Rb. Midden-Nederland, zp. Utrecht 27 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4060
prof. mr. A.W. JongbloedArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Bestuurder heeft aannemelijk gemaakt dat andere feiten en omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling (in de zin van art. 2:248 lid 2 BW) een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn. Ondanks kennelijk onbehoorlijke taakvervulling (in de zin van art. 2:248 lid 1 BW) in de laatste maanden voorafgaand aan het faillissement, is niet aannemelijk dat dit (mede) een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
De bestuurder is daarom niet aansprakelijk op grond van art. 2:248 lid 1 BW. Ook geen aansprakelijkheid op grond van art. 2:9 BW, nu de curator heeft nagelaten om concreet te stellen welke schade de vennootschap heeft geleden. Hij heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe de onbehoorlijke taakvervulling ertoe heeft geleid dat het vermogen van de vennootschap is verdampt en tot het faillissementstekort heeft geleid.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.