Klimop en Noord-Holland Acht: de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke afdoening van vastgoed- en bouwfraude
mr. dr. R. Stijnen*
In deze bijdrage worden de vastgoedfraudezaak Klimop
en bouwfraudezaak Noord-Holland Acht vergeleken. De
auteur gaat in op de vergelijkingen die zijn te maken
tussen de criminele organisaties die zich bezig hielden
met winstafroming bij projecten van Bouwfonds en
Philips Pensioenfonds en acht ondernemingen die grote
infrastructurele werken in en rondom de regio Haarlemmermeer
hadden verdeeld en derde-ondernemingen
die in het kader van een concrete aanbesteding in beeld
kwamen, zo veel mogelijk hadden afgekocht. Voorts
vergelijkt de
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
auteur de wijze waarop de strafrechter en
de bestuursrechter deze zaken afdoen. Opvallend in deze
zaken is dat de bestuursrechter veel meer oog heeft voor
het gelijkheidsbeginsel bij de toetsing van de boetehoogte
dan de strafrechter bij de straftoemeting. Voorts gaan de
straf- en de bestuursrechter vanwege de complexiteit van
de vastgoedfraude en mededingingszaken uit van een
langere redelijke termijn dan in andere zaken.
Inleiding
Als rond de eeuwwisseling de bankrekening van Willemsen
Minderman uitpuilt en er weer een opmerkelijke factuur binnenkomt
van een makelaar die bemiddeld zegt te hebben in
het Coolsingelproject, weten ze genoeg. ‘Dit geld blijft niet
bij ons.’ Ze proberen hun werk zo goed mogelijk te doen.
Maar het duo begint zich zo langzamerhand te realiseren dat
Van Vlijmen in werkelijkheid niet geïnteresseerd is in wat
ze doen en of ze het goed doen. Over de gebouwen zegt Van
Vlijmen altijd: ‘Die gaan we timmeren.’ Maar echt nodig
voor zijn masterplan is het helemaal niet dat de plannen ook
werkelijkheid worden, beseffen Willemsen en Minderman
begin 2000. Ook als een plan niet wordt gerealiseerd, kan
flink wat geld weglekken bij opdrachtgevers. Willemsen en
Minderman denken dat Van Vlijmen onderontwikkelaars als
hen gebruikt om miljoenen te stallen die hij later weer kan
(laten) ophalen.1
Zeshonderd rechercheurs en dertig officieren van justitie deden
in de zaak met de codenaam Klimop2 in november 2007
op ruim vijftig adressen in Nederland invallen.3 Het gaat om
een zeer omvangrijke zaak. In totaal zijn aan deze zaak door
de rechtbank meer dan 80 zittingsdagen gewijd.4 In deze zaken
passeren diverse tussen juni 1999 en juni 2005 gepleegde
commune misdrijven de revue waaronder deelname aan
een of twee criminele organisaties, waarvan de ene was gericht
op de plundering van Bouwfonds en de andere op de
oplichting van Philips Pensioenfonds en de omkoping van
zijn directeuren. Nadat de Rechtbank Haarlem eind 2009
een aantal vonnissen had gewezen in deze zaak,5 zijn nadien
de zaken van nog vijftien verdachten – onder wie natuurlijke
en rechtspersonen – behandeld.6 Op 27 januari 2012 is daarin
uitspraak gedaan.7 De hoogste straf die in de Klimop-zaak
aan twee van de vele verdachten is opgelegd bedraagt vier
jaar. Het hoger beroep in deze zaken loopt nog.
Een in het oog springende bouwfraudezaak vormt de aanbesteding
van infrastructurele werken in en rondom de regio
Haarlemmermeer, waaronder de luchthaven Schiphol.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft geoordeeld
dat acht ondernemingen – die wel de Noord-Holland
Acht worden genoemd – hier een kartel hebben gevormd,
gericht op het beperken van de mededinging in (de uitvoering
van) de aanbesteding door Rijkswaterstaat, Schiphol, de
provincie Noord-Holland en de gemeente Haarlemmermeer
van vijftien infrastructurele werken in de periode 1 januari
1998 tot eind oktober 2000. NMa heeft in die zaken boetes
opgelegd oplopend tot uiteindelijk bijna € 10 mln. aan een
van de bouwbedrijven. De procedures in die zaken zijn nog
niet allemaal afgerond, want het College van Beroep voor
het bedrijfsleven heeft in hoger beroep onlangs twee tussenuitspraken
gedaan, waardoor NMa een nieuwe beslissing
omtrent de boetehoogte moest nemen.8 Het College heeft in
de zaak Noord-Holland Acht (tot nu toe) overigens maar één
zittingsdag(deel) nodig gehad. Niettemin heeft de voorbereiding
van deze en diverse andere bouwfraudezaken de nodige
capaciteit gevergd van het College, hetgeen wellicht ook tot
uitdrukking is gekomen in langere doorlooptijden in andere
zaken die voorliggen bij het College.
De redactie van dit blad heeft mij gevraagd een bijdrage
te leveren aan deze vastgoedspecial, met de suggestie
een vergelijking te trekken tussen de strafrechtelijke afdoening
van de vastgoedfraude en de bestuursrechtelijke afdoening
van de bouwfraude. Met deze bijdrage voldoe ik aan
dit verzoek. Ik zal daartoe de zaken Klimop en Noord-Holland
Acht onder de loep nemen. Omdat ook in andere vastgoed-
en bouwfraudezaken interessante vergelijkingen zijn
te trekken, zal ik waar nodig de loep iets verbreden. Niettemin
zal ik mij primair richten op deze twee zaken nu daarin
zowel feitelijk als juridisch genoeg ingrediënten voorkomen
om tot een aardige vergelijking te komen tussen de klassieke
strafrechtelijke afdoening9 en de bestuurlijke boete. Ik zal
beginnen met het globale verloop in beide zaken en het oordeel
van de rechter. Bij de Klimop-zaak zal ik in dit verband
ook iets zeggen over de leesbaarheid van de strafvonnissen.
Daarna zal ik inzoomen op enkele opvallende feitelijke en
juridische opvallende aspecten die hier spelen en vergelijk
ik de beoordeling door de straf- en de bestuursrechter. Daarbij
ga ik achtereenvolgens in op de criminele organisaties in
de Klimop-zaak en de kartelvorming in de Noord-Holland
Acht-zaak, de straftoemeting in deze zaken en de toetsing
aan de redelijke termijn door de rechter.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.