Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht Verslaggeving, accountancy en toezicht 2015 nr. 5

Rentmeesterschap

prof. dr. C. Camfferman RA1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

In Nederland associëren we ‘rentmeesterschap’ vaak met de maatschappijvisie van bepaalde politieke partijen. Daarom steunt niet iedereen de beleidsvoorstellen die onder de vlag van rentmeesterschap worden gedaan, ook al is rentmeesterschap iets waar je moeilijk principieel tegen kunt zijn.

Vertaald in het Engels als ‘stewardship’, en toegepast op het terrein van financiële verslaggeving, zien we iets vergelijkbaars. Bij de herziening van het Conceptual Framework van de International Accounting Standards Board (hierna: IASB), zoals voorlopig afgerond in 2010, besloot de Board om stewardship (nauwkeuriger: het faciliteren van de beoordeling van management’s stewardship) niet te benoemen als afzonderlijke doelstelling van financiële verslaggeving. Velen, waaronder ook de toenmalige voorzitter David Tweedie, hadden daar wel op aangedrongen. Desondanks besloot de Board met ruime meerderheid om de doelstelling (enkelvoud) van financiële verslaggeving te formuleren in termen van informatie voor investeerders, verstrekkers van leningen en andere crediteuren, met het oog op hun beslissing om middelen aan de onderneming toe te vertrouwen. Wel werd opgemerkt dat het voor investeringsbeslissingen nodig is dat de jaarrekening informatie geeft over het beheer van de middelen van de onderneming. Het woord stewardship werd in het Framework (2010) bewust niet genoemd, met het wat zwakke argument dat het moeilijk vertaalbaar zou zijn.

In de daaropvolgende jaren bleef de veronderstelde onderwaardering van stewardship in het Conceptual Framework een punt van ongenoegen, met name binnen de Europese Unie. De IASB heeft dan ook een gebaar willen maken. In mei van dit jaar verscheen een ontwerp (exposure draft) voor de laatste fase van de herziening van het Framework.2 Hoewel de algemene doelstelling niet is gewijzigd duikt het woord stewardship nu wel op verschillende plaatsen op in de voorgestelde tekst om te onderstrepen dat informatie over stewardship van belang is ten behoeve van de algemene doelstelling van informatie voor investeringsbeslissingen.

De vraag die opkomt is of deze discussie werkelijk ergens over gaat. Is het nu echt zo dat de verslaggeving op wezenlijke punten anders wordt wanneer we stewardship erkennen als een afzonderlijke doelstelling van de jaarrekening?

Tegenstanders van een prominente plaats van stewardship hebben het makkelijk. Zij kunnen beweren dat een jaarrekening die alle relevante informatie voor beleggers bevat waarschijnlijk ook zal volstaan voor andere soorten beslissingen. Daarmee leggen zij de bewijslast bij de voorstanders van stewardship. Die laatsten hebben naar mijn idee wel wat moeite om met overtuigende concrete voorbeelden te komen.3 Er zijn natuurlijk wel specifieke disclosures te bedenken op het gebied van corporate governance, maar het is dan meestal niet evident dat die irrelevant zouden zijn voor beleggingsbeslissingen. De argumentatie is dan ook vaak algemener van aard, en gaat over de vraag of de jaarrekening vooral toekomstgeoriënteerd moet zijn of juist retrospectief.

Dat is een wezenlijke vraag. Het is onmiskenbaar dat, mede onder invloed van de IASB, zich in de afgelopen circa vijfentwintig jaar belangrijke accentverschuivingen in de jaarrekening hebben voorgedaan, bijvoorbeeld door een toenemend gebruik van fair value, de opkomst van balansgeoriënteerde boekingswijzen ten koste van een oriëntatie op de resultatenrekening, en een verminderde nadruk op het voorzichtigheidsprincipe. Lang niet iedereen is gelukkig met deze ontwikkelingen, en ook de huidige IASB lijkt meer aarzelend dan de Board van vijftien jaar geleden. Het zijn ook geen theoretische discussiepunten zolang we er van uitgaan dat de manier waarop de onderneming in de jaarrekening weergegeven wordt van invloed is op de verhoudingen tussen de onderneming, de verschillende groepen van belanghebbenden, en de samenleving als geheel.

