Tijdschrift voor Staatssteun Staatssteun, markt & overheid en openbare diensten 2013 nr. 1

Wet NErpe: stilte voor de storm?

prof. mr. P.H.L.M. Kuypers

Het is stil rondom de Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten (hierna: Wet NErpe) geworden sinds deze wet in werking is getreden per 13 juni 2012. Wellicht valt het toch mee met de Europeesrechtelijke tekortkomin­gen van decentrale overheden en andere overheidslichamen. Over de Wet NErpe is veel gedebatteerd voor inwerking­treding, maar sindsdien is het rustig geworden.1 Toepas­sing heeft voor zover bekend tot heden niet plaatsgevonden. In dit artikel staat de verhouding tussen de Wet NErpe

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

en staatssteun centraal. Andere voor de hand liggende toepas­singsmogelijkheden, zoals op het gebied van het aanbeste­dingsrecht, blijven buiten beschouwing. De Wet NErpe beoogt niet een bijzondere regeling voor schending van de staatssteunregels in het leven te roepen. Deze wet beoogt in het algemeen een oplossing te vinden voor het probleem dat publieke lichamen enerzijds een ei­gen verantwoordelijkheid hebben voor het naleven van het Europees recht, terwijl anderzijds de Staat (het Rijk) door de Europese Commissie en het Hof van Justitie kan worden gesanctioneerd indien openbare lichamen de verplichtingen voortvloeiende uit het Europees recht niet nakomen.2 De re­gering verwoorde het als volgt3: ‘Met dit wetsvoorstel beoogt het kabinet het even­wicht te verbeteren tussen enerzijds de gevolgen van de verplichtingen van het Rijk tegenover de Europese Gemeenschap (hierna: EG) en anderzijds de uitgangs­punten van de Nederlandse interbestuurlijke verhou­dingen, waarbij bovengenoemde publieke entiteiten hun eigen verantwoordelijkheid hebben. Het (alge­mene) belang van het Rijk is de gemeenschapstrouw en de daarmee samenhangende verantwoordelijk­heidsstelling van het Rijk om bij niet-naleving van de Europese regelgeving, reden waarom een deel van het instrumentarium van dit wetsvoorstel ook preventief kan worden ingezet. De bevoegdheid om preventief op te treden doet echter niets af aan de eigen verant­woordelijkheid van de publieke entiteiten, zoals bij­voorbeeld Gemeenten en Provincies om de Europese regelgeving na te leven.’ Dat neemt niet weg dat de regering (mogelijke) schending van staatssteunregels (en aanbestedingsregels4) zag als één van de belangrijke redenen voor invoering van de Wet NEr­pe. De bijzondere aandacht voor de staatssteunregels in het wetsvoorstel is verklaarbaar. Op het gebied van staatssteun komt het regelmatig voor dat de publieke entiteiten subsi­dies verstrekken of anderszins staatssteun verlenen zonder hiervoor tijdig de vereiste voorafgaande goedkeuring van de Europese Commissie te vragen (door een melding ex art. 108 lid 3 VwEU). De Memorie van Toelichting noemt het volgende voorbeeld ter illustratie van het belang voor de Staat om de Wet NErpe in te voeren.5 Één van de Nederlandse provincies verleen­de in 2007 staatssteun aan een glastuinbouwbedrijf voor het boren naar aardwarmte. Deze steun werd pas achteraf ge­meld aan de Europese Commissie. Hoewel deze staatssteun werd goedgekeurd door de Europese Commissie, gaf de Eu­ropese Commissie aan dat zij dit een volgende keer niet zou doen, omdat de Nederlandse overheid de procedures niet goed had gevolgd.6 Hoewel de vraag terecht is of de Euro­pese Commissie dit argument kan gebruiken om een ande­re (nieuwe) steunmaatregel niet goed te keuren, gebruikt de Staat dit voorbeeld om aan te tonen dat de invoering van de Wet NErpe noodzakelijk is. Een volgend voorbeeld in de wetsgeschiedenis is een ‘anoniem geval’, waarbij geen mel­ding werd gedaan bij de Europese Commissie van staats­steun. Deze steunmaatregel was daardoor onrechtmatig, maar de betrokken lagere overheid ging onverminderd door met het verstrekken van staatssteun, ondanks een negatie­ve staatssteunbeschikking die na een ambtshalve onderzoek was gegeven.7 Een derde voorbeeld is de weigering van la­gere overheden niet-goedgekeurde staatssteun na een be­sluit van de Europese Commissie terug te vorderen. De Staat kwam daardoor klem te zitten: enerzijds richtte de Europese Commissie een bevel tot terugvordering tot de Staat, ander­zijds kon de Staat zelf niet terugvorderen omdat zij zelf geen staatssteun had verleend maar een andere publieke entiteit.8 Uit de memorie van toelichting blijkt derhalve dat de Wet NErpe mede betrekking heeft op niet-naleving van verplich­tingen die samenhangen met de art. 107 en 108 VwEU en de daaruit voortvloeiende secundaire regelgeving op het gebied van staatssteun. De voorbeelden uit de Memorie van Toelichting zijn overi­gens slechts een kleine selectie uit een veel groter aantal ge­vallen waarin publieke entiteiten staatssteun hebben ver­leend die niet tijdig is gemeld of waarbij steunmaatregelen zijn ten uitvoer gelegd zonder de (fictieve) instemming van de Europese Commissie.9 In zoverre is het standpunt van de Minister begrijpelijk dat niet naleving van de staatssteunre­gels door publieke entiteiten een reden is voor de Wet NEr­pe. Het doel van dit artikel is na te gaan welke rol de Wet NEr­pe speelt in de verschillende fasen van een staatssteunproce­dure. Als eerste fase kan een verzoek tot inlichtingen wor­den genoemd. De laatste fase is een boete of dwangsom krachtens art. 258 VwEU (ex art. 228 EG-Verdrag). Voordat het artikel in de derde paragraaf de verschillende fasen van een staatssteunprocedure behandelt, zal in de volgende para­graaf eerst kort een overzicht volgen van het toepassingsbe­reik van de Wet NErpe en de mogelijke maatregelen die de Wet NErpe biedt.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
prof. mr. P.H.L.M. Kuypers
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvS/10525

