Tijdschrift voor Curatoren

2016 nr. 4

Redactie

Hoofdredactie

mr. E. A. H. ten Berge
mr. S.A.H.J. Warringa

Redactie

mr. M. H. Boersen
mr. R. Cats
mr. J. L. van den Heuvel
mr. E. Loesberg
mr. dr. M.J. Noteboom
mr. dr. M.L.H. Reumers
mr. J. Wind

Vaste medewerkers

prof. mr. dr. J. A.A. Adriaanse
drs P.C. van Prooijen RV CPVA
drs. P. Schimmel RA CFE

Redactiesecretaris(sen)

mr. R. de Jong

 

Inleiding

Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma

mr. W.J.G. Smits1

Het arrest Coface/Intergamma heeft zich mogen verheugen op grote aandacht. Inmiddels heeft de praktijk zich op het arrest ingesteld, zo hebben diverse partijen – met name in de bouw en de retail – hun voorwaarden aangepast, zodat over het goederenrechtelijk karakter van het door hen gebruikte verpandingsverbod geen discussie kan bestaan.[2] Ook in de feitenrechtspraak is de uitleg van bedingen die de overdraagbaarheid en mogelijkheid tot verpanding van vorderingen regelen, veelvuldig onderwerp van debat geweest.... ...lees meer

Artikel

Onvoorwaardelijk beschikken over voorwaardelijk eigendom

Mr. L.H.K. Bogers en mr. drs. R.W.A. Brunninkhuis1

Op 3 juni 2016 heeft de Hoge Raad een baanbrekend arrest gewezen, waarin hij de vestiging van een onvoorwaardelijk pandrecht op een zaak die is geleverd onder eigendomsvoorbehoud en waarvan het eigendomsvoorbehoud pas na de datum van het faillissement van de schuldenaar wordt prijsgegeven, sanctioneert.[2] Hiermee heeft de Hoge Raad de positie van een pandhouder bij een faillissement van de schuldenaar verstevigd. Er kan onvoorwaardelijk beschikt worden over voorwaardelijk eigendom. abonneren of dit artikel kopen.

Eigendomsvoorbehoud en afkoelingsperiode: de ETAM-casus - Rechtbank Den Haag...

mr. J. Wind1

In het (nog) niet gepubliceerde vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 april 2016[2] wordt (onder meer) als uitgangspunt genomen dat een besluit van bewindvoerders/curatoren tot (voorlopige) continuering van de onderneming van de schuldenaar, samengevat, niet onrechtmatig is.[3] Als er sprake is van zwaarwegende belangen, die prevaleren boven de belangen van individuele schuldeisers/eigenaren, mag de bewindvoerder/curator gedurende de afgekondigde afkoelingsperiode eigendommen van derden vervreemden, mits daarbij de rechten van die derden voldoende zijn gewaarborgd,... abonneren of dit artikel kopen.

De terugkijk met q.q.: Reuser q.q./Postbank1

mr. I.C.J.C. van de Klundert en mr. M.A.L.M. Willems2

Stel je voor: je bent een bank, en een crediteur van een van je rekeninghouders legt onder jou derdenbeslag op de rekening van de rekeninghouder. Het creditsaldo van de rekening zet je op een ‘parkeerrekening’, zodat de rekeninghouder zijn rekening ondanks het beslag kan blijven gebruiken. Enige tijd later gaat de rekeninghouder failliet. Op dat moment vertoont de (eerder beslagen) betaalrekening een negatief saldo. Nou ja, denk je dan, ik ben zowel schuldenaar als schuldeiser, dus ik kan mooi verrekenen. ik trek het tekort van de betaalrekening af van het saldo van de parkeerrekening e... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

Hoge Raad 8 juli 2016 NL:HR:2016:1515; RvdW 2016/812

prof. mr. A.W. Jongbloed

Prejudiciële vraag (art. 392 Rv) aangaande griffierecht ter zake van verzoekschrift tot faillietverklaring van een v.o.f. en van haar vennoten (na HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:251 ). Is het griffierecht één maal verschuldigd of voor elk van de verzochte faillissementen afzonderlijk? 3 Beantwoording van de prejudiciële vraag3.1 Bij de beantwoording van de prejudiciële vragen gaat de Hoge Raad uit van de volgende feiten.(i) Mr. Bierens heeft namens een cliënte bij de rechtbank een verzoekschrift ingediend, houdende een faillissementsverzoek, gericht tegen een v... abonneren of dit artikel kopen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zp. Arnhem 17 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:60...

