Tijdschrift voor Agrarisch Recht
2016 nr. 12
De Hoge Raad over de agrarische man-vrouw-maatschap en de huwelijksgoederengemeenschap - Enige civiele en fiscale beschouwingen
mr. dr. J.W.A. Rheinfeld en mr. A. Verduijn RB
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Op 29 januari van dit jaar heeft de Hoge Raad arrest gewezen over de waardering van het vermogen van een agrarische onderneming voor de erfbelasting in de situatie dat echtelieden in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd, beide in een maatschap deelnemen waarin de onderneming wordt geëxploiteerd en een van hen overlijdt.[2] Het arrest heeft een interessante symbiose opgeleverd van het erfrecht, het huwelijksgoederenrecht en het fiscaal recht. Het arrest is van groot belang voor de agrarische praktijk, niet alleen omdat het een veel voorkomende situatie betreft, maar vooral omdat de uitkomst feitelijk ongewenst is en door op maat gesneden regelingen in testamenten of huwelijke voorwaarden moet worden voorkomen.Om de gevolgen van dit arrest voor de agrarische praktijk te duiden zullen, na een korte schets van de berechte casus, de uitspraken van Rechtbank en Hof aan de hand van de relevante rechtsoverwegingen worden weergegeven. Vervolgens zal het (korte) arrest van de Hoge Raad worden beschreven, waarin de raad het oordeel van het Hof feitelijk in stand laat. Afgesloten wordt met een eerste analyse van het arrest en een beschrijving (op hoofdlijnen) van de gevolgen van dit arrest voor de praktijk. In een vervolgbijdrage zullen wij dit binnenkort verder uitwerken, waarbij wij in het bijzonder in zullen gaan op de strekking van de fiscale waarderingsbepaling voor ondernemingen in de leden 12 en 13 van art. 21 Successiewet 1956.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
1. De casus
2. Het geschil
3. Hof
3.1. Primair: nalatenschap en huwelijksgoederengemeenschap
3.2. Subsidiair: waarde van de maatschapsaandelen
3.3. Voortzettingsregeling
3.4. Vergelijking met de uitspraak van Hof Amsterdam 28 juli 2011
4. Hoge Raad
4.1. Beroepschrift in cassatie
4.2. De Hoge Raad
5. Commentaar/wordt vervolgd
5.1. Niets nieuws onder de civiele en fiscale zon?
5.2. Voortzettingsrecht; ‘Der Dritte im Bunde’[27]
5.3. Verdeling
5.4. Fiscaal waarderingsvoorschrift
5.5. Vervolg
Bijlage(n)
- Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.
Artikel informatie
- Type
-
Artikel
- Auteurs
-
mr. dr. J.W.A. Rheinfeld en mr. A. Verduijn RB1
- Auteursvermelding
- Ik ben auteur van dit artikel
- Datum artikel
-
02 januari 2017
- Uniek Den Hollander publicatienummer
-
UDH:TvAR/13922
Bestuursrechtspraak in hoger beroepIn het regeerakkoord uit 2013 van kabinet Rutte II is te lezen dat dit kabinet voornemens was om de bestuursrechtspraak in hoger beroep anders in te richten. De Centrale Raad van Beroep (hierna: CR...
Evaluatie van de Natuurschoonwet 1928De Natuurschoonwet 1928[2] (hierna: NSW) heeft, zoals bekend, twee doelen: het stimuleren van het behoud en het creëren van natuurschoon in Nederland en is van zeer groot belang voor de...
Registers jaargang 2016I. ArtikelenAuteur Titel paginaprof. mr. S.E. Bartels en Zekerheidsrechten in de agrarische sector 127mr. K.W.C. Geuts mr. R. Benhadi De normering van geluid in het Besluit kwaliteit leefomge...