8. Hoge Raad 9 december 2014 (valse hoedanigheid malafide marktplaatsverkoper), ECLI:NL:HR:2014:3546
Onder redactie van Tina van der Linden-Smith, met medewerking van Kea de RaaijArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Strafrecht, marktplaats, oplichting, valse
hoedanigheid, verduistering, wederrechtelijke toe-eigening, art. 321 Sr, art. 326 Sr
Met betrekking tot valse hoedanigheid (art. 326 Sr., oplichting): Het Hof heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat de verdachte via een website goederen te koop aanbood en bestellingen en betalingen van kopers accepteerde in het besef dat hij niet (langer) aan zijn leverings- of restitutieverplichtingen kon voldoen, niet kan worden aangemerkt als het aannemen van een valse hoedanigheid als bedoeld in art. 326 Sr van, in dit geval, een bonafide internetondernemer. Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Met betrekking tot verduistering (art. 321 Sr): Het Hof heeft geoordeeld dat de geldbedragen die door de kopers zijn overgemaakt aan de verdachte na ontvangst daarvan niet meer voor wederrechtelijke toe-eigening door de verdachte vatbaar waren. Dat oordeel berust kennelijk op de opvatting dat in de enkele o...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.