Gerechtshof Den Haag 14 juni 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1846
prof. mr. A.W. JongbloedArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Betaling door de bank aan een crediteur van gefailleerde op grond van een abstracte bankgarantie. Curator terzake geen aanwijsbevoegdheid ingevolge art. 6:43 lid 1BW
3.4 Art. 6:43 lid 1 BW bepaalt dat indien de schuldenaar een betaling verricht die zou kunnen worden toegerekend op twee of meer verbintenissen jegens een zelfde schuldeiser, de toerekening geschiedt op de verbintenis welke de schuldenaar bij de betaling aanwijst.
3.5 De betaling waar het in deze zaak om gaat betreft de betaling die de bank op grond van de bankgarantie aan CBRE heeft gedaan. Tussen partijen is niet in geschil dat die bankgarantie een abstract karakter heeft en dat de bank onherroepelijk en onvoorwaardelijk als eigen verplichting op zich heeft genomen om aan CBRE te betalen hetgeen Kuka uit hoofde van de huurovereenkomst is verschuldigd (tot het in de bankgarantie genoemde maximum). Volgens CBRE heeft daarom niet de curator, maar hooguit de bank een aanwijsbevoegdheid als bedoeld in art. ...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.