Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte 2015 nr. 4

Voorwoord

Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Tijdens het TvHB Congres 'Vanuit het huurrecht bekeken', maakte Marry de Gaay Fortman bekend dat zij haar koperen jubileum als hoofdredacteur aangreep om het stokje aan mij over te dragen. Marry heeft met (onder andere) uitgever Anton den Hollander aan de wieg van het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte gestaan en zij heeft twaalf en een half jaar met veel toewijding en enthousiasme gewerkt aan dit mooie tijdschrift en aan de diverse congressen die wij vanuit de redactie hebben georganiseerd. Ik vind het een hele eer om in Marry's voetsporen te mogen treden en ik kijk ernaar uit om als hoofdredacteur verder te bouwen aan dit unieke platform voor specialisten op het gebied van huurrecht bedrijfsruimte. Marry, hierbij nogmaals heel veel dank voor alles wat jij voor dit tijdschrift hebt gedaan!

Met het vertrek van Marry uit de redactie, was er ruimte om een van de trouwe medewerkers van het TvHB tot redactielid te benoemen. Met algemene instemming, verwelkomt de redactie Ivette Mol, partner bij VMBS advocaten, als nieuw redactielid. Ivette is gespecialiseerd in zowel huurrecht woonruimte als bedrijfsruimte en al vele jaren verbonden aan dit tijdschrift. Al bladerende door de jaargangen van de afgelopen jaren, komt u dan ook diverse artikelen en noten van haar hand tegen, waaronder overigens een artikel met ondergetekende in dit nummer.

Met de doorstroming van Ivette naar de redactie en het vertrek van Kim Oosterling-Van der Maarel vanwege haar benoeming tot rechter, ontstond er ook ruimte in de medewerkersgroep. Arnout van der Hilst, huurrechtadvocaat bij Houthoff Buruma, die al jarenlang achter de schermen bergen werk verzet voor dit tijdschrift, is als nieuwe medewerker toegetreden, evenals Marieke van Schie en Boris Cammelbeeck, ervaren huurrechtadvocaten bij Lexence respectievelijk Stibbe. Ook Marieke en Boris hebben zich de afgelopen jaren al ingezet voor het TvHB.

Het hierboven reeds aangestipte artikel van Ivette Mol en ondergetekende is gebaseerd op de bijdrage die zij schreven in het Liber Amicorum ter ere van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van mr. Albert Flesseman, genaamd 'De grenzen van het Huurrecht'. De auteurs gaan in op de 'voorwaardelijkheid in het huurrecht', zowel bij het sluiten van een huurovereenkomst als bij de beëindiging daarvan. Huurovereenkomsten worden geregeld gesloten of beëindigd onder een bepaalde voorwaarde, bijvoorbeeld onder de voorwaarde dat een vergunning wordt verleend respectievelijk dat de huurder erin slaagt om een andere ruimte aan te huren. In het artikel wordt bezien of en wanneer een dergelijke voorwaarde kan worden gesteld. Conclusie luidt dat de mogelijkheid tot voorwaardelijke opzegging wordt begrensd door de eisen van de rechtszekerheid.

Sinds in 2013 de scheiding van wonen en zorg is ingevoerd, krijgen veel bewoners van zorginstellingen geen vergoeding meer voor het wonen in de instelling, maar enkel voor de daar aangeboden zorg. Een gevolg daarvan is dat bewoners regelmatig, naast zorgovereenkomsten, afzonderlijke huurovereenkomsten moeten afsluiten met de zorgverlener. De vraag is of het sluiten van deze (onder)huurovereenkomsten voor woonruimte invloed heeft op het huurregime dat van toepassing is op de bovengelegen hoofdhuurovereenkomst tussen de eigenaar van de instelling en de zorgverlener. Veldman en Mol schreven in TvHB 2014 nr. 5 al over de kwalificatieproblematiek bij zorgcomplexen. In dit tijdschrift borduren mr. dr. M.B.J. Thijssen en mr. A.M.E. van Wijk-Driessen hierop voort. Zij stellen zich met name de vraag of het wenselijk is dat het huurrecht voor woonruimte wordt toegepast op zorgcomplexen. Aan de hand van een feitelijk voorbeeld worden diverse rechtsvragen behandeld en wordt geconcludeerd dat het in de meeste gevallen de voorkeur verdient om in de hoofdhuurovereenkomst te verduidelijken dat het niet de bedoeling is dat de woonruimteregels op de hoofdhuurovereenkomst van toepassing zijn.