prof. mr. A.W. Jongbloed

Geen benadeling door huurontbindingsovereenkomst3.6 Als gevolg van de huurontbindingsovereenkomst is niet alleen de bestaande huurschuld voldaan en nog een bedrag van € 5.390,74 aan gefailleerde ten goede gekomen, maar zijn ook de bij een faillissement te verwachten boedelschuld van € 9.784,68 exclusief BTW en bijkomende kosten vermeden. Dat maakt dat van benadeling pas sprake is, als aannemelijk zou zijn dat de inventaris bij een verkoop in faillissement ruimschoots meer dan € 15.175,42 zou hebben opgeleverd. Pas dan zouden de gezamenlijke schuldeisers immers beter af zijn g... abonneren of dit artikel kopen.

Gerechtshof Den Haag 7 juni 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2443

prof. mr. A.W. Jongbloed

Afwijzing hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot faillietverklaring; geen pluraliteit van schuldeisers2. appellante stelt zich – kort samengevat – op het standpunt dat ook indien niet is voldaan aan het pluraliteitsvereiste (doordat alleen de aanvrager van het faillissement onbetaald wordt gelaten) toch sprake kan zijn van een toestand dat de (beoogde) failliet is opgehouden met betalen. Van belang in het onderhavige geval is dat appellante een vordering van meer dan € 2.000.000,- heeft op geïntimeerde uit hoofde van een arbitraal vonnis van 28 maart 2014. Voor de tenuitvoerlegg... abonneren of dit artikel kopen.

Gerechtshof Den Haag 14 juni 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1846

prof. mr. A.W. Jongbloed

Betaling door de bank aan een crediteur van gefailleerde op grond van een abstracte bankgarantie. Curator terzake geen aanwijsbevoegdheid ingevolge art. 6:43 lid 1BW3.4 Art. 6:43 lid 1 BW bepaalt dat indien de schuldenaar een betaling verricht die zou kunnen worden toegerekend op twee of meer verbintenissen jegens een zelfde schuldeiser, de toerekening geschiedt op de verbintenis welke de schuldenaar bij de betaling aanwijst. 3.5 De betaling waar het in deze zaak om gaat betreft de betaling die de bank op grond van de bankgarantie aan CBRE heeft gedaan. Tussen partijen is n... abonneren of dit artikel kopen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zp Arnhem 27 juni 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5219

prof. mr. A.W. Jongbloed

Hoger beroep faillissement. Bevoegdheid Nederlandse rechter: centrum van voornaamste belangen (COMI) in Nederland of in Dubai? Summierlijk gebleken van vorderingsrecht curator op vennootschap in verband met schade door paulianeuze aandelentransactieBevoegdheid3.1. De eerste vraag die partijen verdeeld houdt, is of de Nederlandse rechter al dan niet bevoegd is om van het onderhavige faillissementsverzoek kennis te nemen.3.2. Appellante neemt in dit verband, kort gezegd, het standpunt in dat de Verordening (EG) nr. 1346/2000 betreffende insolventieprocedures (hierna:... abonneren of dit artikel kopen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zp. Leeuwarden 19 juli 2016, ECLI:NL:GHARL:20...

prof. mr. A.W. Jongbloed

Vraag of de niet-gefailleerde echtgenote van de failliet, met wie zij buiten iedere gemeenschap is gehuwd, het terugneemrecht van art. 61 lid 1 FW toekomt van de haar in eigendom toebehorende onroerende zaken, dan wel of de curator van de gefailleerde echtgenoot deze onroerende zaken te gelde mag maken op grond van art. 61 lid 4 Fw j° 1:95 lid 1 BW. Beslissend is het antwoord op de vraag of de niet-gefailleerde echtgenote heeft bewezen dat zij de aankoop van die onroerende zaken heeft gefinancierd ‘met belegging of wederbelegging van gelden welke voor meer dan 50% uit eigen middel... abonneren of dit artikel kopen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zp. Arnhem 26 juli 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6...

prof. mr. A.W. Jongbloed

In het kader van een doorstart verkoopt een curator de bedrijfsinventaris van de gefailleerde. Een in het bedrijf van de gefailleerde gebruikte infrarooddroger is geleaset en wordt niet meegeleverd. Het hof oordeelt na verwijzing dat de curator niet in strijd heeft gehandeld met zijn (pre)contractuele verplichtingen jegens de koper. Arrest na verwijzing door HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:1663 .7 Vast staat dat 4PET reeds vóór het faillissement wist dat ten aanzien van de infrarooddroger sprake was van een huurkoopovereenkomst met Battenfeld en dat de infrarooddroger (dus) gee... abonneren of dit artikel kopen.

Gerechtshof Amsterdam 2 augustus 2016 GHAMS:2016:3339

prof. mr. A.W. Jongbloed

Vernietiging faillissement. Niet langer summierlijk van een vorderingsrecht van aanvrager gebleken. Dit maakt evenwel niet, zoals betoogd, dat er geen sprake meer kan zijn van een faillissementstoestand.Het hof verwijst daarvoor naar HR 4 november 1949, NJ 1950, 17, ‘Omdat de rechtstoestand niet meer tot diens beschikking staat, leidt de enkele grond dat de schuldeiser na verzet of hoger beroep verklaart te zijn voldaan en te kennen geeft dat hij zijn verzoek intrekt of aangeeft dat hij op het faillissement geen prijs stelt, niet tot vernietiging van het faillissement, als ondanks... abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Rotterdam 25 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:6528

prof. mr. A.W. Jongbloed

Persoonlijk faillissement n.a.v. rechterlijke uitspraak geen noodtoestand. Geen misbruik van recht; verlies zelfstandige procesbevoegdheid maakt in cassatie gaan niet onmogelijk4.2. Het geschil tussen partijen betreft een executiegeschil. (…) 4.7. Eiseres stelt dat SNCU in redelijkheid geen gebruik mag maken van haar executiebevoegdheid omdat het eiseres als gevolg van een eventueel persoonlijk faillissement feitelijk onmogelijk wordt gemaakt om in cassatie te gaan van het arrest van 29 maart 2016. De voorzieningenrechter overweegt hierover het volgende. Indien een partij f... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Midden-Nederland, zp Utrecht 1 juni 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:2866

prof. mr. A.W. Jongbloed

Geen misbruik van faillissementsrecht. Faillissement niet gericht op ontslag personeel4.3. In het licht van de stellingen van partijen is de eerste vraag die voorligt of [naam 2] haar bevoegdheid tot het aanvragen van haar eigen faillissement heeft uitgeoefend met een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Deze vraag moet bevestigend worden beantwoord als de aanvraag van het eigen faillissement (nagenoeg) uitsluitend is gedaan om de werknemers de aan hen buiten faillissement toekomende arbeidsrechtelijke bescherming te onthouden. Van een zodanige situatie is sprake a... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Rotterdam 7 juni 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:5138

prof. mr. A.W. Jongbloed

Faillissement en indeplaatsstelling; opzegging huurovereenkomst o.g.v. art. 39 Fw in de gegeven omstandigheden geen misbruik van recht of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar4.1. De curatoren betwisten het spoedeisend belang van Achmea bij de vordering. Zij voeren aan dat het spoedeisend belang alleen daarin is gelegen dat Achmea beoogt eerder een hogere huurprijs te realiseren dan wanneer zij de uitkomst van de bodemprocedure afwacht, terwijl die uitkomst onzeker is. De kantonrechter volgt de curatoren hierin niet. Achmea heeft voldoende spoedeisend bela... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Overijssel, zp Almelo 15 juni 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:2381

prof. mr. A.W. Jongbloed

Pandrecht op voorraad en inventaris. In deze zaak doet zich de situatie voor dat de bank er pas na openbare verkoop van de voorraden en inventaris in opdracht van de faillissementscurator curator achter komt, dat zij toch een rechtsgeldig pandrecht op deze roerende zaken heeft. Het pandrecht is rechtsgeldig gevestigd en teniet gegaan door verkoop van de roerende zaken aan een derde te goede trouw. De bank heeft haar recht op voorrang behouden maar wel na omslag van de kosten analoog aan de jurisprudentie over arresten over vorderingen die verpand waren 5.1 In deze zaak doe... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Utrecht 24 juni 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:3438

prof. mr. A.W. Jongbloed

Vordering tot indeplaatsstelling door curator Macintosh. Opzegging huurovereenkomst door verhuurder op grond van art. 39 Fw geen misbruik van bevoegdheid. Geen zwaarwichtig belang aan de zijde van de boedel4.3. Ter beoordeling ligt allereerst voor of de huurovereenkomst per 18 mei 2016 is geëindigd als gevolg van de opzegging van Ahold van 18 februari 2016. Indien het antwoord daarop bevestigend luidt, is de vordering tot het verlenen van een machtiging tot indeplaatsstelling immers niet meer toewijsbaar, nu het bestaan van een huurovereenkomst voorwaarde is voor een indeplaatsste... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Den Haag 29 juni 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:7618

prof. mr. A.W. Jongbloed

De bank is toerekenbaar tekortgeschoten in haar contractuele verplichtingen door de kredietovereenkomst per direct op te zeggen. Gestelde schade is het gehele tekort in het faillissement. Condicio sine qua non-verband tussen de tekortkoming en de gestelde schade? De kernvraag: wat zou er zijn gebeurd als de bank de kredietovereenkomst zou hebben opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden? Alsdan zou failliet voldoende tijd hebben gehad om met een redelijke kans van slagen haar bedrijf te reorganiseren en haar bedrijfsactiviteiten in afgeslankte vorm voort te z... abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Midden-Nederland, zp. Lelystad, 18 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4013

prof. mr. A.W. Jongbloed

Beëindiging huur bedrijfsruimte door curator V&D na faillissement. Is een derde op grond van concerngarantie verplicht om de huurtermijnen na opzegging door de curator tot het einde van de huurovereenkomst te voldoen?4.11. Uit de bewoordingen van art. 9 volgt dat Maxeda hoofdelijk medeschuldenaar wordt voor alle verplichtingen die voor de huurder – dus V&D – uit de overeenkomst voortvloeien zelfs nadat huurder na surséance van betaling of faillissement ophoudt partij bij deze huurovereenkomst te zijn. Of de betaling van de huurpenningen vanaf 1 mei 2016 tot het einde van de... abonneren of dit artikel kopen.

Rechtbank Midden-Nederland, zp. Lelystad 21 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:42...

prof. mr. A.W. Jongbloed

Arbeidsverleden bij failliete werkgever telt mee bij transitievergoedingNaar het oordeel van de kantonrechter dient de vraag of [verzoeker] aanspraak kan maken op een transitievergoeding positief te worden beantwoord. De tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd en heeft tenminste 24 maanden geduurd. De omstandigheden dat [verzoeker] zich heeft neergelegd bij de mededeling van [verweerster] dat zijn dienstverband van rechtswege op 24 maart 2016 eindigt (nadat hij zich aanvankelijk nog het standpunt had gesteld dat er sprake is van een arbeidsovereen... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Overijssel, zp. Almelo 27 juli 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:3082

prof. mr. A.W. Jongbloed

Uit de door de curator in het geding gebrachte correspondentie blijkt zonneklaar dat het de bedoeling was om het bedrijf van failliet leeg te trekken alvorens het faillissement aan te vragen. Met de curator is de rechtbank van mening dat met de verkoop van de activa, alsmede het cederen van de debiteurenportefeuille, het gehele vermogen is onttrokken aan de vennootschap. De rechtbank deelt de conclusie van de curator dat een redelijk denkend bestuurder de activiteiten niet had gestaakt zoals gedaagden een en ander hebben georkestreerd. abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Midden-Nederland, zp. Utrecht 27 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4060

prof. mr. A.W. Jongbloed

Bestuurder heeft aannemelijk gemaakt dat andere feiten en omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling (in de zin van art. 2:248 lid 2 BW) een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn. Ondanks kennelijk onbehoorlijke taakvervulling (in de zin van art. 2:248 lid 1 BW) in de laatste maanden voorafgaand aan het faillissement, is niet aannemelijk dat dit (mede) een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurder is daarom niet aansprakelijk op grond van art. 2:248 lid 1 BW. Ook geen aansprakelijkheid op grond van art. 2:9 BW, nu de curator heeft nagelaten om co... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Midden-Nederland, zp. Utrecht 29 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4492

