Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte

2011 nr. 6

Redactie

Hoofdredactie

mr. K.M. Verdurmen

Redactie

mr. N. Amiel
mr. B.N. Cammelbeeck
mr. A. de Fouw
prof. mr. A.W. Jongbloed
mr. S. van der Kamp
mr. K. Keij
mr. I.C.K. Mol
mr. J.R.M. Nelen
mr. M. van Schie
M. Sloot

Vaste medewerkers

mr. V.G.F. Boumans
mr. J. le Clercq
mr. K.J.M. Corten
mr. M. Davelaar
mr. I. Hofhuis
mr. L. Kruitwagen
mr. C. Otte
mr. A.A.L. Oving
mr. M. Schröer
B. Ziermans MSc. MRICS

Redactiesecretaris(sen)

mr. A. de Fouw

 

Artikel

Wet Bibob en huur bedrijfs­ruimten

mr. R.A. IJsendijk en mr. K.M. Verdurmen*

De Wet Bibob1 biedt de mogelijkheid om vergunningen te weigeren of in te trekken als er ‘ernstig gevaar’ bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of om geld wit te wassen. Dit ernstig gevaar wordt ingeschat aan de hand van (onder meer) een antecedenten­onderzoek. Bijzonder aan de Wet Bibob is dat ook crimi­nele antecedenten van derden kunnen worden betrokken op de aanvrager of houder van een vergunning. Dit is onder andere mogelijk indien er een ‘zakelijk samenwerkings­verband’ bestaat tussen de aanvrager/ vergunninghouder en deze derde. Op 20 ... abonneren of dit artikel kopen.

Tendens in de toekenning van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtings...

mw. mr. M. van Schoonhoven-Sloot*

Uit art. 7:297 BW volgt dat de huurder van een 290-be­drijfsruimte aanspraak kan maken op een tegemoetkoming in zijn verhuis- en inrichtingskosten wanneer de verhuurder de huurovereenkomst opzegt en de huurovereenkomst ver­volgens wordt beëindigd door de rechter. Dit wetsartikel is in 2009 aanleiding geweest voor het artikel ‘De verhuis- en inrichtingskosten van art. 7:297 BW’.1 Het artikel heeft tot doel gehad aanknopingspunten te bieden voor de wijze van begroting en het bepalen van de omvang van deze tegemoet­koming, aan de hand van wetsgeschiedenis, jurisprudentie en literatuur. Het ond... abonneren of dit artikel kopen.

Wijzigingen door de huurder ex art. 7:215 BW

mr. G.I. Beij en mr. Th.C.Visser*

De huurder zal gedurende de huurovereenkomst vaak zelf het gehuurde willen aanpassen om het beter geschikt te ma­ken voor de bedrijfsvoering. Deze wijzigingen kan de huur­der in beginsel niet zonder toestemming van de verhuurder realiseren. Art. 7:215 BW regelt wanneer de huurder veran­deringen en toevoegingen aan het gehuurde kan aanbrengen. Hieronder wordt besproken wat de reikwijdte van dit arti­kel is. abonneren of dit artikel kopen.

Wetsvoorstel ter verbetering van de huurbescherming ingeval van renovatie. Ee...

mr. G.I. Beij en mr. Th.C.Visser*

Op 28 september 2011 hebben de fracties van de SP, PvdA, GroenLinks en CDA een initiatief-wetsvoorstel1 ingediend voor het wijzigen van twee artikelen over renovatie. Het be­treft wijzigingen om (1) een vaste bijdrage voor de ver­huis- en inrichtingskosten op te nemen voor huurders van 290-bedrijfsruimte bij renovatie en (2) het beperken van de mogelijkheid van de verhuurder om te kunnen opzeggen vanwege een renovatie. Deze wijzigingen worden hieronder besproken. abonneren of dit artikel kopen.

Huurprijzen bedrijfsruimte en wettelijke handelsrente

prof. mr. C.A. Adriaansens*

Art. 6:119a BW; achtergrond en inhoud Op 8 augustus 2002 is art. 6:119a BW in werking getre­den. Met dit artikel werd, naast de ‘gewone’ wettelijke ren­te, de wettelijke handelsrente geïntroduceerd. De introduc­tie van deze bepaling vloeide rechtsreeks voort uit Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad, d.d. 29 juni 2000. Deze richtlijn wil betalingsachterstanden bij han­delstransacties bestrijden – met name ter bescherming van het midden- en kleinbedrijf. Dat gebeurt door aan die beta­lingsachterstanden een hoge wettelijke rente te verbinden, te weten de rente-interestvo... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

Jurisprudentiebespreking (TvHB 2011/21,22,23,24)

prof.mr. A.W. Jongbloed en mr. N. Eeken

Samenvatting Tussen appellant (huurder A) en geïntimeerden 1 en 2 (ver­huurders) bestond een huurovereenkomst met betrekking tot winkelruimte. Per 1 oktober 2008 is appellant uit het ge­huurde vertrokken (volgens huurder A in verband met een renovatie; volgens verhuurder omdat de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd); daarna heeft res­taurant De Zakkendrager, geïntimeerde 3, als opvolgend huurder het gehuurde betrokken. In dit kort geding vor­dert huurder A terbeschikkingstelling van de gehuurde ruim­te. De vraag is: gaat het oudste h... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentieoverzicht

mw. mr. P.K. Oosterling – van der Maarel*

Jurisprudentieoverzicht betreffende voor de verhuur van bedrijfsruimte relevante uitspraken gepubliceerd – of aan de redactie ter hand gesteld – in de periode 23 september 2011 tot en met 10 oktober 2011. abonneren of dit artikel kopen.

Overig

Voorwoord

Marry de Gaay Fortman

Blijkbaar kan strafrechtelijk handelen van de verhuurder bewerkstelligen dat de huurder zijn vergunning verliest. Deze situatie wordt in het artikel van mr. R.A. IJsendijk en mr. K.M. Verdurmen besproken. De Wet Bibob biedt de mogelijkheid om vergunningen te weigeren of in te trekken als er ernstig gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of om geld wit te wassen. Dit ernstig gevaar wordt ingeschat aan de hand van onder andere een antecedentenonderzoek. Hierbij kunnen ook de criminele antecedenten van derden worden betrokken indien deze derde een za... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS