Enkele vraagstukken rond artikel 2:216 BW nader belicht
prof. mr. J.B. Huizink*
Dit stuk is een bewerking van een voordracht die ik op 22 april 2014 mocht houden voor de Vereniging Jaarrekeningenrecht. Een gedeelte van hetgeen ik daar naar voren bracht heeft een plaats gekregen in een korte bijdrage aan TvJ 2014/3 en ging over de vraag of tegen de achtergrond van het nieuwe art. 2:216 BW uitkeringen mogelijk zijn bij of leidend tot een negatief eigen vermogen van de besloten vennootschap.[1] Ik heb evenwel niet alleen over
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
die aangelegenheid gesproken, maar ook andere kwesties met betrekking tot de door de Flex-BV ingrijpend gewijzigde uitkeringsbepaling aangeroerd. Enkele daarvan wil ik in het onderstaande uitwerken.Op de kern van de regeling, de op de bestuurders van de besloten vennootschap rustende taak om het door de aandeelhoudersvergadering genomen uitkeringsbesluit al dan niet goed te keuren, ga ik niet in. Er is veel over geschreven en de issue bleek een weerbarstig onderwerp tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht.[2] Maar dat is inmiddels een gepasseerd station. We moeten het met de nieuwe regeling doen. Wel kan ik niet nalaten op te merken dat, anders dan de Minister gedurende de gehele parlementaire behandeling heeft doen voorkomen[3], de nieuwe uitkeringsbepaling inmiddels ontegenzeggelijk tot meer transactiekosten heeft geleid en dat daar de komende tijd geen verandering in zal komen. Wat dat betreft hebben de professionals, waaronder de lezers van ons tijdschrift, niet te klagen.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
2. Interim dividend
2.1 Uitkering en tussentijdse uitkering
2.2 Voorwaardelijke goedkeuring
2.3 Slechts
3. Interne aansprakelijkheid
4. De accountant
5. Concernverhoudingen
6. Afronding
