Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming Straf- en bestuursrechtelijke handhaving van financieel-economisch recht 2012 nr. 2

Is Nederland minder corrupt dan de Verenigde Staten, Duitsland of andere OESO-lidstaten?

Joost Wiebenga*

Is Nederland minder corrupt dan de Verenigde Staten (VS), Duitsland, of andere OESO-lidstaten1? Ieder jaar publiceert de wereldwijde, niet-gouvernementele organisatie Transparency International (TI) de Corruption Perception Index (CPI).2 De CPI brengt in kaart de mate waarin in 180 naties corruptie onder ambtenaren en politici wordt ervaren. Het gaat dus niet om harde cijfers, maar om de ervaringen en waarnemingen van landenexperts en zakenlieden. Zij geven hun mening, niet alleen over hun eigen land, maar ook

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

over andere landen. Nederland scoort ieder jaar hoog in het ‘linker rijtje’ van minst corrupte landen en moest in 2010 alleen de Scandinavische landen, Singapore, Canada, Australië en Nieuw Zeeland boven zich dulden. In de CPI staan landen als Somalië, Myanmar, Irak en Oezbekistan helemaal onderaan als de ‘meest corrupte’ landen. Hoewel de CPI zeer bruikbaar is voor bedrijven en regeringen om risico- inschattingen te maken, ontbreekt ieder academisch fundament en creëert het ongewild een stigma dat alle inwoners van die arme landen corrupt zijn en de perceptie dat de rijke landen hiervan gevrijwaard zijn.3 Op basis van de perceptie van respondenten die merendeels westers zijn, geeft de CPI een indicatie waar het al dan niet (hoogst) waarschijnlijk is dat er steekpenningen moeten worden betaald om iets gedaan te krijgen of niet te laten plaatsvinden (‘vraagkant’). De andere kant van de medaille is dat diegenen die de steekpenningen betalen (‘aanbodkant’4) wel degelijk uit het ‘rijke Noorden’ kunnen komen, zeker wanneer het grote, grensoverschrijdende projecten en transacties betreft. Om deze dimensie in kaart te brengen geeft TI eens in de twee jaar de Bribe Payers Index (‘BPI’) uit.5 Dit is een index die de 22 grote exportlanden rangschikt op de waarschijnlijkheid dat bedrijven uit die landen steekpenningen betalen in het buitenland. Op de meest recente, in 2011 gepubliceerde BPI, staat Nederland fier bovenaan als het land waar die waarschijnlijkheid van corruptie het kleinst zou zijn, vóór onder meer Zwitserland, België en Duitsland. De opkomende BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) sluiten de rij en lijken in grote mate en veelal zonder schroom alles te doen wat, althans naar westerse wettelijke, morele en/ of ethische maatstaven, ten strengste verboden is. De minder kritische burger of politicus in Nederland zou hier gemakkelijk uit kunnen afleiden dat noch de Nederlandse ambtenaren noch de Nederlandse bedrijven corrupt zijn. Dit alles gevoed door het vele goede nieuws en de juichende krantenkoppen. Maar hoe verhouden Nederland’s verheugende CPIen BPI-rangschikkingen zich tot de recente onderzoeksresultaten van KPMG, PricewaterhouseCoopers (PwC) en Ernst & Young (E&Y)? Uit internationaal onderzoek van KPMG6 in 2011 onder ruim 200 bestuurders van internationaal opererende ondernemingen, waaronder ook Nederlandse multinationals, blijkt dat meer dan 70% vindt dat er nu eenmaal plekken in de wereld zijn waar men geen zaken kan doen zonder zich in te laten met omkoping en corruptie. Blijkbaar vormt een lokale cultuur waarin omkoping en corruptie gangbaar zijn voor veel bedrijven onvoldoende reden om in deze landen geen zaken te doen. Bedrijven die actief zijn in deze vermeend corrupte landen, zijn zich over het algemeen bewust van de risico’s die zij lopen. Zo geeft 60% van de respondenten aanzich zorgen te maken over ongeoorloofde contante betalingen in deze landen. PWC presenteert soortgelijke conclusies naar aanleiding van een symposium over corruptie in Den Haag in oktober 2010. Nederlandse bedrijven zijn erg actief in opkomende markten waar volgens de CPI corruptie meer voorkomt dan in geïndustrialiseerde landen. Er is volgens PWC geen enkele reden om aan te nemen dat Nederland minder betrokken zou zijn bij corruptiepraktijken dan andere landen. Weliswaar lijken Nederlandse bedrijven zich meer en meer bewust te worden van het risico van corruptie, maar ondernemen zij nog niet allemaal adequate acties om de corruptierisico’s te minimaliseren. Daarbij moet worden gedacht aan een helder anti-corruptiebeleid, een grondig due diligence proces ten aanzien van distributeurs, agenten, leveranciers en andere zakenpartners, geïntegreerd in een bedrijfscultuur die dit van hoog tot laag ondersteunt. Volgens de European Fraud Survey 2011, opgesteld door E&Y op basis van interviews met 2300 medewerkers van grote bedrijven in 25 landen, komt in het Nederlandse bedrijfsleven het ‘smeren’ van klanten om opdrachten binnen te halen steeds vaker voor. Ruim een kwart van de Nederlandse correspondenten zei ‘te geloven’ dat omkoping in of vanuit Nederland plaatsvindt en 7% heeft aanwijzingen dat dit ook in de eigen bedrijfssector plaatsvindt. Dit is overigens lager dan het Europese gemiddelde van 28%, met Griekenland (44%) en Rusland (39%) als uitschieters. Een derde van de ondernemers vindt dat ‘smeren en fêteren’ geoorloofd is om orders binnen te halen. Zorgelijk is dat, volgens de E&Y survey, de perceptie van 46% van de Nederlandse managers is dat hun personeel integriteitstrainingen heeft gevolgd, terwijl slechts 9% van de ondervraagde werknemers bij diezelfde bedrijven dat bevestigt. Volgens het E&Y-onderzoek neemt het onethisch gedrag in het Nederlandse bedrijfsleven toe.7