Op zich is het niet zo gek dat stewardship wordt gebruikt als een soort samenvattende strijdkreet in zo’n complexe en fundamentele discussie over de algemene betekenis en oriëntatie van de jaarrekening die nu al jarenlang en in slow motion in en rond de IASB gevoerd wordt. Maar het nut van een strijdkreet is niet dat alle partijen het er over eens worden om hem in het vervolg te gaan gebruiken. We lossen discussies over, bijvoorbeeld, kernenergie ook niet op door eerst de voor- en tegenstanders het eens te laten worden over een verwijzing naar rentmeesterschap in de grondwet.

Ik denk dat Titel 9 Boek 2 BW het nog niet zo slecht onder woorden brengt. De Nederlandse wetgeving kent geen doelbepaling die verwijst naar specifieke groepen belanghebbenden of bepaalde beslissingen die de jaarrekening primair moet ondersteunen. In plaats daarvan is er het inzichtvereiste. De jaarrekening moet een verantwoord oordeel over vermogen en resultaat mogelijk maken, zonder dat de wetgever een uitgesproken keuze maakt wie dat oordeel moet vormen en waartoe. Misschien is dat een naïeve bepaling, alsof het mogelijk is om te abstraheren van belangentegenstellingen rond de jaarrekening. Een verwijzing naar het inzichtvereiste geeft ook geen eenduidig antwoord op alle vragen rond de jaarrekening, en kan opportunistisch gebruikt worden. Maar het wijst wel in de richting van toenemende transparantie. Daarmee stimuleert het de verdere ontwikkeling van de verslaggeving zonder een tempo voor te schrijven of nadrukkelijk voor te sorteren op specifieke keuzes zoals balans- versus resultaatoriëntatie.

Vanuit de historie is wel begrijpelijk waarom de IASB terecht is gekomen in het spoor van informatie voor beleggingsbeslissingen, onder andere vanwege het voor de hand liggende streven om de internationale standaarden in de Verenigde Staten geaccepteerd te krijgen. Een pleidooi om het Framework in termen van ‘inzicht’ te herschrijven zal op dit moment waarschijnlijk weinig kans maken. Toch is dat jammer. Zowel ‘informatie voor beleggingsbeslissingen’ als ‘stewardship’ zijn als het er op aankomt betrekkelijk vage oriëntatiepunten. Met wat creativiteit kun je vanuit beide perspectieven beargumenteren dat, bijvoorbeeld, de volatiliteit in de winst over de jaren heen wat afgevlakt moet worden, of juist niet. Dan heb ik toch liever dat iedereen, bij een discussie over een concreet vraagstuk, probeert uit te leggen waarom zijn of haar voorkeur leidt tot net een beetje meer inzicht.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
prof. dr. C. Camfferman RA1
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvJ/12581

Verder in 2015 nr.5

 Rentmeesterschap

In Nederland associëren we ‘rentmeesterschap’ vaak met de maatschappijvisie van bepaalde politieke partijen. Daarom steunt niet iedereen de beleidsvoorstellen die onder de vlag van...

 Fair value en de waardering van noodzaakfinanciering van ondernemingen in moeilijkheden - Het doel heiligt niet de middelen

Fair value accounting van schulden roept zowel vanuit een accounting als een juridisch perspectief vragen op. In deze bijdrage wordt de boekhoudkundige verwerking van zogena...

 De dreigende afschaffing van het CBb

In het regeerakkoord staat dat dat de Raad van State wordt gesplitst en dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb)[2] en de Centrale raad van Beroep (hierna: CRvB) samen gaan m...

 Netto-vermogenswaarde en de uitzondering van art. 2:389 lid 9 BW

Deelnemingen waar de deelnemende rechtspersoon invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid worden – op basis van de hoofdregel van art. 2:389 lid 1 BW – gewaar...

 Praktijkvraag - De enkelvoudige jaarrekening op basis van IFRS

VraagIndien IFRS wordt toegepast in de enkelvoudige jaarrekening door een Nederlandse rechtspersoon met welke bijzondere aspecten moet dan rekening worden gehouden? Wat zijn in dat geval de grootst...

 Contractueel uitsluiten van een tuchtklacht bij de Accountantskamer? - Noot bij Accountantskamer 28 augustus 2015, 14/2794 Wtra AK, ECLI:NL:TACAKN:2015:101

Heel in het kort gaat de zaak om het volgende. Een voormalig beroepsofficier en zijn voormalig werkgever Defensie zijn verwikkeld in een langslepend conflict. Uiteindelijk besluiten ze gezamenlijk ...