Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht

Verslaggeving, accountancy en toezicht

2014 nr. 4

Redactie

Hoofdredactie

dr. mr. C.J.A. van Geffen

Redactie

mr. dr. J.E. Brink- van der Meer
prof. dr. C. Camfferman
mr. M.A.J. Cremers
A. Dieleman RA
prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA
prof. dr. G.C.M. Majoor
mr. A. de Neve
Annemarije Schoonbeek
mr. drs. L. in 't Veld
mr. Q. H. van Vliet

Vaste medewerkers

mr. J. Dinant
mr. J.F. Garvelink
dr. B. Kamp
mr. dr. G.P. Oosterhoff
mr. H.K.O. Reimers
drs. C.M. Roozen RA

Coördinerend redacteur

mr. drs. L. van Dijk

 

Inleiding

Toetsing van het bestuursbesluit van artikel 2:216 lid 2 BW

mr. M.L. Schönau*

De uitkeringstest van art. 2:216 BW houdt de gemoederen deze herfst na de jaarlijkse bijeenkomst van de Vereniging Jaarrekeningenrecht op 22 april 2014 en publicatie van het derde nummer van het Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht nog steeds bezig.1 De bepaling is in de tussentijd ook niet aan het oog van de accountancy ontsnapt. Zo is bijvoorbeeld de figuur van de ‘negatieve reserve’ in de literatuur aan hevige kritiek blootgesteld.2 Accountants kunnen in hun praktijk met vraagstukken rond de uitkeringstest te maken krijgen als zij als deskundig adviseur worden ingeschakeld... ...lees meer

Artikel

Het anticiperen op toekomstige winsten door uitkering of toewijzingen de vera...

mr. B. Kemp en prof. dr. mr. P.M. van der Zanden RA

De recente wetswijzigingen, in het bijzonder de flexibilisering van de besloten vennootschap, heeft één van de meest in het oog springende vermogensrechtelijke rechten van de aandeelhouder weer volop in de belangstelling gebracht; het recht op ‘winst’. Hiertoe heeft in het bijzonder de introductie van het vernieuwde art. 2:216 BW en de moeizame parlementaire debatvoering bij dit artikel sterk bijgedragen. Dit wetsartikel heeft dan ook veel pennen in beweging gebracht. Eén van de vragen die naar aanleiding van deze parlementaire carrousel op de voorgrond is getreden,... abonneren of dit artikel kopen.

Enkele mijmeringen over artikel 2:216 BW

prof. dr. mr. B. Bier*

Inmiddels moeten we alweer een tijdje het nieuwe art. 216 van boek 2 BW toepassen. Bijzonder vind ik wel dat na al het nadenken de afgelopen jaren over de regels van kapitaalbescherming en dan vooral de wijzigingen daarvan in het kader van de flex BV, de regeling, naar mijn ervaring, nog steeds niet helemaal duidelijk is.Er zijn twee onderwerpen van mijn mijmeringen over art. 2:216 BW die ik nader wil behandelen. Dat is in de eerste plaats de goedkeuring van het bestuur als bedoeld art. 2:216 lid 2 BW. Uitkeringen kunnen alleen plaatsvinden nadat het bestuur z... abonneren of dit artikel kopen.

Enkele vraagstukken rond artikel 2:216 BW nader belicht

prof. mr. J.B. Huizink*

Dit stuk is een bewerking van een voordracht die ik op 22 april 2014 mocht houden voor de Vereniging Jaarrekeningenrecht. Een gedeelte van hetgeen ik daar naar voren bracht heeft een plaats gekregen in een korte bijdrage aan TvJ 2014/3 en ging over de vraag of tegen de achtergrond van het nieuwe art. 2:216 BW uitkeringen mogelijk zijn bij of leidend tot een negatief eigen vermogen van de besloten vennootschap.[1] Ik heb evenwel niet alleen over die aangelegenheid gesproken, maar ook andere kwesties met betrekking tot de door de Flex-BV ingrijpend gewijzigde uitkering... abonneren of dit artikel kopen.

Praktijkvraag: Vorming herwaarderings­reserve bij waardering van vastgoedbele...

drs. D. Manschot RA en prof. dr. R.L. ter Hoeven RA

Vastgoedbeleggingen kunnen tegen reële waarde worden verwerkt waarbij de waardeveranderingen via de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. Wel dient een herwaarderingsreserve te worden gevormd voor de verwerkte waardevermeerderingen. De vraag is hoe de omvang van deze wettelijke reserve moet worden bepaald. In dit artikel gaan wij nader in op deze vraag. Wij plaatsen hierbij vraagtekens bij de door de Raad voor de Jaarverslaggeving aanbevolen methode voor het vormen van deze reserve. Vastgoedbeleggingen bestaan uit onroerende zaken die worden gehouden om (directe) inkomsten ... abonneren of dit artikel kopen.

Geen overkoepelende tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid vestigingsleider ac...

mr. A.C. van Campen*

De tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van een accountant brengt met zich dat een accountant ook verantwoordelijk kan worden geacht voor het handelen of nalaten van anderen. Doorgaans moet daarbij worden gedacht aan uitvoerende kantoorgenoten die zelf geen accountant zijn. Volgens eerdere rechtspraak gaat deze verantwoordelijkheid zelfs zover dat de tuchtrechtelijke aanspreekbaarheid gelegd kan worden bij de directie van de accountantsorganisatie waarin de uitvoerende werkzaam is. Bij de uitspraak van 22 april 2014 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleve... abonneren of dit artikel kopen.

Actualia

Actualiteiten

mr. C.J.A. van Geffen*

Nationale wetgevingCountry-by-country-reporting banken en beleggingsondernemingenIn september 2014 is het ‘Besluit uitvoering publicatieverplichtingen richtlijn kapitaalvereisten’ gepubliceerd (Stb. 2014 nr. 334). Met dit besluit zijn enkele eisen uit de EU Richtlijn Kapitaalvereisten (CRD IV) geïmplementeerd waardoor banken en beleggingsondernemingen worden verplicht om - uitgesplitst naar land (country by country reporting) - informatie openbaar te maken over: a) naam en aard van activiteiten,... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS