Voorwoord

Voorwoord

De artikelen in dit tijdschrift illustreren wederom dat we niet alleen over het huurrecht bedrijfsruimte willen publiceren in het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte, maar ook over aanpalende onderwerpen die van belang kunnen zijn voor vastgoedprofessionals die zich bezig houden met bedrijfsruimte. U treft in dit nummer namelijk twee artikelen aan over 1397967985echte huurrechtelijke onderwerpen1397969521, te weten indeplaatsstelling en huurprijswijziging, maar ook een artikel over de Warmtewet en een artikel over de Benzinewet.

We beginnen met een artikel van mr. Raas en mr. Van Zuiden, waarin een update over de Warmtewet wordt gegeven. De conclusie hieruit is dat de status van de Warmtewet vrij onduidelijk is. Nu minister Kamp heeft aangekondigd dat hij de wet op onderdelen zal wijzigen en er bovendien veel klachten over de wet zijn binnengekomen bij de ACM, is de vraag of de huidige wettekst nog lang zal gelden. Ondanks deze onduidelijkheden wordt toch over de Warmtewet geschreven omdat deze wet sinds 1 januari 2014 aanzienlijke eisen stelt aan de praktijk. Ingegaan wordt op de verplichtingen die verhuurders naar aanleiding van de invoering van de Warmtewet hebben gekregen, zoals de meldplicht, de plicht om warmteovereenkomsten met gebruikers te sluiten, de plicht om een maximumprijs voor de geleverde warmte te berekenen, etc.

In 2005 en 2009 is in dit Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte al ingegaan op de Benzinewet. Inmiddels is deze wet bijna 10 jaar van kracht en in dit nummer wordt in een kroniek over de Benzinewet de belangrijkste civiele rechtspraak hierover besproken door mr. Cammelbeeck. Ook wordt de inhoud van de Benzinewet beknopt uiteengezet. Hoewel de Benzinewet alleen geldt voor locaties langs rijkswegen, hanteren veel gemeenten een vergelijkbaar veilingbeleid voor tankstations op gemeentelijke gronden. Ook op deze praktijk wordt nader ingegaan.

Mevrouw Maes, masterstudent aan de Universiteit Utrecht, schreef het artikel 1397967985Het dwingendrechtelijke karakter van artikel 7:307 BW: handhaving of herziening?1397969521 Hierin stelt zij zich de vraag of de huurdersbescherming van de indeplaatsstellingsregel van art. 7:307 BW nog wel past bij de hedendaagse verhoudingen tussen huurder en verhuurder. Geconcludeerd wordt dat er onvoldoende reden bestaat om de bestaande regeling te herzien, maar desondanks worden wel enkele suggesties gedaan voor verbetering van (toepassing van) art. 7:307 BW.

Mr. Van Heeren vraagt zich in zijn artikel tenslotte af of het wenselijk is dat achterstallig onderhoud in de huurprijsvaststellingsprocedure tot een latere ingangsdatum van de nadere huurprijs kan leiden. Zowel het Hof Amsterdam als het Hof Den Bosch hebben hier recentelijk over geoordeeld. Deze arresten worden besproken en de schrijver concludeert dat volgens hem als uitgangspunt moet gelden dat achterstallig onderhoud in beginsel niet moet worden betrokken bij de vast te stellen huurprijs in een huurprijswijzigingsprocedure op grond van art. 7:303 BW, maar enkel in een eventuele huurprijsverminderingsprocedure op grond van de gebrekenregeling (art. 7:207 BW).

Marry de Gaay Fortman

Hoofdredacteur