Hof Den Haag: NMa mag informatie kartel opvragen bij derde partij

Wynand Brants, 19 juni 2013 12:05 Het gerechtshof Den Haag heeft op 23 april jl. in een hoger beroep ingesteld door de Staat der Nederlanden, namens de NMa, het vonnis van de voorzieningenrechter van 5 oktober jl.(LJN: CA3041) vernietigd.Difotrust maakt op verzoek van ondernemingen forensische analyses waarin wordt onderzocht of de opdrachtgever mededingingsovertredingen heeft begaan. Bij een inval van de NMa bij onderneming X wordt een dergelijke analyse aangetroffen. Vervolgens heeft de NMa Difotrust verzocht haar een lijst met ondernemingen te overhandigen waarvoor Difotrust mededingingsrechtelijke onderzoeken heeft uitgevoerd in de afgelopen vijf jaar. Daarnaast vordert de NMa van Difotrust dat zij gegevens die betrekking hebben op deze onderzoeken tot nader order ter beschikking houdt. De voorzieningenrechter beslist dat de NMa niet bij Difotrust om de lijst had mogen vragen. Wel verplicht de voorzieningenrechter Difotrust om de relevante gegevens gedurende drie maanden te bewaren. Het Hof vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter. Het Hof vindt dat er geen sprake is van een willekeurig handelen van de NMa door Difotrust te verzoeken de lijst te overhandigen. Het Hof stelt dat er geen algemene regel uit de wet volgt, dat alleen bij een derde informatie kan worden opgevraagd indien die informatie zich niet meer bij de potentiële overtreder zelf bevindt. Wel kan dit gegeven van belang zijn bij de vraag of de NMa evenredig heeft gehandeld. Dat is volgens het Hof in casu het geval. Het Hof gebiedt Difotrust voorts de relevante gegevens ten behoeve van het onderzoek nog zes maanden na haar uitspraak te bewaren. Het gerechtshof Den Haag heeft op 23 april jl arrest gewezen in de Difotrust-zaak(LJN: CA3041). Het Hof concludeert dat de NMa informatie over kartelinbreuken mag vragen aan een derde partij, zonder eerst de verdachte onderneming zelf te benaderen.