Rente en huurprijswijzigingwinkelruimte
mr. J. Nijsten*
De vraag of rente verschuldigd is, kan zich in het kader van een huurprijswijziging op basis van art. 7:303 BW van een bedrijfsruimte ex art. 7:290 BW, verder te noemen winkelruimte, voordoen indien de huurprijs is verhoogd maar ook als deze is verlaagd. In het eerste geval zal de verhuurder graag zien dat hij gecompenseerd wordt omdat hij het verschil tussen de feitelijk betaalde huurprijs en de naderhand vastgestelde huurprijs gedurende een bepaalde periode niet
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
heeft ontvangen. In het tweede geval zal de huurder gecompenseerd willen worden voor het feit dat hij, naar achteraf blijkt, over een bepaalde periode een bedrag onverschuldigd heeft betaald.
Naar aanleiding van een artikel van prof. C. Adriaansens in TvHB 2011, nr. 6, p. 339 en 340, over ‘Huurprijzen bedrijfsruimte en wettelijke handelsrente’ heb ik mij in dit onderwerp verdiept. Ik ben het namelijk niet eens met de stelling van Adriaansens dat art. 6:119a BW van toepassing is in geval van te veel betaalde huurpenningen bij een neerwaartse huurprijsaanpassing ex art. 7:303 BW.
Bij deze verdieping kwam ik tot een verrassende conclusie: bij een huurprijsverhoging ex art. 7:303 BW is de huurder naar mijn mening ook geen wettelijke handelsrente verschuldigd over de achterstallige huurbedragen vanaf de respectieve vervaldata waarop deze achterstallige bedragen opeisbaar werden.
Hierna zal ik eerst de soorten renten met relevante aspecten bespreken. Daarna komt rente bij een huurprijsverhoging aan de orde. Rente na huurprijsverlaging met een conclusie sluiten het geheel.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.