Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2016 nr. 12

Bestuursrechtspraak in hoger beroep

mr. E.H.M. Harbers Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

In het regeerakkoord uit 2013 van kabinet Rutte II is te lezen dat dit kabinet voornemens was om de bestuursrechtspraak in hoger beroep anders in te richten. De Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) zouden worden opgeheven en worden samengevoegd met de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRvS). Achtergrond van dit voornemen was de wens om de bestuursrechtspraak, uit oogpunt van rechtseenheid en overzichtelijkheid, te concentreren. De gedachte was dat dit tot efficiencyvoordelen zou leiden; wel werd de kanttekening gemaakt dat de wijzigingen niet zouden mogen leiden tot langere doorlooptijden.

In januari 2016 is daartoe een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit voorstel bevatte een aantal wijzigingen in de structuur vande Raad van State, om de scheiding tussen het adviserende deel en het rechtsprekende deel nog (?) duidelijker te maken. Het voorstel tot de inrichting van de bestuursrechtspraak in hoger beroep zag er anders uit dan het voornemen in het regeerakkoord. De zaken die tot de rechtsmacht van het CRvB horen, zouden worden ondergebracht bij de gewone rechterlijke macht, bij de vier gerechtshoven. De geschillen die tot de competentie van het CBb horen, zouden naar de ABRvS gaan. Dat zou betekenen dat veel bestuursrechtelijke geschillen die met de landbouw verband houden, naar de ABRvS zouden gaan. Veel agrarische ondernemers en hun adviseurs hebben in de afgelopen decennia de weg naar het CBb gevonden, bijvoorbeeld bij zaken over de toewijzing van melkquota, over (boete)besluiten op grond van de Meststoffenwet, over melkveefosfaatreferenties. Knelpunt bij het CBb is en was de lange duur van de procedure. In jaarverslagtermen: ‘doorlooptijd’ of ‘werkvoorraad’, voor de rechtzoekenden in gewoon Nederlands: ‘achterstand’. De ABRvS heeft de afgelopen jaren veel gedaan aan de doorlooptijden en deze zijn inmiddels teruggebracht tot gemiddeld circa 30 weken, zo blijkt uit jaarverslag van de ABRvS over 2015.

De voorgestelde reorganisatie van de bestuursrechtspraak leidde tot veel discussie, zoals dat wel vaker met voorgenomen reorganisaties gaat. De betrokken rechtscolleges klommen in de pen, in de wetenschap werd het wetsvoorstel kritisch besproken en zelfs raadsheren reageerden in de Volkskrant.

Op 6 oktober 2016 is in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel gesproken. Het voorstel kon niet op algehele bijval rekenen en er werden verschillende amendementen ingediend. Het voorstel om de rechtspraak van het CBb onder te brengen bij de ABRvS kon niet op een meerderheid in de Kamer rekenen. Het amendement Van Nispen c.s. om deze onder te brengen bij het Gerechtshof Den Haag werd door de Tweede Kamer aangenomen. Een van de argumenten om de betrokken geschillen onder te brengen bij de gewone rechterlijke macht, was dat op deze wijze ook beroep in cassatie zou komen open te staan bij de Hoge Raad.

Nadat er gestemd was over de amendementen, hebben de betrokken ministers bij brief van 16 november 2016 aan de Kamer laten weten het wetsvoorstel in te trekken. De bezwaren tegen de aangenomen amendementen waren zo zwaarwegend dat er de voorkeur aan werd gegeven tot intrekkingen over te gaan. Daarmee blijft voorlopig alles bij het oude en kan een volgend kabinet opnieuw deze uitdaging aan om de al jaren bestaande versnipperde bestuursrechtspraak in hoger beroep te concentreren.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
mr. E.H.M. Harbers
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/13920

Verder in 2016 nr.12

 Bestuursrechtspraak in hoger beroep

In het regeerakkoord uit 2013 van kabinet Rutte II is te lezen dat dit kabinet voornemens was om de bestuursrechtspraak in hoger beroep anders in te richten. De Centrale Raad van Beroep (hierna: CR...

 Evaluatie van de Natuurschoonwet 1928

De Natuurschoonwet 1928[2] (hierna: NSW) heeft, zoals bekend, twee doelen: het stimuleren van het behoud en het creƫren van natuurschoon in Nederland en is van zeer groot belang voor de...

 De Hoge Raad over de agrarische man-vrouw-maatschap en de huwelijksgoederengemeenschap - Enige civiele en fiscale beschouwingen

Op 29 januari van dit jaar heeft de Hoge Raad arrest gewezen over de waardering van het vermogen van een agrarische onderneming voor de erfbelasting in de situatie dat echtelieden in algehele ge...

 Registers jaargang 2016

I. ArtikelenAuteur Titel paginaprof. mr. S.E. Bartels en Zekerheidsrechten in de agrarische sector 127mr. K.W.C. Geuts mr. R. Benhadi De normering van geluid in het Besluit kwaliteit leefomge...

 De normering van geluid in het Besluit kwaliteit leefomgeving

Op 1 juli 2016 is het ontwerpbesluit kwaliteit leefomgeving (hierna: het Bkl)[2] vrijgegeven voor internetconsultatie. De thans in het Activiteitenbesluit vastgelegde geluidregels zullen met de ...