prof. mr. A.W. Jongbloed

Opheffing bevel inbewaringstelling en schorsing inbewaringstelling. Gefailleerde heeft de administratie niet ingeleverd, de curator heeft de administratie na bericht van de verhuurder van het bedrijfspand niet onder zich genomen. Gefailleerde heeft op zijn kosten met de hulp van een accountant geprobeerd de administratie te achterhalen. Gefailleerde heeft zich naar vermogen aan de schorsingsvoorwaarden gehouden. Gefailleerde wil meewerken aan de afwikkeling van zijn faillissement. abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Overijssel, zp. Almelo 3 augustus 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:3128

prof. mr. A.W. Jongbloed

Gedaagde heeft het wettelijk vermoeden dat zijn kennelijk onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is, ontzenuwd, waardoor het op de curator rustende bewijsrisico herleeft. De stellingen van de curator met betrekking tot de onbehoorlijke taakvervulling zijn uitvoerig besproken. Nu de rechtbank van oordeel is dat gedaagde in deze kwestie geen verwijt kan worden gemaakt en de curator voorts geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd ter onderbouwing van zijn vordering, komt de rechtbank niet toe aan een nadere bewijslevering door de curator. abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Noord-Holland, zp. Alkmaar 3 augustus 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:5851

prof. mr. A.W. Jongbloed

Huur bedrijfsruimte. Faillissement huurder (B.V.). Dient (ex) bestuurder hiervan mededeling te doen aan verhuurder? Geen sprake van een spreekplicht5.1. De eerste vraag die in deze zaak beantwoording behoeft is de vraag of sprake is van een onrechtmatige daad van [X]. [De verhuurder] heeft in dat kader aangevoerd dat [X] als bestuurder van Qimar en als gebruiker van de bedrijfsruimte verplicht was [de verhuurder] op de hoogte te stellen van het faillissement van deze vennootschap. Ook verwijt [de verhuurder] [X] dat hij de curator niet op de hoogte heeft gebracht van het bestaan v... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Den Haag 3 augustus 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:9089

prof. mr. A.W. Jongbloed

Eigen aanvraag faillissement twee dochtermaatschappijen in groep. (Kennelijk) onbehoorlijk bestuur ex art. 2:9 BW en 2:248 BW en misbruik van faillissementsrecht: tegen het ondernemingsbelang en herhaald, dringende gegeven adviezen in is eerder niet overgegaan tot inkrimpen personeel op een moment dat dit met ontslagvergunningen mogelijk was Kort voor faillissement zijn ‘problematische’ werkzaamheden binnen de groep verschoven naar een van de faillieten en is bij de andere failliet met boekhoudkundige verschuivingen een tekort gecreëerd. Faillissementssituatie gecreëerd door (kenn... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Midden-Nederland, zp. Utrecht 10 augustus 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4378

prof. mr. A.W. Jongbloed

Beroep curator op 47 Fw faalt: geen benadelingsoverleg tussen latere failliet en begunstigde4.2 Uit het feit dat gedaagde en haar dochtervennootschappen voor de omzetbelasting een fiscale eenheid vormen en gedaagde degene is die telkens het bedrag van de groepsschuld aan de fiscus afdraagt, vloeit reeds de plicht voort voor van [failliet] (en elk van haar zustervennootschappen) om hun aandeel in die groepsschuld aan gedaagde te vergoeden. Dat gedaagde en haar dochtervennootschappen die plicht ook onderling hebben erkend en zich daarnaar hebben gedragen, volgt uit het feit dat [fai... abonneren of dit artikel kopen.

Rechtbank Rotterdam 17 augustus 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:6499

prof. mr. A.W. Jongbloed

Na verkoop (tijdens faillissement) van zaken die onder bodembeslag liggen spreekt de eigenaar de ontvanger, niet de curator aan. Vordering had tegen curator moeten worden ingesteld 4.3. Uit de stellingen van M & L vloeit voort dat zij onvoldoende belang heeft bij de door haar in haar verhouding tot de Ontvanger gevorderde verklaringen voor recht. M & L meent een vordering uit onrechtmatige daad te hebben tegen de curator. Of M & L door enig eventueel onrechtmatig handelen van de curator jegens haar schade heeft geleden, zal dienen te worden vastgesteld in een eventuele procedure ... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS