Storende regelgeving? Regeling radarverstoring door windturbines in ruimtelijke plannen nader bekeken
mr. ing. R.A.J. Schonis*
Met de wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) en de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Rarro), per 1 oktober 2012, is een nieuw toetsingskader tot stand gekomen voor radarverstoring door windturbines in ruimtelijke plannen. De doelstelling van deze nieuwe regeling is tweeledig. Enerzijds werd de toetsing van radarhinder door windturbines als een knelpunt ervaren. Met de nieuwe regeling beogen de Ministeries van Defensie en Infrastructuur en milieu (hierna: IenM) dit
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
knelpunt op te lossen. Omdat daarnaast is gebleken dat de oude toetsingswijze niet meer aansloot op internationale kennis op het gebied van de mogelijke radarhinder door windturbines, wordt met de nieuwe regeling beter aangesloten op de praktijk. Het is de bedoeling dat hierdoor meer mogelijkheden onstaan voor het bouwen van nieuwe windturbines in Nederland.1
De kern van de regeling is een algeheel verbod om bestemmingen toe te kennen waarmee nieuwe windturbines mogelijk worden gemaakt zonder dat deze eerst aan het Ministerie van Defensie ter goedkeuring zijn voorgelegd.2 Hoewel dat niet met zoveel woorden uit de wettekst naar voren komt, blijkt in de praktijk dat Defensie niet zo zeer de toegekende bestemming toetst, maar het type windturbine dat gebouwd gaat worden. De mate van radarhinder hangt namelijk af van diverse technische factoren die per type windturbine verschillend (kunnen) zijn. Aangezien een algemene bestemming voor ‘windturbines’ een breed scala aan typen windturbines mogelijk maakt, is het gevolg van deze regeling dat windontwikkelaars al in een vroeg stadium een keuze moeten maken over welk windturbinetype te zijner tijd gebouwd gaat worden. Het probleem hiervan is dat in de praktijk windontwikkelaars deze keuze juist zo lang mogelijk uit willen (en soms ook moeten) stellen. Aangezien dit verbod nagenoeg alle windrijke locaties in Nederland betreft, loopt iedere windontwikkelaar tegen deze regeling aan. Dat roept de vraag op of de regeling uit het Barro niet eerder verstorend werkt voor windturbineprojecten door een nieuw knelpunt te creëren, in plaats van een oud knelpunt op te lossen. De vraag die ik in deze bijdrage wil beantwoorden is of binnen het kader van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) voor dit probleem een goede oplossing kan worden gevonden.
Eerst zal ik de hoofdlijnen van de nieuwe regeling uit het Barro en de Rarro beschrijven (§2). De hiervoor kort geschetste problematiek voor de praktijk van de nieuwe regeling volgt daarna (§3). De mogelijke oplossingsrichtingen en de voor- en nadelen van elk ervan komen in §4 aan bod. Deze bijdrage zal ik besluiten met een slotbeschouwing (§5).
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.