Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming Straf- en bestuursrechtelijke handhaving van financieel-economisch recht 2014 nr. 4

Voorwoord. Gecodeerd voor het leven?

mr. A.A. Feenstra* Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.
In dit tijdschrift komen allerlei varianten van strafrechtelijke onderzoeken aan de orde. Ieder strafbaar feit heeft zijn eigen eigenaardigheden. Eén aspect is bij ieder strafrechtelijk onderzoek gelijk. Op het moment dat een verdachte in het systeem van het Openbaar Ministerie (OM) wordt geregistreerd, is er geen weg terug. Uiteindelijk zal in dit systeem worden geregistreerd hoe de zaak tegen de verdachte is geëindigd. Deze registratie is niet voor iedereen zichtbaar en ook voor de verstrekking van deze gegevens aan derden zijn regels opgesteld. Niettemin kan een aantekening op het strafblad grote gevolgen hebben voor de onderneming en haar bestuurders, van het weigeren van oprichting van een vennootschap tot het weigeren van een jachtakte van de directeur. Uiteraard is het streven van iedere verdachte en rechtsbijstandverlener gericht op het beste resultaat. Op grond van art. 167 lid 2 Sv kan de officier van justitie besluiten om af te zien van (verdere) strafvervolging, ook wel sepot genoemd. De wijze waarop het OM met sepotcodes omgaat is vastgelegd in de ‘Aanwijzing gebruik sepotgronden’. Een sepot van een strafzaak brengt echter niet altijd met zich mee dat de zaak uit het systeem van het OM wordt verwijderd. Uitsluitend indien een zaak wordt geseponeerd met code 01 (ten onrechte als verdachte aangemerkt) zal de vermelding uit het systeem worden verwijderd. Iedere andere code, zoals code 02 (onvoldoende bewijs), wordt en blijft geregistreerd in de justitiële documentatie. Indien een verdachte derhalve nogmaals met politie of justitie in aanraking komt, staat er reeds een ‘kruisje’ achter zijn naam. Het kan dus van belang zijn om aan te dringen op code 01 bij een sepot van een strafrechtelijk onderzoek. Het verkrijgen van deze code was bepaald geen sinecure. Dat wordt mogelijk anders vanaf 1 september 2014. Op deze datum is een herziene versie van de ‘Aanwijzing gebruik sepotgronden’ in werking getreden. Voorheen leek een sepotcode 01 alleen tot de mogelijkheden te behoren, indien sprake was van een persoonsverwisseling of een administratieve fout. De situatie, waarin achteraf kon worden geconcludeerd dat iemand niet als verdachte zou zijn aangemerkt, indien bepaalde feiten en omstandigheden bij aanvang van het onderzoek bekend waren geweest, resulteerde veelal in een sepot met code 02. De nieuwe toelichting bij code 01 laat ruimte om de grensgevallen tussen code 01 en code 02 ter discussie te stellen. Deze toelichting luidt: ‘Deze sepotgrond is uitsluitend bedoeld voor de gevallen waarin er in het opsporingsonderzoek feiten en omstandigheden naar voren komen die – bezien naar het huidige moment – ondubbelzinnig wijzen op de onschuld van betrokkene. Met andere woorden, als diezelfde feiten en omstandigheden al bekend zouden zijn geweest bij de start van het opsporingsonderzoek, dan was de betrokkene niet als verdachte aangemerkt. Dat neemt niet weg dat de aanvankelijke verdenking op goede gronden kan zijn gerezen. De gebleken onschuld van de betrokkene kan bijvoorbeeld volgen uit een persoonsverwisseling, een verkeerde inboeking bij politie/parket of een valse aangifte. Maar ook uit resultaten van het opsporingsonderzoek, zoals een vastgesteld alibi, uitsluiting op basis van DNA of andere feiten en omstandigheden waaruit bewijs naar voren komt ten aanzien van de onschuld van de betrokkene.’ Aan de oude toelichting bij code 02 is toegevoegd: Sepotgrond 02 kan pas aan de orde zijn nadat is geoordeeld dat geen grond bestaat voor een sepot 01’. De voorschriften in de herziene aanwijzing gelden voor alle feiten gepleegd op en na de datum van inwerkingtreding van deze aanwijzing. Het ligt mijns inziens evenwel voor de hand dat het OM de voorgestane ruimhartigere toekenning van sepotcode 01 direct tot uitvoering kan brengen.
Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. A.A. Feenstra*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvSO/11592

Verder in 2014 nr.4

 Voorwoord. Gecodeerd voor het leven?

In dit tijdschrift komen allerlei varianten van strafrechtelijke onderzoeken aan de orde. Ieder strafbaar feit heeft zijn eigen eigenaardigheden. Eén aspect is bij ieder strafrechtel...

 Column. De coming of age van de strafrechtelijke hoge transactie

Het is inmiddels traditie dat het Openbaar Ministerie (OM) een paar keer per jaar een persbericht uitbrengt en daarmee een buitengerechtelijke afdoening van een strafzaak wereldku...

 Saunders en J.B. rivisited. Wat te doen met onder druk verkregen wilsafhankelijk bewijsmateriaal?

Uit art. 14 lid 3, onderdeel g, Internationaal Verdrag voor Burgerlijke en Politieke Rechten volgt het recht van de verdachte om niet te worden gedwongen tegen zichzelf te getuig...

 Enkele strafprocessuele aspecten bij de nieuwe richtlijn marktmisbruik

Op 12 juni 2014 zijn de nieuwe Richtlijn Marktmisbruik en de Verordening Marktmisbruik gepubliceerd.1 De Richtlijn Marktmisbruik en de Verordening Marktmisbruik komen voort ...

 Het voorspellen van de toekomst: een uitdaging bij het bestrijden van marktmisbruik

Beursgenoteerde ondernemingen moeten aan extra wettelijke verplichtingen voldoen. Sommige van die verplichtingen leiden tot veel discussie. Wanneer geldt er bijvoorbeeld een...