Het derde artikel in dit nummer gaat over de nationale Retailagenda, een pakket van twintig afspraken dat op 17 maart 2015 is aangeboden aan minister Kamp van Economische Zaken, met als doel om de retailsector en de winkelgebieden in Nederland innovatief en toekomstbestendig te maken. De heer A. Raatgever gaat in zijn artikel in op de mogelijke juridische implicaties van de Retailagenda en hij focust op twee projecten uit deze agenda, namelijk de lokale RetailDeals (het versterken van winkelstructuren door middel van betere samenwerking tussen overheden en marktpartijen) en de Pilot Verlichte regels winkelgebieden (het ontwikkelen van een aanpak om de regeldruk voor detailhandel- en horecaondernemers in hun winkelgebied te verlagen). In de Retailagenda is onder andere de afspraak ‘meer flexibiliteit in de vastgoedmarkt’ gemaakt. Vastgoedpartijen willen bijvoorbeeld meer sturing kunnen geven aan branchering van winkelgebieden, wat door de sterke huurbescherming op dit moment lastig is. Bovendien blijkt het niet altijd mogelijk om marktconforme huren te realiseren voor het winkelvastgoed en is de indeplaatsstelling ex art. 7:307 BW een vaak terugkerend discussiepunt. Er wordt voorgesteld om afspraken te maken binnen de wettelijke kaders, bijvoorbeeld in de vorm van een convenant. De redactie van het TvHB zal de ontwikkelingen dienaangaande blijven volgen en u te zijner tijd nader informeren.

De jurisprudentierubriek breng ik deze keer extra onder uw aandacht omdat het arrest van het Hof
Amsterdam van 2 juni 2015, over de vraag in hoeverre een bankgarantie zekerheid aan verhuurders kan geven voor leegstandschade bij faillissement van de huurder, voor de praktijk van groot belang is. Hetzelfde geldt voor de door het Hof Amsterdam bij arrest van 26 mei 2015 (in navolging van Hof Arnhem-Leeuwarden 21 oktober 2014) aangenomen mogelijkheid van een verhuurder van 290-bedrijfsruimte om zijn opzegging in te trekken.

 

Nathalie Amiel

(hoofdredacteur)

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvHB/12402

Verder in 2015 nr.4

 Voorwoord

Tijdens het TvHB Congres 'Vanuit het huurrecht bekeken', maakte Marry de Gaay Fortman bekend dat zij haar koperen jubileum als hoofdredacteur aangreep om het stokje aan mij over te dragen. Marry he...

 De voorwaardelijkheid in het huurrecht

  In het kader van het aftasten van de huurrechtelijke grenzen,2 richten wij ons in deze bijdrage op (de grenzen van) de voorwaardelijkheid in het huurrecht en dan meer...

 De kwalificatieproblematiek bij onderverhuur van zorgcomplexen: is toepassing van het huurrecht voor woonruimte op de hoofdhuurovereenkomst wenselijk?

Inmiddels is het nodige geschreven over de gevolgen van de hervorming van het zorgstelsel voor zorgvastgoed;[2] in het TvHB onder andere door Veldman en Mol.[3] In het artikel ‘...

 Retailagenda: juridische implicaties bij lokale aanpakken van winkelgebieden

De nationale Retailagenda – aangeboden aan minister Kamp van Economische Zaken op 17 maart 2015 – is een pakket van 20 afspraken met als doel om de retailsector e...