest geuit.5 Sinds 2008 zijn ook vier nieuwe hof arresten gewezen. Tijd om de (tussen)stand op te maken ten aanzien van de vraag wat de rechtsgrond is voor toetsing van de rechtmatigheid van opzegging van een krediet door een bank.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. D.A. Viëtor*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/9483

Verder in 2011 nr.11

 Het belang van een goede overgang

De laatste maanden van het jaar brengen altijd verrassingen met zich mee. Niet alleen rond 5 december. Het is ieder jaar weer de vraag of aangekondigde wijzigingen in wet- en regelgeving wel of nie...

 Europese civiele rechtsruimte en conservatoir bankbeslag (deel II)

5. Tenuitvoerlegging van een EAPO: inleiding In het eerste deel van dit artikel ben ik ingegaan op de procedure voor het verkrijgen van een EAPO. In dit tweede deel zal ik aandacht besteden aan de...

 Toetsing van de rechtmatig­heid van opzegging van krediet door een bank

Het arrest van het Hof Arnhem van 18 mei 20031 heeft in de literatuur2 en de lagere rechtspraak3 veel bijval gekregen daar waar het betreft de criteria die moeten worden toege­past in...

 Nieuws

In deze rubriek worden ontwikkelingen op het terrein van het effectenrecht en ander financieel recht gesig­naleerd die betrekking hebben op de periode van eind september tot eind oktober 2011.

 Rondom het nieuws. Solvency II, een tussenstand

Op 7 oktober 2011 is de consultatie van de Wet op het finan­cieel toezicht ter implementatie van de richtlijn Solvency II afgesloten.1 Daarmee ligt de implementatie van Solven­cy II i...