Wet Bibob en huur bedrijfsruimten
mr. R.A. IJsendijk en mr. K.M. Verdurmen*
De Wet Bibob1 biedt de mogelijkheid om vergunningen te weigeren of in te trekken als er ‘ernstig gevaar’ bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of om geld wit te wassen. Dit ernstig gevaar wordt ingeschat aan de hand van (onder meer) een antecedentenonderzoek. Bijzonder aan de Wet Bibob is dat ook criminele antecedenten van derden kunnen worden betrokken op de aanvrager of houder van een vergunning. Dit is onder
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
andere mogelijk indien er een ‘zakelijk samenwerkingsverband’ bestaat tussen de aanvrager/ vergunninghouder en deze derde.
Op 20 juli 20112 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak gedaan in een zaak waarin (mede) bepalend was het antwoord op de vraag of de huurrelatie kan worden gekwalificeerd als een ‘zakelijk samenwerkingsverband’ in de hiervoor bedoelde zin. De Afdeling beantwoordde die vraag bevestigend. De vraag was van belang omdat de vergunninghouder zelf in casu niets (strafrechtelijks) te verwijten viel. De verhuurders, zo werd aangenomen, hadden zich wel schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare feiten. Op grond van het door de Raad van State aangenomen zakelijk samenwerkingsverband met de verhuurder, is deze huurder/vergunninghouder toch zijn vergunningen kwijtgeraakt.
Dit oordeel van de Raad van State heeft ons aanleiding gegeven de invloed van de Wet Bibob op huurrelaties nader te beschouwen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.