Tijdschrift voor Internetrecht 2015 nr. 1

3. Rechtbank Amsterdam 19 november 2014 (opruiend Faceboekfilmpje vanuit Turkije), ECLI:NL:RBAMS:2014:7728

Onder redactie van Tina van der Linden-Smith, met medewerking van Kea de Raaij

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

Strafrecht, internationaal strafrecht, Facebook, filmpje op internet, opruiing, gerichtheid op Nederlands publiek, openbaarmaking in Nederland, rechtsmacht, art. 131 Sr, art. 132 Sr

Het verweer dat Nederland geen rechtsmacht heeft, wordt verworpen. De ten laste gelegde feiten zijn met de openbaarmaking op internet voltooid. Door het wereldwijd karakter van internet heeft die openbaarmaking ook in Nederland plaatsgevonden. Verder blijkt uit de stukken dat het filmpje ook op een Nederlands publiek was gericht. Dit volgt uit de plaatsing van het filmpje op de Facebookpagina van de in Nederland gevestigde rijschool van verdachte en de in het filmpje gesproken Nederlandse taal. Dat het filmpje daadwerkelijk in Nederland zichtbaar is geweest, blijkt eveneens uit het dossier.

Nu het feit aldus (mede) in Nederland heeft plaatsgevonden, heeft Nederland rechtsmacht. De Nederlandse strafrechter is bevoegd.

Verdachte heeft een filmpje op de algemeen to...

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Verder in dit artikel:

Strafrecht, internationaal strafrecht, Facebook, filmpje op internet, opruiing, gerichtheid op Nederlands publiek, openbaarmaking in Nederland, rechtsmacht, art. 131 Sr, art. 132 Sr

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Auteurs
Onder redactie van Tina van der Linden-Smith, met medewerking van Kea de Raaij
Vermelding op rechtspraak.nl
ECLI:NL:RBAMS:2014:7728
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:IR/12204

Verder in 2015 nr.1

 Het belang van de bindende aanwijzing voor goed privacytoezicht

Opinie Het belang van de bindende aanwijzing voor goed privacytoezicht Gerrit-Jan Zwenne en Wilfred Steenbruggen[1] In februari behandelde de Tweede Kamer het wetsvoorstel dat beoogt de bestuurl...

 Data de grens over: naar nieuwe spelregels in het digitale tijdperk

Sinds begin juni 2013 de eerste berichten naar buiten kwamen over de door Edward Snowden onthulde NSA-documenten zijn internationale discussies over gegevensbescherming en...

 Renovatie in het vermogensrecht: digitale inhoud, streaming en het kooprecht

Door de implementatie van de Richtlijn Consumentenrechten[2] (hierna ook: de Richtlijn) in het Burgerlijk Wetboek, is het begrip ‘digitale inhoud’ in het Nederlands recht geïntroduceerd...

 De weeffout bij online algemene voorwaarden

Dat de terhandstelling van algemene voorwaarden (zowel offline als online), nogal eens fout gaat - met alle gevolgen van dien - bewijst de stroom aan jurisprudentie op dit gebied. Er gaat geen week...

 Online kansspelen: de hervorming nabij

‘Gambling is a principle inherent in human nature.’2 Gaf deze menselijke natuur in 2004 reeds uiting aan een Europese online gokmarkt die goed was voor twee tot d...