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
Joost Wiebenga*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvSO/9813

Verder in 2012 nr.2

 Redactioneel

Verscherpt toezicht op gebrekkig toezicht; een amalgaam van strafrecht, bestuursrecht en civiel recht Compliance is hot. Toezicht is hot. Dit blad is dus hot. Dat heeft de uitgever bij de uitwerk...

 De strafbeschikking: naar nieuwe grenzen van buitengerechtelijke afdoening binnen het strafrecht

1. I nleiding Met de inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening per 1 februari 2008 heeft de strafbeschikking zijn intrede in de strafrechtelijke handhaving gedaan.1 Nu vier jaar later heeft de g...

 Weer in omloop: toezicht en handhaving bij recirculatie van eurobankbiljetten

6a.1 Op grond van art. 6a Bankwet 1998 heeft De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) de bevoegdheid om de naleving te handhaven van art. 6 lid 1 Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van ma...

 Van de FATF tot het OM: de huidige stand van zaken op het gebied van de witwasbestrijding in Nederland

1. I nleiding ‘Paarlberg schuldig bevonden aan witwassen.’1 ‘Witwassen neemt af.’2 ‘Aanpak van witwassen in Nederland onvoldoende.’ 3 ‘Banken besteden minder aandacht aan maatregelen tegen witw...

 Is Nederland minder corrupt dan de Verenigde Staten, Duitsland of andere OESO-lidstaten?

Is Nederland minder corrupt dan de Verenigde Staten (VS), Duitsland, of andere OESO-lidstaten1? Ieder jaar publiceert de wereldwijde, niet-gouvernementele organisatie Transparency Int...

 Actualiteiten

Deze rubriek wordt verzorgd door mr. E.Z. Perez en mr. R.E. van Zijl. Jurisprudentie Rb. Zwolle 26 maart 2012, LJN BW0088