Hoe aannemelijk is dringend eigen gebruik?
mr. Th.S.M. Fraai*
Termijn- en opzeggingsbescherming
Bij huurovereenkomsten met betrekking tot zogenoemde 290-bedrijfsruimte gelden zowel een termijn- als een opzeggingsbescherming. De termijnbescherming is de meest wezenlijke bescherming van de huurder van 290-bedrijfsruimte. Als gevolg van deze termijnbescherming en de daaraan gekoppelde opzeggingsbescherming kunnen de door een huurder gedane investeringen binnen een redelijke termijn worden terugverdiend en kan goodwill worden opgebouwd. De termijnbescherming met de daaraan gekoppelde opzeggingsbescherming zijn vastgelegd in de art. 7:292 tot en met 7:300 BW.
Voor
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
wat betreft de opzeggingsbescherming komt het erop neer dat de wet bepaalt tegen welke tijdstippen een huurovereenkomst kan worden opgezegd en welke formaliteiten daarbij in acht dienen te worden genomen. De overeenkomst die voor vijf jaar geldt en de overeenkomst die is aangegaan voor een termijn van langer dan vijf jaar, maar korter dan tien jaar kunnen tegen het einde van de termijn en tegen het einde van de in art. 7:292 lid 2 BW bedoelde termijn door huurder en verhuurder worden opgezegd. Deze opzegging moet geschieden bij exploot of bij aangetekende brief, waarbij de termijn voor opzegging tenminste een jaar bedraagt (art. 7:293 BW). Indien de verhuurder de huurovereenkomst opzegt, dan is hij op grond van art. 7:294 BW gehouden om de gronden die tot de opzegging van de huurovereenkomst met de huurder hebben geleid in de opzegging te vermelden, bij gebreke waarvan de opzegging nietig is. De opzeggingsbescherming houdt in dat een door de verhuurder opgezegde huurovereenkomst van kracht blijft, tenzij de huurder schriftelijk in de beëindiging van de huurovereenkomst heeft ingestemd. Indien de huurder niet schriftelijk in de beëindiging van de huurovereenkomst heeft ingestemd, zal de verhuurder zich tot de rechter moeten wenden en vorderen dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen. De huurovereenkomst blijft van kracht totdat de rechter onherroepelijk heeft beslist op deze vordering.
Zoals gezegd, is de verhuurder verplicht om bij de opzegging de gronden die tot de opzegging hebben geleid te vermelden. Daarbij dient het te gaan om de in de wet genoemde opzeggingsgronden (art. 7:296 BW). Eén van die opzeggingsgronden betreft dringend eigen gebruik, die meestal door verhuurders aangewend wordt als hij tot renovatie van het gehuurde wenst over te gaan en van mening is dat de renovatie van het gehuurde met behoud van de huurovereenkomst niet mogelijk is.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.