Huurovereenkomst studentenwoonruimte
Huib Hielkema
Bij ieder contract is een uitgebreide toelichting gevoegd. Hieronder treft u de eerste alinea van de toelichting aan. Wanneer u het contract koopt ontvangt u daarbij uiteraard ook de toelichting. Indien u een abonnement neemt heeft u onbeperkt toegang tot alle contracten en toelichtingen daarop.
Geactualiseerd op: 1 mei 2017
Aan dit model ligt ten grondslag de modelhuurover¬eenkomst voor onzelfstandige woonruimte (model 2). Voor het opstellen van dat model is gebruik gemaakt van de modelhuurovereenkomst voor woonruimte van de Raad voor Onroerende Zaken (hierna te noemen: ‘ROZ’), vastgesteld op 30 juli 2003. Omdat echter in het kader van deze uitgave meerdere modellen voor woon¬ruimte zijn opgesteld (waaronder dit model specifiek voor studentenwoonruimte), zijn de nodige wijzigingen ten opzichte van het
Vastgoedcontract kopen € 150,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit vastgoedcontract ook afzonderlijk kopen.
ROZ-model doorgevoerd, reden waarom in het onderhavige model niet uitdrukkelijk naar het model van de ROZ is verwezen. Wel zijn de al¬gemene bepalingen die behoren bij voornoemd ROZ-model expliciet van toepassing verklaard. In de algeme¬ne bepalingen wordt regelmatig verwezen naar artikelen uit de overeenkomst. Aangezien dit model de opbouw van het ROZ-model voor woonruimte volgt, zijn de ver-wijzingen in beginsel juist. Als partijen evenwel een of meer van de artikelen 1 tot en met 9 van deze model¬overeenkomst voor studentenwoonruimte schrappen, of er een of meer artikelen aan toevoegen, dan dient te worden gecontroleerd of de verwijzingen in de toepas¬selijke algemene bepalingen naar de tekst van de over¬eenkomst nog juist zijn.Deze modelhuurovereenkomst voor studentenwoon¬ruimte is ontworpen voor de verhuur van woonruimte die bestemd is om te worden bewoond door studenten. Het model is geënt op de tekst van het per 15 juli 2006 gewijzigde artikel 7:274 lid 4 BW (later nog tekstueel ge¬wijzigd op 26 maart 2008). Dit artikel beoogt de door¬stroming binnen woonruimte die voor studenten is be¬stemd, te bevorderen door de verhuurder een uit¬drukkelijk in de wet genoemde mogelijkheid tot beëindiging van de huurovereenkomst te geven ingeval de student zijn studie – al dan niet voortijdig – heeft beëindigd. Als uitgangspunt is bij het opstellen van dit model, zoals eerder vermeld, gekozen voor het model voor onzelfstandige woonruimte, aangezien studentenhuisvesting in veel gevallen onzelfstandige woonruimte betreft. Het gewijzigde artikel 7:274 lid 4 BW is echter niet in werking beperkt tot onzelfstandige woonruimte. In voorkomend geval is het model voor zelfstandige woonruimte op vergelijkbare wijze aan te passen als hier is gedaan met het model voor onzelfstan¬dige woonruimte. Blijkens de toelichting op wetsvoor¬stel 29 707 (TK 2003-2004, 29 707, nr. 3), dat aan de wij¬ziging van artikel 7:274 lid 4 BW ten grondslag lag, geldt er geen beperking in soort verhuurder. Dat betekent dat bijvoorbeeld ook in geval van hospitaverhuur van dit specifieke modelcontract voor studentenwoonruimte gebruik kan worden gemaakt.