Verder in 2013 nr.1

  Een nieuwe start, een nieuw team en een nieuwe formule

Met dit nummer vindt een doorstart plaats van het Tijdschrift voor Staatssteun. De redactie is (gedeeltelijk) vernieuwd mede met het oog op een nieuwe formule, waarin meer aandacht zal worden beste...

 Wet NErpe: stilte voor de storm?

Het is stil rondom de Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten (hierna: Wet NErpe) geworden sinds deze wet in werking is getreden per 13 juni 2012. Wellicht valt het toch...

 De lessen van Leidschendam: het staatssteunrisico bijgrond- en vastgoedtransacties in tijden van crisis

De vastgoedsector verkeert wegens de financiële crisis nog altijd in zwaar weer. Meer dan ooit worden partijen gecon­fronteerd met leegstand en uitloop of afgelasting van projec­ten. ...

 Diensten van algemeen economisch belang en staatssteun

Het European Institute of Public Administration hield op 15 en 16 april 2013 in Maastricht een seminar over Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) en Staatssteun. Mede omdat het doo...

 Proefschrift ‘Wegen door Brussel, Staatssteun en publieke belangen in de vervoersector’

Nienke Saanen, Wegen door Brussel, Staatssteun en publieke belangen in de vervoersector, nr. 57 NGInfra PHD Thesis Series on Infrastructures, Next Generation Infrastructures Foundation, Delft, ISBN...

 Europese commissie

Besluiten

 Actualia

Scoreboard Staatssteun 2020 (21 december 2012)