Wetsvoorstel ontslagrecht

Maaike van Viegen, 10 september 2013 15:56 Met dit wetsontwerp, welk voorstel voortvloeit uit het sociaal akkoord dat kabinet en sociale partners in april dit jaar sloten, wil het kabinet het ontslagrecht vereenvoudigen en eenduidiger maken, de rechtspositie van flexwerkers versterken en het recht op WW beperken. Alle werknemers, ook flexwerkers, krijgen bij beëindiging van een dienstverband van tenminste 2 jaar een ‘transitievergoeding’, waarmee ze bijvoorbeeld scholing voor ander werk kunnen betalen. Voorts wordt de wettelijke maximale duur van de WW tussen 2016 en 2019 teruggebracht van 38 maanden naar 2 jaar. Daarnaast moet er met dit wetsvoorstel een einde komen aan de tweedeling in het ontslagrecht. Nu kunnen werkgevers immers kiezen: toestemming aan het UWV vragen om de werknemer te ontslaan of de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden. In het laatste geval krijgt een werknemer meestal een vergoeding mee. Het nieuwe wetsvoorstel bepaalt dat het UWV beslist over ontslag wegens bedrijfseconomische redenen of langdurige ziekte, terwijl alle andere, meer persoonlijke ontslagredenen, aan de kantonrechter worden voorgelegd. De minister is voorts van mening dat er te grote verschillen zijn ontstaan tussen flexwerkers en werknemers met een vast dienstverband. In het voorstel is bijvoorbeeld opgenomen dat werknemers met opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd al na 2 jaar aanspraak kunnen maken op een contract voor onbepaalde tijd, in plaats van na 3 jaar, zoals dat nu is. Het wetsontwerp is thans met akkoord van het kabinet voor advies naar de Raad van State gestuurd en is derhalve nog niet openbaar. De wens van de minister is om de verbeteringen voor flexwerkers vanaf 1 januari 2015 in te voeren en de veranderingen in ontslagrecht en WW vanaf 1 januari 2016 in te laten gaan. “wet Werk en Zekerheid is door de ministerraad, nu naar Raad v State”, twitterde minister Asscher optimistisch op 1 september jl..