Voorwoord
Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Als hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte ben ik verheugd u te kunnen berichten dat wij nieuwe leden in onze redactie mogen verwelkomen: nadat Marieke van Schie, advocaat-partner bij Lexence, al eerder Tomas Steenmetser had vervangen, hebben wij nu Douwe de Witte, raadsheer bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, bereid gevonden om de plaats van Christiaan Toorman in te nemen. Voor onze groep met vaste medewerkers hebben we (ook) uitbreiding gezocht en gevonden: Anique Bergers van Boekel, Vincent Boumans van Lexence, Thérèse Fraai van Taylor Wessing, Irene Hofhuis van Fort Advocaten, Katja Keij van Bricks Advocaten, Cathelijne Otte van Simmons&Simmons en Max Wösten, bedrijfsjurist bij de NS, hebben zich aan ons tijdschrift verbonden. Veel medewerkers komen, zoals u ziet, uit de advocatuur, maar ik ben erg blij dat we met Max ook nieuwe input vanuit het bedrijfsleven in ons medewerkersteam hebben. Ons doel blijft immers om in dit tijdschrift met een ruimere blik naar het huurrecht te kijken dan alleen vanuit de advocatuur. Ik heb er veel vertrouwen in dat onze redactie samen met deze uitgebreide medewerkersgroep u ook in de toekomst vol enthousiasme van veel interessante informatie over het huurrecht kan voorzien. Als lezer blijft u van harte uitgenodigd om contact op te nemen met de redactie of de vaste medewerkers indien u suggesties of bijdragen voor dit tijdschrift hebt.
Het eerste artikel in dit nummer is een door Willemijn Lever geschreven verslag van het zeer geslaagde VHA Lustrumcongres, dat plaatsvond op 3 februari jl. in het Grand Hotel Krasnapolsky in Amsterdam. Drie maanden daarvoor vond ons eigen congres ‘Strategisch procederen in het huurrecht’ plaats en inmiddels zijn wij al bezig met de voorbereidingen voor een nieuw congres dat in het najaar van 2018 zal plaatsvinden. Meer informatie hierover volgt in de volgende nummers.
Tijdens het VHA Lustrumcongres werd door futuroloog Richard van Hooijdonk voorspeld hoe ons leven in de toekomst beheerst zal worden door drones, robots en zelfrijdende auto’s. Dat ook de vastgoedsector enorm wordt beïnvloed door technologische vernieuwingen blijkt uit het artikel van Boris Ziermans, waarin wordt ingegaan op de vraag of de vastgoedsector profijt kan hebben van het analyseren van big data (door Boris gedefinieerd als ‘die datasets die niet kunnen worden verkregen, gemanaged en verwerkt door traditionele IT en software/hardware toepassingen binnen een acceptabel tijdsbestek’). Hij concludeert dat deze sector zeer geschikt is om gebruik te maken van big data en hij geeft in zijn artikel een inzicht in de mogelijke toepassingen voor de diverse actoren in de vastgoedmarkt. Deze toepassingen kunnen volgens Boris Ziermans bijdragen aan een efficiëntere en meer transparante vastgoedmarkt.
Ook Vincent Bouwmans kijkt vooruit in zijn artikel ‘De Warmtewet: een update en een blik in de toekomst’. De Warmtewet, die op 1 januari 2014 in werking is getreden, heeft in de praktijk zeer veel vragen opgeroepen. Ingegaan wordt op de evaluatie van de Warmtewet, die in 2016 heeft plaatsgevonden, en op het wetsvoorstel tot herziening van de Warmtewet. Bovendien wordt een overzicht gegeven van de rechtspraak die in de afgelopen drie jaar is gepubliceerd over de Warmtewet. De verhuurder die tevens leverancier is onder de Warmtewet, krijgt in het wetsvoorstel de keuze of hij de warmtelevering al dan niet gaat regelen in de huurovereenkomst. In het bevestigende geval is een groot deel van de Warmtewet niet van toepassing. Hiermee worden verhuurders flexibeler in het maken van afspraken over de levering van warmte.
Tijdens het VHA Lustrumcongres kregen alle deelnemers de dissertatie van mr. dr. E.H.M. Swaneveld-Bakelaar mee naar huis, met als titel ‘De huur van ongebouwde onroerende zaken: een leemte in de wet’. Een bespreking van dit boek door Karianne Baumann treft u aan als laatste artikel in dit nummer.
Ten slotte vestig ik graag uw aandacht op een recent – en zeer lezenswaardig – arrest van de Hoge Raad van 17 februari 2017 (Hansteen/Verwiel q.q.), waarmee een vervolg is verschenen op de arresten Aukema q.q./Uni-Invest en Nieuwburen/Romania. Annotator Niels van Tamelen concludeert in zijn – eveneens lezenswaardige – noot bij dit arrest dat een deel van de vragen over garanties en leegstandschade, die na bovengenoemde arresten open waren blijven staan, nu zijn beantwoord. In ieder geval is duidelijk dat een garant die aan de verhuurder uitkeert (welke verhuurder – zo heeft de Hoge Raad bevestigd – hierdoor niet ongerechtvaardigd is verrijkt), op geen enkele manier met een regresvordering leegstandschade op de failliete boedel kan verhalen. De Hoge Raad overweegt in dit kader: ‘Daarbij maakt niet uit op welke wijze verhaal op de boedel wordt gezocht; de aard van de vordering staat eraan in de weg dat deze ten laste van de boedel wordt gebracht.’ Een voor de verhuurder minder plezierig gevolg hiervan is dat het niet eenvoudig zal zijn een bank nog bereid te vinden een bankgarantie te verstrekken die tevens leegstandschade dekt. Het zal aan ons zijn om mee te denken over creatieve oplossingen.
Nathalie Amiel