Compliance Actualia
Accountantskamer berispt accountant DSB
Stefan Haagen, 28 november 2012 18:13
Deze samenvatting behandelt niet alle klachtonderdelen tegen de accountant die verantwoordelijk was voor de controle van jaarrekening 2008 van DSB, maar zal enkele belangrijke onderdelen kort toelichten. De AFM heeft een groot aantal verwijten aan haar klacht ten grondslag gelegd die niet allen doel treffen.
De Accountantskamer lijkt met name zwaar aan te rekenen dat de accountant geen toereikende controle-informatie heeft verkregen met betrekking tot het proces kredietverstrekking en de juistheid en volledigheid van de balanspost kredieten. Deze balanspost bedroeg volgens de jaarrekening 6,8 miljard en maakte 86,6% van het balanstotaal uit. Ook stelt de Accountantskamer vast dat de vastlegging van de controle-informatie waarop de accountant heeft gesteund uiterst gebrekkig is. Beoordelingen van werkzaamheden en bevindingen van de IAD hebben niet plaatsgevonden of zijn gebrekkig vastgelegd, aldus de Accountantskamer. Dit alles geeft naar het oordeel van de Accountantskamer blijk van een onvoldoende professioneel-kritische instelling en een controle die met onvoldoende diepgang is uitgevoerd. Een klachtonderdeel van de AFM dat door de Accountantskamer niet gegrond is bevonden, betreft een verwijt ten aanzien van de beoordeling van de continuïteitsveronderstelling. De Accountantskamer oordeelt dat uit COS 570 niet volgt dat bij de evaluatie van de continuïteitsveronderstelling andere informatie, dan die neergelegd in interne stukken van DSB, moest worden betrokken en dat er mede gelet hierop geen grond is om te oordelen dat een evaluatie in het zogenoemde going concern memo niet met de vereiste professioneel-kritische instelling of diepgang is uitgevoerd. Ook blijft buiten beschouwing of bij de jaarrekening een goedkeurende verklaring afgegeven had mogen worden.
De Accountantskamer concludeert dat de maatregel van een berisping passend en geboden is. Daarbij heeft de Accountantskamer in aanmerking genomen dat het hier gaat om de controle van de jaarrekening van een organisatie van openbaar belang en dat een substantieel aantal verzuimen zich heeft voorgedaan bij de controle van de balanspost kredieten van deze bank. De Accountantskamer heeft de klacht van de AFM tegen de accountant van DSB op een aantal belangrijke onderdelen gegrond verklaard en een berisping opgelegd. Op andere onderdelen is de klacht niet gegrond. Hieronder volgt een beknopte samenvatting.